Direct naar artikelinhoud
ReportageFietsparkeerplekken

Extra parkeerruimte is ook: extra fietsen - zelfs de grootste stalling ter wereld slibt alweer dicht

Met 25 duizend nieuwe stallingsplekken moet er een einde komen aan de lukraak neergekwakte fiets. Het Rijk trekt er miljoenen voor uit, maar de extra parkeerruimte zorgt waarschijnlijk ook voor extra fietsen: ‘Zoals meer asfalt meer auto’s aantrekt’. 

Fietsers maken gebruik van de fietsenstalling onder het Gustav Mahlerplein in Amsterdam.Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur, D66) ‘zet vol in op de fiets’. Ze legt 100 miljoen euro toe op provinciale en gemeentelijke fietsprojecten. Een kwart gaat naar nieuwe routes. Veruit het grootste deel, 74 miljoen, is voor het creëren van meer fietsparkeerplekken. Niet verwonderlijk. In de grote steden is de fiets een uitkomst én een enorme plaag. Enorme nieuwe stallingen worden uit de grond gestampt. Maar fietsers laten zich moeilijk conditioneren, blijkt in de praktijk.

Expat Daniel Whiteneck (38, designer bij Nike, eigenaar van hippe VanMoof-fiets) trekt zijn rijwiel uit het rek in de gloednieuwe stalling Strawinskylaan aan de zuidkant van station Amsterdam Zuid. ‘Hier is geen strijd om een plekje’, zegt hij. De ruime witte hal heeft plek voor 3.750 fietsen en is goeddeels leeg. Lampjes geven per rij aan of er nog plek is, alle seinen staan op groen. 200 meter dichter bij het station puilt de stalling met 2.500 plekken bijna uit, wie wil parkeren moet goed zoeken. Toen de nieuwe stalling opende, was Whiteneck snel om. ‘Deze plek ziet er ook mooier uit.’ Hij was een van de weinigen.

De fiets – Neerlands trots, Nederland telt er bijna 23 miljoen – is een belangrijk wapen in de strijd tegen de CO2-uitstoot. Jaarlijks leggen Nederlanders ruim 15 miljard kilometer af op de fiets, een kwart van alle reizen gaat per tweewieler. Er valt nog veel te winnen, vindt staatssecretaris Van Veldhoven: de helft van de autoritten zijn korter dan 7,5 kilometer en de meeste mensen wonen binnen 15 kilometer van hun werk. ‘Ik heb met de staatssecretaris van Financiën afspraken gemaakt over een makkelijke leasefietsregeling voor elektrische fietsen in 2020. Een afstand tot 15 kilometer is met elektrische fietsen heel goed te doen.’

25 duizend extra plekken

Belangrijker nog dan meer fietsasfalt, zijn meer fietsparkeerplekken. In een brief aan de Kamer kondigde ze vrijdag aan dat er de komende jaren 25 duizend parkeerplekken bijkomen. In Amsterdam, Rotterdam en Heerlen komen nieuwe fietsgarages. 53 bestaande stallingen worden uitgebreid. Het Rijk legt geld bij, maximaal 40 procent per project, gemeenten en provincies betalen de grootste hap.

De wethouder mobiliteit van Utrecht, Lot van Hooijdonk (GroenLinks) heeft zelf vier fietsen. Ze is niet erg onder de indruk van het Haagse extraatje. Utrecht telt misschien wel een miljoen fietsen, maar pin haar er niet op vast. Het fietsbeleid in haar stad kost jaarlijks ruim 9 miljoen euro. Het is onder andere haar taak om voor al die fietsen genoeg stallingsplekken te creëren. Rond Utrecht Centraal kunnen straks 22 duizend fietsen gestald, als de megastalling onder het station ‘in volle glorie klaar is’ en 12.500 fietsen aankan.

Aanzuigende werking

Toch schiet ze tekort. De grootste stalling ter wereld (nu 7.500 plekken) zit nu al af en toe vol. ‘We merken dat we alsnog duizenden plekken tekort komen richting 2030.’ Mensen passen hun reisgewoonten aan op de nieuwe stalling, merkt de gemeente Utrecht. ‘Zoals meer asfalt meer auto’s aantrekt, maar deze aanzuigende werking hebben we een stuk liever.’ Ook in de binnenstad moeten er nog tweeduizend fietsplekken bijkomen. Waar een tekort aan rekken is, gedoogt de gemeente ‘fout’ geparkeerde fietsen. Als ze een gevaar vormen, worden ze wel weggeknipt.

De gemeentelijke stalling onder Amsterdam Zuid is populair. Je kan er 24 uur per dag terecht en betaalt pas vanaf dag twee. De bezoeker krijgt een ouderwets kaartje aan zijn stuur geniet. Parkeren buiten de rekken mag niet, maar wie het doet riskeert hooguit dat zijn fiets een paar meter wordt verplaatst. De jongen met bonnetjes en nietapparaat wil niet met zijn naam in de krant. Hij heeft een oog ontwikkeld voor de dagstaller. ‘Gaat u maar’, zegt hij tegen een vrouw zonder haar nummertje te controleren. ‘Ze heeft geen tas bij zich, dus die is vanochtend binnengekomen.’

Buiten zoekt studenten Lisanne Labordus (20, Criminologie aan de Vrije Universiteit) naar een plek in de overvolle stalen rekken in de schaduw van het spoor. ‘Dit is meestal sneller’, legt ze uit. Bovendien moet ze haar fiets het weekend laten staan, binnen kost dat geld. Een stalen houder hangt naar beneden, ze duwt ertegen. ‘Eerst even proberen.’ Inderdaad, kapot. Verderop is toch nog een plekje. Buiten gaat prima, vindt ze, al wordt haar zadelhoesje af en toe gestolen. Onhandig, aan het hoesje herkende ze haar fiets.

In 2023 klaar

Amsterdam krijgt wat Utrecht al heeft: een megastalling bij het centraal station. Wie Amsterdam bezoekt per trein moet zich momenteel door auto’s, fietsers en horden lopende toeristen wurmen, bij elkaar gedreven door bouwhekken. Het stationsgebied is een bouwput. Onder het IJ aan de stadkant komt een stalling voor duizenden fietsen. De fietser moet nog even geduld hebben: volgens planning is de stalling in 2023 klaar.