Direct naar artikelinhoud
Geweld tegen AfD

Aanval op politicus Magnitz roept in Duitsland de vraag op hoe serieus geweld tegen AfD wordt genomen

Frank Magnitz heeft de daders niet gezien of gehoord, zei de toegetakelde AfD-politicus uit Bremen dinsdag vanuit zijn ziekenhuisbed, een dag nadat hij op straat in elkaar was geslagen door drie voortvluchtige mannen.

Agenten op de plek waar Magnitz werd aangevallen.Beeld REUTERS

Maar in zijn partij bestaat over de herkomst van de daders geen enkele twijfel. Het waren ‘linkse terroristen’, stelde het partijbestuur in een persbericht. Dat is speculatie, maar wel speculatie die in beginsel lijkt te worden ondersteund door de politie, die uitgaat van een politiek motief. Of het nu wel of niet blijkt te kloppen, termen als linkse terrorist zijn kenmerkend voor het provocatieve stijlboek van de rechts-nationalistische oppositiepartij.

Het echte punt zat in de volgende zin in het persbericht. ‘Het laffe en levensbedreigende geweld tegen Frank Magnitz is het resultaat van de constante hetze van media en politici tegen ons.’ Dat verwijt kan de gevestigde politieke orde niet zomaar afdoen als een poging tot framing, niet nu de bebloede foto van een democratisch gekozen volksvertegenwoordiger overal op het internet te vinden is. Het werpt de vraag op hoe serieus geweld tegen de AfD in Duitsland eigenlijk wordt genomen.

Sinds de AfD in 2013 werd opgericht, is de partij het doelwit van aanvallen door links en extreemlinks. In veruit de meeste gevallen gaat het overigens niet om geweld tegen personen, maar om vernieling van auto’s het ingooien van ramen of het bekladden van partijkantoren met hakenkruizen of bruine verf.

Magnitz, op een foto van september vorig jaar.Beeld AFP

Links en rechts geweld

Volgens cijfers van de binnenlandse veiligheidsdienst omvatte de extreemlinkse scene in Duitsland in 2017 zo’n 30 duizend personen, van wie er negenduizend bereid zijn geweld te gebruiken om hun politieke ideeën kracht bij te zetten – beide groepen zijn de afgelopen drie jaar licht gegroeid. (Ter vergelijking: de extreemrechtse scene bestaat volgens de Verfassungsschutz uit 24 duizend personen, van wie ruim de helft bereid tot geweld.) In deze kringen worden leden en politici van de AfD vaak gelijkgesteld aan nazi’s of fascisten, en heerst de algemene opvatting dat geweld tegen mensen die zij als nazi’s beschouwen legitiem is.

Vorige week nog werd een aanslag met een explosief gepleegd op het AfD-bureau in het Saksische Döbeln. Het voorval werd door de meeste media afgedaan met een bescheiden nieuwsbericht. Maar samen met het geweld tegen Magnitz leidt het tot de indruk dat het aantal aanvallen op AfD-doelwitten de afgelopen maanden stijgt. Of dat echt zo is valt niet met zekerheid te zeggen, omdat betrouwbare landelijke cijfers over geweld tegen AfD-politici ontbreken.

Wel signaleert het Bundeskriminalamt, de Duitse federale recherche, sinds een aantal jaar een algehele toename van geweldsdelicten en bedreigingen aan het adres van politici. Het merendeel van de daders komt uit het rechtse milieu. In 2015 werd Henriëtte Reker slachtoffer, destijds kandidaat voor het burgemeesterschap van Keulen. De partijloze maar progressieve Reker werd in de hals gestoken. Twee jaar later werd burgemeester Andreas Hollstein (CDU) van de stad Altena neergestoken door een dronken man. Overeenkomst tussen de daders: ze waren het niet eens met de ruimhartige vluchtelingenpolitiek die de (kandidaat-) burgemeester voorstond. Beide voorvallen leidden tot een golf van verontwaardiging en zorgen om de verruwing van het politieke klimaat.

Een gebroken raam in een kantoor van de AfD in Döbeln, waar een explosie plaatsvond begin dit jaar.Beeld REUTERS

Afwijzing geweld

Maar ook na de aanval op Magnitz zijn de andere politieke partijen, van Linke tot CSU, op het eerste gezicht eensgezind. Ze zijn verontwaardigd en wijzen geweld af tegen een democratisch gekozen politicus. Magnitz kreeg een persoonlijke beterschapsbrief van bondspresident Steinmeier, zo schreef die Welt.

Wel noemden veel politici in een adem – of in een tweet – hun fundamentele afkeer van de AfD. De Groenen-politicus Cem Özdemir eindigde zijn uiting van medeleven met de in Duitsland populaire hashtag #nazisraus, weg met nazi’s, ‘maar wel met de methodes van onze rechtsstaat.’ Waarmee hij inderdaad insinueert dat AfD-politici nazi’s zijn, wat in sommige kringen het gebruik van geweld legitimeert.

Zo’n uitspraak is een uitzondering. Maar alle in de Bondsdag vertegenwoordigde partijen hanteren en ventileren openlijk het standpunt dat de AfD niets te zoeken heeft in de Duitse politieke orde en zo snel mogelijk weer onder de kiesdrempel dient te verdwijnen. Roepen ze met die grondhouding op tot geweld tegen de AfD? Niet direct.

Maar de vraag wordt moeilijker te beantwoorden wanneer je de spies omdraait. Hoe vaak hebben politici van andere partijen de AfD in de afgelopen drie jaar niet verweten dat de partij de katalysator is van het toegenomen extreemrechtse geweld tegen immigranten? Ook dat verwijt is op z’n minst een generalisatie.

Maar sommige AfD’ers, dat is een feit, begeven zich wat dit betreft wel op moerassig terrein. Zo twitterde Bondsdaglid Markus Frohnmaier na het rechtse geweld in Chemnitz afgelopen najaar: ‘Als de staat haar burgers niet meer beschermen kan, gaan de mensen de straat op om zichzelf te beschermen. Heel simpel.’ Uit een onderzoek van Zeit blijkt bovendien dat 27 procent van de mensen die voor de AfD in de Bondsdag zitten contact heeft met organisaties die officieel gelden als extreemrechts.

‘Scheisse’

De parlementaire verankering enerzijds en de op een kier staande deur naar extreemrechts anderzijds, maakt omgang met de AfD voor andere partijen onverminderd ingewikkeld en de verleiding tot sneren en gegeneraliseerde kritiek zeer groot. Maar dan nog is geweld ‘scheisse’, twitterde Dunja Hayali. De journaliste en presentatrice van ZDF is vanwege haar Iraakse wortels en linkse standpunten een favoriete vijand van veel AfD’ers. ‘Politieke discussie gaat anders. Had dat in ons land niet vanzelfsprekend moeten zijn?’