Direct naar artikelinhoud
AnalyseGeorge H. W. Bush

Bush vertegenwoordigde een vriendelijker politiek tijdperk, maar met zijn minder fraaie kanten legde hij de basis voor Trump

In de Verenigde Staten heeft de dood van oud-president George H. W. Bush tot weemoedige in-memoriams geleid, maar ook tot felle kritische reacties daarop. In de postume portretten in de grote kranten wordt hij vooral gezien als de laatste vertegenwoordiger van een vriendelijker politiek tijdperk, maar in de meer contraire media worden vooral de cynische kanten van zijn politieke carrière belicht.

George H. W. Bush in 1988 na afloop van een speech in Houston, met links zoon George W. Bush.Beeld AP

Ze kloppen allebei. Het presidentschap van George Bush vormde het einde maar ook het begin van een tijdperk.

Ja, hij was de laatste representant van een klasse die de publieke zaak als een eerzame dienstbetrekking zag. Hij had cultureel meer gemeen met Franklin D. Roosevelt en Dwight D. Eisenhower dan met Bill Clinton of Donald Trump, zei zijn biograaf Jon Meacham dit weekend tegen The New York Times. ‘Hij belichaamde de bescheidenheid, beleefdheid en opofferingsgezindheid van de Tweede Wereldoorlog-generatie’, aldus Mark Updegrove, auteur van een boek over de twee presidenten Bush, ‘en was daarmee de antithese van de Republikeinse Partij van nu’. Max Boot, die een boek schreef over de ‘corrosie van het conservatisme’, noemt Bush in The Washington Post ‘de anti-Trump’.

En Bush zelf vond Trump maar niets, zo zei hij in 2016 tegen Meacham. Hij stemde op Hillary Clinton.

Zodoende valt Bush nu hetzelfde eerbetoon ten deel als eerder dit jaar John McCain, de senator uit Arizona die ook gold als een man van de oude garde, en zich als een van de weinige politiek actieve Republikeinen verzette tegen de president die de partij naar zijn populistische hand wist te zetten. Er is zoveel behoefte aan een goede oude tijd waarin politieke gevechten zonder ‘lock her ups’ werden beslecht, dat de minder fraaie trekjes van de overleden oorlogshelden met een hagiografische mantel der liefde worden toegedekt.

Maar Bush zal ook herinnerd worden om zijn minder fraaie trekjes – waarmee hij in zekere zin juist een scharnier vormde naar het heden.

Meest symbolisch daarvoor is de naam Willie Horton, een naam die zaterdag meteen begon rond te zingen op Twitter en prominent figureerde in stukken van Vox en The Intercept. William Horton was een (zwarte) gevangene in Massachusetts die in 1988 tijdens een proefverlof in een huis inbrak, een (witte) man neerstak en diens (witte) vriendin verkrachtte. Bush gebruikte de zaak in een campagnespotje om zijn Democratische tegenstrever Michael Dukakis, gouverneur van Massachusetts, aan te vallen. ‘Aan het einde van onze campagne zullen de mensen denken dat Willie Horton de running mate van Dukakis is’, zei Bush’ beruchte campagnedirecteur, Lee Atwater.

Het was het archetype van een racistische ‘dog whistle’: zonder het expliciet te zeggen, prikkelde het spotje latente racistische onderbuikgevoelens met het eeuwenoude Amerikaanse schrikbeeld van de zwarte man als witte-vrouwenverkrachter. Hoewel Bush (die zich tijdens zijn senaatscampagne in 1964 had uitgesproken tegen de Burgerrechtenwet die een einde moest maken aan de apartheid in de Verenigde Staten) de beschuldigingen van racisme wegzette als ‘absoluut belachelijk’, zagen zijn mede-Republikeinen dat anders. ‘Jij en George Bush zullen dit tot aan het graf meedragen’, zei Roger Stone tegen Atwater. ‘Het is een racistisch spotje. Jullie zullen er spijt van krijgen.’

Atwater bood op zijn sterfbed excuses aan voor het spotje. Bush heeft dat nooit gedaan. Drie decennia later zou Trump groot worden met racistische en xenofobe hondenfluitjes.

Bush leidde ook in een ander opzicht de huidige tijd in – maar dat kwam door de Republikeinse tegenreacties die zijn gematigde, partij-overstijgende presidentschap opriep. In 1990 kreeg hij, met hulp van de Democraten, een belastingverhoging door het Congres (de hoogste schijf van de inkomstenbelasting ging van 28 naar 31 procent). Daarmee brak Bush zijn campagnebelofte – ‘lees mijn lippen, geen nieuwe belastingen’ – maar dat was in zijn ogen noodzakelijk om het begrotingstekort te beperken. Een klassieke conservatieve gedachte, maar het leidde tot onvrede bij de Republikeinen die werd verpersoonlijkt door Newt Gingrich, die de nieuwe polarisatie in de Amerikaanse politiek zou aanwakkeren. Ook zette Bush de deur open voor de populistische presidentskandidaat Ross Perot, die bij de verkiezingen van 1992 bijna 19 procent van de stemmen haalde en zo de herverkiezing van Bush dwarsboomde. Perot wordt met zijn economische nationalisme en afkeer van het Amerikaanse politieke systeem nu als een soort proto-Trump gezien.

Bush was misschien de anti-Trump, maar als klassieke Republikein ook een wegbereider voor Trump.

Bekijk hieronder het politieke spotje over Willie Horton.

In een wereld waarin alles veranderde, was George H. W. Bush (1924-2018) de juiste man op het juiste moment. Lees hier het postuum.