Direct naar artikelinhoud
verslaggeverscolumn

Sporen uitwissen op internet, nu ook voor politici

Ariejan Korteweg in Amsterdam

De mens sleept vandaag de dag een virtuele staart met zich mee waarin allerlei onhebbelijks kan zitten; plasseksfilmpjes, mislukte bedrijfsovernamen, drankgelagen in de skihut, impulsieve opvattingen over moslims, Wierd Duk of donorregistratie, afbeeldingen van onderkinnen, lovehandles of okselhaar.

Wilt u dit artikel liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.

Ook in de politiek komt dat voor. Google Alexander Pechtold en je bent al snel in Meppel, Halbe Zijlstra neemt je in no time mee naar de datsja en bij Wybren van Haga beland je bij ‘buikpijn’ en ‘monddood’. Van D66-leider Rob Jetten dook meteen na zijn benoeming een tweet op over Wilders die door zijn beveiliging op straat moest worden gezet. Wat nog niks was vergeleken bij wat werd opgediept uit het Twitter-remspoor van kersvers VVD-Kamerlid Thierry Aartsen.

Virtuele staart

Dit onheil had voorkomen kunnen worden, weet ik sinds kort. Allereerst natuurlijk door er in de echte werkelijkheid minstens voor te zorgen dat wandaden niet worden vastgelegd, ook niet op het wereldwijde web. Mocht het toch misgaan, dan heet de redding: online reputatiemanagement. Of wel: hoe buig ik de geschiedenis dusdanig bij dat ik alsnog een glansrol speel.

Pionier in dit genre is Marco Juffermans, die al vroeg de term ‘ontgooglen’ omarmde en sindsdien met zijn firma White Canvas geregeld opduikt in de (show)media. Google je Juffermans zelf – en dat is dan weer verrassend – dan kom je meteen in de wereld van rode lopers, plezierjachten en Harry Mens. ‘Dat is vanwege de toegankelijkheid’, zegt hij. Eigenlijk moet je hem namelijk zien als een internetnerd.

Schone lei

In zijn appartement aan de Amsterdamse Prinsengracht legt hij uit hoe dat werkt. De kern is: het algoritme van Google drijft op negativiteit. ‘De mens is aangetrokken tot het slechte. Wordt er veel op een item geklikt, dan stijgt het op de zoeklijst van Google. Daar overheerst dus het negatieve.’

Dat onheil, waardoor lingeriefoto’s en ruzies hoog scoren, kan op drie manieren worden bestreden. Allereerst langs de juridische weg, door een beroep te doen op ‘the right to be forgotten’. De aanspraak op digitale vergetelheid is in 2014 vastgelegd door het Europees Hof. Goedschiks, en desnoods kwaadschiks via de rechter.

Wat White Canvas ook doet, is berichten ‘bufferen’; door via non-descripte websites veel positieve informatie het web op te slingeren, zou ongunstig nieuws naar onder zakken. En tenslotte zegt Juffermans de algoritmen van Google aan te pakken. Die hebben allemaal de naam van een lief zwart-wit beest: panda, pinguïn, zebra. Juffermans zet daar – hij zegt het met een glimlach – zijn eigen roofdieren tegenover: fox, eagle, wolf. Een basispakket preventieve reputatiegarantie kost 75 euro, een proactieve buffer komt op 300 euro.

‘Zie mij als een noodzakelijk kwaad’, zegt hij. ‘Mensen willen niet weten dat ze bij White Canvas hebben aangeklopt, zoals ze op straat hun plastisch chirurg geen gedag zeggen.’ Voor politici ligt dat helemaal gevoelig, beseft hij. En toch: ‘Zowel bestuurders als wethouders en burgemeesters melden zich.’

Juffermans: ‘Noodzakelijk kwaad.’

Niet iedereen is blij met wat hij doet. Zakenblad Quote voert een kruistocht. Ze schrijven dat Juffermans in Saint-Tropez roseetjes drinkt terwijl z’n trucs niks uithalen. Juffermans kan er om lachen. ‘Die rosé hoort er nu eenmaal bij. En de aanvallen van Quote kan ik met mijn buffer weghalen.’

Maar nu moet hij toch echt naar het Amstel Hotel, waar een klant zit te wachten. ‘Wil je meevaren?’

Willem van Lynden (32) is de oprichter van Mediamaze, een van de zeldzame concurrenten op deze markt. Hij wordt liever niet met de methoden van White Canvas geassocieerd. Dat om de tuin leiden van de algoritmen is volgens hem flauwekul. ‘Google is het grootste bedrijf op aarde. Wie hun algoritme verslaat, kan de Bahama’s opkopen. Vijf of tien jaar geleden werkten die trucjes misschien nog. Wij hebben een beduidend andere werkwijze.’

Voor hem draait het om het juridische aspect. Dat begint met een formeel verzoek aan Google. De uitkomst is ongewis. Zo’n verzoek wordt gelezen door iemand van wie niet bekend is of die in Dublin zit of in de Googleplex in Mountain View. En ook niet of die Nederlands is of Engelstalig. Toekenning of afwijzing gebeurt zonder verdere motivatie – de resultaten zijn zo’n beetje half om half. Wie ontevreden is, kan naar de rechter stappen, of naar de Autoriteit Persoonsgegevens.

Dit is niet een heel grote branche, zegt Van Lynden. Actieve politici wil hij om ethische redenen niet helpen; de indruk dat iets onder het tapijt wordt geveegd zou desastreus zijn. Toch zegt ook hij: oud-bestuurders en oud-politici vormen een groeimarkt. ‘Dat neemt toe naarmate politiek en privé meer verweven raken.’

Van Lynden: wil actieve politici niet helpen.