Direct naar artikelinhoud
analysepensioenregeling

Waarom het pensioenberaad muurvast zit

Premier Mark Rutte komt aan bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor het pensioenoverleg.Beeld ANP

De onderhandelingen over een nieuw pensioenstelsel dreigen vast te lopen. Hebben het kabinet en de werkgevers nog iets om de vakcentrale FNV over de streep te trekken?

Lang onderhandelen kan trekjes krijgen van een gijzeling. Dan ontwikkelen onderhandelaars begrip voor elkaars standpunt en gaan daarmee creatief aan de slag. Bij een gijzeling heet dat het Stockholmsyndroom. Het is ook van toepassing op de onderhandelingen over de pensioenhervorming, blijkt uit de ooggetuigenverslagen. 

In het urenlange beraad in de nacht van donderdag op vrijdag bedachten werkgevers voorstellen die de vakbeweging zou kunnen doen. Waarna de vakbeweging daarover lang in beraad ging maar ze niet goed genoeg vond. Premier Mark Rutte en de minister van Sociale Zaken, Wouter Koolmees (D66), zaten erbij en keken ernaar.

Het was de derde keer in korte tijd dat de top van de vakbeweging, de werkgevers en de kabinetsdelegatie elkaar diep in de ogen keken. Twee keer in Den Haag, een keer in Amsterdam. Deze week gaan ze het opnieuw doen, waarschijnlijk vanavond al, met alweer de hoop eindelijk de knoop door te hakken. De centrale vraag: eist de FNV niet te veel?

Massale korting

Over de kern van een nieuw stelsel bestaat geruime tijd geen onenigheid meer. Alle betrokkenen zien de noodzaak van vernieuwing nu de pensioenen al jaren niet meer worden verhoogd, en soms zelfs verlaagd. In 2020 dreigt massale korting en jarenlange bevriezing van de pensioenen. Dat wil niemand, het kabinet niet met het oog op de verkiezingen in 2021.

Om kortingen per 2020 te voorkomen, liggen twee belangrijke vernieuwingen op tafel. Ten eerste een nieuw contract waarbij de hoogte van de uitkering veel sterker afhankelijk wordt van de financiën van het fonds. Daardoor kunnen de pensioenen sneller worden verhoogd zodra het beter gaat met een fonds. Dan kan al in 2020 voor verlichting zorgen. De uitkeringen kunnen ook veel sneller omlaag als de economie weer eens tegenzit.

De tweede vernieuwing is dat ieder spaart voor zijn eigen pensioen. Nu komt de premie van de werknemer nog ten goede aan de collectieve pot. Omdat de pensioenaanspraken in het tweede deel van het werkzame leven veel sneller omhooggaan dan in de eerste jaren, subsidiëren jongeren binnen de fondsen indirect de pensioenuitkeringen van oudere collega’s. Dat stelsel vervalt.

Casinopensioen

Aangezien werkgevers en werknemers de pensioenfondsen besturen, hecht het kabinet aan hun instemming. Vooral bij de FNV ligt dat gevoelig. Een soortgelijk plan werd in 2011 verworpen door de achterban, omdat die het risico op pensioenverlagingen bij economische tegenslag te hoog vond. De term ‘casinopensioen’ werd gemunt door de tegenstanders en de FNV belandde in een slepende identiteitscrisis.

Om dat scenario nu te voorkomen, heeft de vakcentrale forse aanvullende eisen. Het kabinet is bereid om het tempo van de verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar met een of twee jaar uit te stellen. Daarnaast bood het al aan de boetes op vroegpensioenregelingen te halveren. Zelfs over de automatische koppeling van de stijging van de gemiddelde levensverwachting aan de stijging van de AOW-leeftijd in de toekomst, valt met het kabinet te praten.

Vooralsnog is dat niet genoeg. De vakcentrale eist op alle punten verdergaande concessies, maar is zich er ook van bewust dat deze maatregelen vooral de oudere leden behagen. De FNV heeft toch al de naam een witte oude mannenclub te zijn en wil nu laten zien dat ze ook strijdt voor jongeren.

Zzp’ers

Dat leidt tot de vierde aanvullende eis: een pensioenregeling voor zzp’ers. Bedrijven die hen inhuren, moeten pensioenpremie gaan betalen. In principe zijn werkgevers en de VVD daar fel tegen: zelfstandigen moeten hun eigen boontjes doppen. De FNV wil juist iets regelen voor degenen die niet in staat zijn van karig loon een pensioen te regelen – de alphahulp, de postbezorger, de eigen rijder in een truck en de zzp’ers op de bouwplaats.

De vraag is of kabinet en werkgevers ook hierin willen bewegen. Of heeft de FNV te veel gevraagd? Dan kan het kabinet altijd nog het nieuwe ‘pensioencontract’ in wetgeving gieten en kijken hoever het komt in het parlement. Daarbij dreigt een politiek strategisch nadeel: zonder steun van de FNV is het vrijwel uitgesloten dat de linkse partijen in de Kamer (GroenLinks, SP en PvdA) wel meedoen. En juist die partijen zal het kabinet nodig hebben als het in het voorjaar de meerderheid in de Eerste Kamer verliest en ook daar dreigt vast te lopen.