Direct naar artikelinhoud
Met de waterstofauto naar Osnabrück

Dankzij een tekort aan tankmogelijkheden blijkt een tocht met de waterstofauto een hele uitdaging

Wilfried van der Veen van Twinning Energy met zijn eigen auto bij aan de waterstoftank.Beeld Arie Kievit

Rijden met een waterstofauto is in Nederland nog een heel avontuur vanwege het geringe aantal mogelijkheden om te tanken. Verslaggever Bard van de Weijer wilde met een Hyundai Nexo eens de proef op de som nemen voor een bezoek aan de kerstmarkt in het Duitse Osnabrück. Hij kreeg er vooral een Bijbels gevoel van.

Zij legde Hem neder in de kribbe, omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg. (Lucas 2:6-7)

Jozef en zijn hoogzwangere vrouw ervoeren het waarschijnlijk al toen zij, na de lange tocht van Nazareth naar Bethlehem, tevergeefs zochten naar een herberg voor de nacht: range anxiety. Die ‘afstandsangst’ is het fenomeen waarbij bestuurders van een elektrische auto bange momenten beleven omdat ze vrezen de bestemming niet te halen vanwege een bijna lege accu.

Hoewel: de meeste eigenaren van een accuauto hebben afstandsangst allang van zich afgeschud; zij kunnen in laadpaalland Nederland tegenwoordig overal terecht. Maar nu der dagen vervuld raken van waterstof – zij het als stip aan de mobiliteitshorizon - speelt het fenomeen weer op, in verhevigde vorm. De reden: tankstations zijn in Nederland net zo dun gezaaid als herbergen in het jaar nul.

Dit maakt rijden in een waterstofauto hier een uitdagende ervaring. Want de teller van onze volgetankte Hyundai Nexo, een van de eerste waterstofauto’s die in Nederland te koop zijn, mag dan een riante zeshonderd kilometer actieradius beloven – oneindig veel verder dan de meeste e-auto’s, de duurste daargelaten - , de tocht die het gezin voor ogen had, bezorgde vader hoofdbrekens.

Het plan: een bezoek aan de kerstmarkt in Osnabrück vanuit Amsterdam. 476 kilometer retour, een eitje voor deze waterstofauto. Maar er was dus Dat Probleem: ons land kent maar één echte waterstofpomp. Die staat bij Rotterdam, in Rhoon, niet bepaald om de hoek. Toen vader de auto ophaalde bij de importeur, had die al de afstand Rhoon-Sassenheim afgelegd. En stond de teller op 530.

Dat werd al spannender. Want er hoefde maar iets mis te gaan onderweg, een flinke wegomleiding of een fikse file, en onze auto zou zonder waterstof komen te staan – geen ANWB’er die je dan even komt bijtanken. Onze Hyundai zou voor eeuwig op de vluchtstrook achterblijven, als een relikwie van gefnuikte vooruitgang. Bovendien moest de auto de pomp in Rhoon ook nog halen, een onmogelijke opgave.

Dat afstandspaniek waterstofrijders niet vreemd is, blijkt als ‘Rhoon’ eruit ligt. Hun groepsapp vult zich dan met wanhoopskreten van automobilisten die zijn losgekoppeld van het waterstofinfuus. ‘Is Rhoon al weer in bedrijf?’ ‘Heeft iemand de storing al gemeld?’ ‘Het duurt al uren nu!’

We moeten eerlijk zijn: Nederland kent nog een waterstoftankstation voor auto’s, bij Helmond. Maar daar moet je eerst bellen voor een tankafspraak, een beetje zoals je rond de eeuwwisseling (de vorige) bij de apotheek langs moest voor een paar liter benzine voor de Patent Wagen. Plus: Helmond lag al dagen plat door een storing, meldde de app H2.Live.

Gelukkig is daar Duitsland. Daar heeft men de aanleg van tankstations wel ferm ter hand genomen. Ruim honderd zijn er nu, en verdomd, ook een in Osnabrück. Daar zouden we onze waterstofnood kunnen lenigen.

Helaas bleek ook deze herberg een fata morgana. Want even een tank waterstof afrekenen met betaalpas of creditcard is er in Duitsland niet bij. Een pasje heb je nodig. Een speciáál pasje; Nederlandse werken er niet. Zo’n pas moet aangevraagd. Dat gaat op zijn Duits, met inschrijfformulieren, registratieprocedures, bevestigingsmails en tweetrapsauthenticatie, om na een tocht langs bureaucratische molens te belanden op een maagdelijk witte webpagina waarop het e-mailadres prijkt van meneer Niemeyer. Meneer Niemeyer gemaild: mogen wij zo’n begeerde pas? Niks meer vernomen. Voor ons vreemdelingen in hun Hyundai is in Wasserstoffland geen plaats.

