Direct naar artikelinhoud
OpinieKerstdiner

Zo overleeft u dit jaar het kerstdiner

Zo overleeft u dit jaar het kerstdiner
Beeld Arno Bosma

Politiek en familie vormen een levensgevaarlijke cocktail, zeker in deze tijd van polarisatie. Dus maar niet meer discussiëren aan het kerstdiner? Het kan best, stelt Esma Linnemann. Als we maar naar elkaar luisteren en twijfel meenemen aan tafel.  

Kerstmis 2018, even na achten aan een lange feestelijk gedekte tafel in door kaarsen verlichte woning in een buitenwijk van Rotterdam. Opgewonden stemmen praten dwars door elkaar heen:

Tante: ‘Ik heb er nooit iets racistisch mee bedoeld, en op de Antillen hebben ze ook Zwarte Piet.’

Nicht: ‘Maar hoe kwam Zwarte Piet op Curaçao? Juist, door koloniaal imperialisme. Door slavernij.’

Zwager: ‘Ah, het kolonialisme. En daar moet ik me zeker de hele dag schuldig over voelen?

Schoonzus: ‘Witte mannen zouden wel wat minder Voetbal Inside moeten kijken, die snor maakt het homo’s zo moeilijk.’

Zwager: ‘Johan Derksen is echt niet homofoob. Hij is gewoon... onhandig’’

Oma: ‘Jullie moeten harder praten, mijn gehoorapparaat doet het niet.’

Kleinkind: ‘Waarom eten jullie eigenlijk vlees? Dat is heel slecht voor het milieu!

En voor de dieren.’

Voor sommigen is Kerstmis een vreedzaam samenzijn in een door kerstlampjes verlichte bubbel. Maar bij mijn familie komt naast allerlei gebraden gevogelte ook de politiek op tafel, en lopen de meningen nogal eens uiteen. Bovenstaand gesprek is weliswaar fictief, maar een vergelijkbare conversatie kan wel degelijk plaatsvinden als we over een paar dagen samenkomen. Mijn familieleden, ik voorop, houden van discussiëren en deinzen niet terug voor uitspraken als ‘dat weet ik honderd procent zeker,’ of ‘Nee hoor, dat heb je volledig mis’. Sommige van die familieleden hebben zich daarbij ook nog eens op latere leeftijd bekeerd tot de Heer, en weten sindsdien bepaalde dingen nog zekerder.

Wilt u dit artikel liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.

Politiek en familie, het is een levensgevaarlijke cocktail. In de Verenigde Staten is de polarisatie inmiddels zo vergaand, dat maar liefst 16 procent van de Amerikanen niet meer met vrienden en familie praat vanwege politiek, zo blijkt uit onderzoek van Reuters/Ipsos. De spanningen lopen zo hoog op, dat de ene na de andere krant adviseert tijdens de feestdagen vooral niet over Trump te praten. ‘Drink niet te veel, vermijd politiek en focus op het positieve’, is het kerstadagium van The Daily Herald. Als je per se wilt praten over politiek, ga dan voor je eigen veiligheid een paar regeringen terug, adviseert de studentenkrant The Spectator: Hamilton College: ‘Praat over de regering-Bush, tijd heelt alle wonden.’

Ook de Engelsen buigen zich over de vraag hoe vredig Kerst te vieren, nu een diepe kloof het Verenigd Koninkrijk verdeelt in twee strijdlustige kampen. Het meest gegeven advies: ‘Don’t mention Brexit.’

In Nederland is de politieke kloof weliswaar niet zo diep, maar ook hier worden politieke conflicten steeds vaker uitgevochten aan de keukentafel. Complicerende factor is dat de scheidslijnen in ons land niet zo duidelijk zijn. Een pro-Zwarte Piet kan tevens pro-abortus zijn, een socialistische tante kan haar schouders ophalen over het klimaat. En alles, maar dan ook alles kan onderwerp van discussie worden, getuige de spanningen rondom de kerst-Allerhande vol vegetarische gerechten, volgens sommigen het bewijs van de ‘totale vertrutting’ van ons land.

Ik kan me nog de tijd herinneren dat politiek een stoffig onderwerp was. Ik werd volwassen in de kabbelende jaren negentig, toen politicologen boeken schreven met titels als The End of History’ over het einde van alle ideologische strijd. Bijna iedereen was het er over eens dat de ‘Derde Weg’ van Kok, Blair en Clinton de kortste, meest efficiënte weg was. We hadden de saaie kabinetten Paars I, II en III.

