Direct naar artikelinhoud
nieuwsgezondheidszorg

Mogelijkheid digitale patiëntgegevensuitwisseling straks wettelijk verplicht voor zorgaanbieders

Het wordt in de zorg wettelijk verplicht om de mogelijkheid te bieden op een eenduidige manier patiëntengegevens digitaal uit te wisselen. Dat schrijft minister Bruno Bruins voor Medische Zorg in een brief aan de Tweede Kamer. De patiënt zal wel altijd akkoord moeten geven voor het delen van die persoonlijke gegevens met een andere zorgverlener.

Minister Bruno Bruins (Medische Zorg).Beeld ANP

Deze stap betekent een ‘koerswijziging’, schrijft de minister zelf. De digitalisering van de zorg is de afgelopen jaren aan de zorgverleners zelf overgelaten, maar dat heeft vooral geleid tot heel veel frustratie onder artsen en verpleegkundigen. Bruins: ‘Mijn ambitie is dat de gegevensuitwisseling in de zorg in Nederland in rap tempo volledig digitaliseert waardoor ook patiënten al hun eigen gegevens digitaal kunnen inzien en beheren. Zowel tussen instellingen als binnen instellingen moet digitaal het nieuwe normaal worden.’

Sinds de invoering van een landelijk elektronisch patiëntendossier in 2011 strandde in de Eerste Kamer is digitale uitwisseling op veel vlakken in de zorg een zooitje. Dossiers worden bijvoorbeeld geprint, gefaxt, om door een andere zorgverlener weer ingescand te worden, hartfilmpjes worden nog op cd-roms gebrand om in een ander ziekenhuis bekeken te kunnen worden.

Er is bij de invoering van de digitale zorgdossiers niet gekozen voor één standaard in Nederland, waardoor elke zorginstelling z’n eigen systeem heeft gekozen. De communicatie tussen al die systemen verloopt – op z’n zachtst gezegd – gebrekkig. Nu zal het dus wettelijk verplicht worden dat al die systemen op elkaar aan moeten sluiten. Dat voor elkaar krijgen is een monsterklus. In een interview met de Volkskrant zei voorzitter Marcel Daniëls eerder dit jaar dat ‘er grote noodzaak is wat aan de huidige situatie te doen’. Maar, waarschuwde hij: ‘de problemen zijn zo ingewikkeld, dat een snelle oplossing niet mogelijk is’.

Dat erkent ook de minister. Hij schrijft: ‘Het gaat om huisartsen, ziekenhuizen, langdurige zorg, wijkverpleging en veel, heel veel meer. Alle betrokken beroepsgroepen spreken hun eigen taal en die moet op elkaar worden afgestemd in alle mogelijke gegevensuitwisselingen. Dat is veel werk.’ In andere woorden: het moet niet alleen technisch mogelijk worden al die verschillende systemen van al die instellingen op elkaar te laten aansluiten, ook moeten de gegevens die er in staan op dezelfde manier worden geregistreerd. Maar een fysiotherapeut omschrijft een aandoening anders dan een wijkverpleegkundige, een oncoloog gebruikt andere woorden dan een huisarts. Ook dat zal moeten worden rechtgetrokken.

En dan moeten ook nog de leveranciers van de software worden verplicht de uitwisseling mogelijk te maken, en moeten er regionale en landelijke netwerken worden opgezet om dat mogelijk te maken. Wellicht, schrijft Bruins, moeten ook de veiligheidsnormen worden aangescherpt om het verzenden van zulke gevoelige informatie landelijk mogelijk te maken.

De komende tijd moet er een roadmap worden opgesteld, die duidelijk moet maken hoe deze megaoperatie in de praktijk vorm gaat krijgen. Alleen al voor het opstellen daarvan wordt drie maanden uitgetrokken.

Het elektronisch patiëntendossier: zijn de privacybezwaren van de baan?

Iedereen kan volgend jaar zijn medische gegevens in eigen beheer krijgen op de computer, tablet, geheugenkaart of mobiele telefoon. Degenen die dat willen kunnen die informatie delen met zorgverleners.

Bij de epd’s die er nu zijn is de gegevensuitwisseling nog beperkt. Daarom wordt toch weer gepleit voor een landelijk systeem. Zijn de privacybezwaren van de baan?

Tientallen medewerkers van het Haga Ziekenhuis hebben het medisch dossier van reality-ster Barbie ingekeken, onthulde EenVandaag eerder dit jaar. Zijn mijn gegevens wel veilig in het ziekenhuis?