Wilfried van der Veen van Twinning Energy in Maarn.Beeld Arie Kievit

Maarn

Hier komt Wilfried van der Veen in beeld. Wilfried heeft zijn eigen waterstofpomp, verscholen achter een plukje rodondendrons, bij een villa in Maarn. Wilfried is geen excentrieke miljonair die voor zijn duurzame wagens een eigen pomp heeft geplaatst; hij heeft de installatie gebouwd in opdracht van het bedrijf waarvoor hij werkt, Twinning Energy. Nu het waterstofnetwerk in Nederland maar niet van de grond komt – iets met misgelopen subsidies en een bestuurlijke hang naar laadpalen – dachten ze bij Twinning Energy: dan doen we het wel zelf. En zo geschiedde. Makkelijker gezegd dan gedaan overigens, want de meeste gemeenten kennen geen vergunningstraject voor de aanleg van vulstations.

Na maanden van onderzoek staat de pomp nu te glimmen achter de rododendrons. Nu een uurtje wachten, zegt Van der Veen, nadat hij de slang heeft aangekoppeld. Een uur? Het voordeel van waterstoftanken is toch dat tanken slechts minuten vergt? Helaas. De pomp van Twinning blijkt een slow fill. ‘Wij noemen het liever standaard fill’, grinnikt Wilfried. ‘Slow klinkt zo, ehm, sloom.’ Want, zegt hij, een uur tanken, dat duurt dus net zo lang als je accuauto opladen bij Fastned. ‘En dat heet wel snelladen.’

Valt geen speld tussen te krijgen. Al klinkt vier minuten beter, willen ze bij Twinning best erkennen. Maar dan zou de installatie nog veel duurder worden; afhankelijk van de lokale situatie vele tienduizenden euro’s. Deze pomp is niet bedoeld voor Esso of BP, maar voor bedrijven die hun auto’s op waterstof willen laten rijden en niet willen wachten tot ruim na 2020, als meer ‘echte’ tankstations in bedrijf komen. De pomp vult de tanks in een uur tijd, terwijl de eigenaar werkt. Het systeem is bedoeld om de waterstofmarkt in Nederland op gang te brengen, zegt Van der Veen. Zonder tankstations wil niemand zo’n auto, en zonder auto’s bouwt niemand een station.

De waterstof komt uit stalen cilinders, gevat in kratten die door een vrachtwagen uit Eindhoven worden bezorgd. Dertien kilogram waterstof per rek, vier rekken, maakt 52 kilogram, goed voor vijfduizend waterstofkilometers. Krankzinnig ingewikkelde logistiek, maar je moet ergens beginnen. Zelf waterstof produceren met een electrolyzer op groene stroom is technisch mogelijk, maar kostbaar. Twinning verzorgt de aanleg van een installatie nu in een paar maanden, de waterstofauto’s worden er desgewenst bijgeleaset.

Na een uurtje is de tank vol en lonken 550 emissieloze waterstofkilometers. Nieuwe berekening. Maarn, Amsterdam, Osnabrück, Amsterdam, Rhoon. Potdomme, we halen het wéér niet. Zo geschiedde het dat vader, uit vrees te stranden, de waterstofauto in de garage liet staan en de trip per redactieauto voltooide. Op diesel. Wat een nederlaag.

Hyndai Nexo

De Hyundai Nexo is een van de eerste waterstofauto’s (formeel: brandstofcelauto's) op de Nederlandse markt. De Nexo levert van alle emissievrije auto's de meeste kilometers per tankbeurt: 665 kilometer volgens de WLTP-meetmethode. Hij haalde onlangs vijf sterren veiligheidsscore tijdens crashtests door EuroNCAP. De Nexo kost 69.995 euro en kent ook volgend jaar een bijtelling van 4 procent over het totaalbedrag. Voor accuauto’s geldt het lage percentage vanaf 2019 tot 50 duizend euro. Binnenkort wordt de Nexo getest in de autorubriek Blik.

Tanken is in Nederland nu nog problematisch, maar dat moet de komende jaren snel veranderen. In april opent een waterstoftankstation in Den Haag en vanaf 2020 moeten er in totaal twintig locaties in Nederland zijn waar de waterstoftanks in een paar minuten tijd gevuld kunnen worden. Vanaf dat moment is het fenomeen actieradiusangst grotendeels verleden tijd.