En Woody Allen maakte een kerstmusical, dat kon toen nog. In Everyone Says I Love You volgen we een steenrijke New Yorkse familie wiens jongste zoon Scott, van de ene op de andere dag Republikeins is geworden. ‘De bijstand werkt niet!’, roept hij naar zijn liberale vader. ‘Het is hetzelfde soort liberale fantasie als affirmative action, en het knuffelen van criminelen.’

‘Ik kan niet geloven dat we dit gesprek hebben’, snauwt vader zijn zoon af. ‘Mijn eigen vlees en bloed.’

Maar dan dan, tijdens Thanksgiving, zakt Scott opeens in elkaar. Het blijkt dat zijn brein door een blokkade te weinig zuurstof krijgt. Daar kwamen dus die Republikeinse ideeën vandaan! Tegen het einde van de film is Scott genezen en predikt hij hetzelfde gospel als de rest van zijn liberale familie.

Nu zou een film waarin conservatieve meningen worden weggezet als een hersenstoornis op luid protest stuiten. Ik zie de gelehesjes- of rodepettendragers al de bioscoopingang bestormen en de popcornautomaat omver duwen.

De laatste film van Woody Allen, A rainy day in New York, is ondertussen op de plank beland, wegens serieuze beschuldigingen aan zijn adres van incest.

Het is 2018, en iedereen, van alle kanten van het politieke spectrum is ‘wakker’. En dat gaat met de nodige discussie.Thema’s als seksisme, racisme vinden hun weg naar verjaardagen en familiebijeenkomsten. Natuurlijk niet overal in dezelfde mate, sommige onderwerpen leven veel sterker in de Randstad, andere weer meer in Groningen. Maar het kan overal, spontaan gebeuren; een politieke discussie waar je volledig in vastloopt. ‘Nog niet zo lang geleden kon je voor een beleefde conversatie het simpele advies van Henry Higgins uit My Fair Lady aanhouden: Gewoon over het weer praten, en je gezondheid’, zegt journalist en communicatiedeskundige Celeste Headlee in haar Ted-Talk ‘Ten ways to have a better conversation’. ‘Maar met klimaatverandering en vaccinatie zijn ook die onderwerpen niet meer veilig.’

Waar ik mijzelf steeds weer op betrap is het idee dat ik die ander – mijn vriend of mijn zwager– wel even kan overtuigen. Gewoon een kwestie van mijn argumenten goed ordenen, in heldere taal praten, vooral heel veel praten, en hard praten, een muur van cijfers, feiten en ervaringen metselen, et voilà: hij ziet het licht, en toont zich dankbaar voor alle nieuwe inzichten. Maar wie hou ik voor de gek?

Mensen doen er in werkelijkheid alles aan om maar vast te houden aan een mening, zo blijkt uit verschillende onderzoeken. In The Economist werd begin deze maand een experiment beschreven, waarbij deelnemers meer geld konden winnen door argumenten op te lezen die tegen hun eigen opvattingen ingingen. Wat bleek: de respondenten namen liever genoegen met minder geld dan dat ze zichzelf moesten blootstellen aan voor hen dissonante informatie. In datzelfde artikel werd het boek The Enigma of Reason aangehaald, waarin wetenschappers van Hugo Mercier en Dan Sperber betuigen dat mensen hun ratio niet inzetten voor waarheidsvinding, maar vooral om reeds bestaande meningen te kunnen rechtvaardigen. We zijn dan ook voortdurend op zoek naar informatie die onze opvattingen bevestigt.

Dan blijkt dat emoties en gevoelens een grote rol spelen bij de totstandkoming van politieke opvattingen. In een onderzoek uit 2017 van Yale-hoogleraar John Bargh moesten respondenten zich eerst voorstellen dat ze een soort Superman waren, waarop alle kogels afketsen. Vervolgens moesten ze reageren op politieke statements. Wat bleek: conservatieve respondenten werden liberaler over onderwerpen als abortus en immigratie – overigens niet over economisch beleid, terwijl liberale respondenten niet van mening veranderden door het gedachtenexperiment. Wie zich veilig voelt, wordt liberaler, was de conclusie.

Politieke opvattingen worden daarnaast veelal gelinkt aan persoonlijkheidseigenschappen als extravertie en nauwgezetheid. En iedereen die weleens heeft geprobeerd zijn persoonlijkheid aan te passen, bijvoorbeeld aan een minnaar of een baas, weet hoe moeilijk dat is. Hetzelfde geldt min of meer voor politieke overtuigingen.

Vervolgens is de menselijke soort bijzonder slecht in discussiëren. Ten eerste kunnen we maar matig luisteren, betoogt de Britse communicatie-expert Julian Treasure in zijn Ted-Talk ‘Five ways To Listen better’. Opvattingen en meningen werken als filters, waardoor we maar 25 procent van wat we horen daadwerkelijk opslaan. Volgens Celeste Headlee gebruiken mensen gemiddeld 250 woorden per minuut, terwijl wij er wel 500 kunnen horen. De luisteraar vult dat gat op, met gedachten en dagdromen. Of we gaan multitasken: we luisteren wel naar die oom die maar doorpraat over het boerkaverbod, maar ondertussen pakken we er de kruimeldief bij.

Mensen maken voortdurend gebruik van zinloze strategieën om maar hun gelijk te krijgen, laat hoogleraar communicatier Noelle Aarts zien in een aflevering van De Universiteit van Nederland. Ze gebruiken hyperpersoonlijke, niet te verifieren voorbeelden (Ik heb het met mijn eigen ogen gezien). Ze strooien met eveneens oncontroleerbare feiten en ze gebruiken disclaimers als ‘Ik ben geen racist, maar...’. Daarmee maken ze de tegenstander monddood, constateert Aarts.

Kunnen we maar beter zwijgen over politiek deze Kerst? De hele avond praten over de uitdunnende verzameling veilige onderwerpen – antiek servies, het jazz-debuut van acteur Jeff Goldblum, korfbal?

Ik vind dat zonde. Nee, ik vind dat zelfs gevaarlijk. Wij Nederlanders moeten juist oefenen in luisteren naar elkaar. Zwijgen is niet de oplossing voor het probleem dat polarisatie heet. Praten over politiek is een kans op intimiteit, een ervaring die je er bovendien aan herinnert dat er altijd een mens van vlees en bloed achter een politieke mening schuilgaat. Door sociale media ontberen we steeds vaker die ervaring, en dat inzicht.

Wat ik bewonder aan mijn familie is de acceptatie van het verschil. Alles lijkt bespreekbaar, zonder dat het persoonlijk of vilein wordt. Mijn familieleden hebben daarbij altijd een uitweg; een grap, meestal ten koste van zichzelf. Soms stuift een smaldeel ‘spontaan’ naar buiten om te roken. In uiterste gevallen zet iemand de muziek harder. Dit soort middelen worden niet lichtvaardig ingezet. Maar ze zijn wel voorhanden.

Wat ik heb geleerd van de eerder genoemde Ted-talks en onlinecolleges over converseren en discussiëren, wat ik heb opgestoken van mijn familie is het volgende:

Luister. Laat je tafelgenoot uitpraten, ook al wauwelt hij of zij naar jouw mening een eind in de rondte, en kun je met je hand net niet bij de fles merlot aan de andere kant van de tafel. Luister, en laat je niet afleiden. ‘Be present in the conversation’, drukt Celeste Headlee ons op het hart in haar Ted-Talk. Ik heb een tante die daarin excelleert: zij vraagt door, verliest nooit oogcontact en vat op een gegeven moment met zoveel pathos je verhaal samen, dat je meteen behoefte krijgt om te relativeren, die boude stellingen af te zwakken, te horen wat zij denkt.

Dan een lastige, deze donkere dagen: niet oordelen. ‘We zijn nogal gewelddadig tegen die ander’, stelt Noelle Aarts in haar college. We noemen mensen die anders denken over natuurbeleid nazi’s.

Ook denken we nogal eens in de mening van een ander het ultieme bewijs te vinden van een weeffout in zijn of haar persoonlijkheid. ‘Henk is zo vooringenomen, zo is-ie altijd geweest.’ Die kwaadaardigheid wordt versterkt door het absolute geloof in het eigen gelijk. Discussies die bij mij het meest uit de hand liepen, waren gesprekken waarin ik zeker wist dat ik a) de waarheid in pacht had en b) de moraal volledig aan mijn zijde. De behoefte om een ander aan de schandpaal te nagelen, is er sowieso een om flink te onderdrukken tijdens de feestdagen. Geef de ander een veilig gevoel, tipt Headlee. Dat doe je door jezelf tijdelijk uit te schakelen, alle aandacht te geven aan je gesprekspartner.

Breng tot slot twijfel mee naar het kerstdiner. Wees deemoedig, en bescheiden. Durf het te zeggen als je iets niet weet, als je twijfelt, adviseert Headlee.

Wat wij mensen delen is dat we vrijwel niets zeker weten over de parameters van ons eigen bestaan – leven, dood, wat komt er na de dood, etc. Mijn achtertante uit Amerika had ooit een bumpersticker met als tekst: ‘I don’t know, and you don’t either.’ Woorden om in het achterhoofd te houden deze Kerst, hoe overtuigd je ook bent van je gelijk over de grote thema’s die onze samenleving splijten.