Direct naar artikelinhoud
biografieJelle Zijlstra

Eindelijk ook een biografie van deze premier: de man die de doorbraak van links nog even tegenhield

Door steeds te verwijzen naar zijn identiteit als wetenschapper, maakte hij duidelijk dat hij heel goed buiten de politiek kon. Toch is Jelle Zijlstra politiek-bestuurlijk langer actief geweest dan bijvoorbeeld Joop den Uyl en droeg hij bij aan de modernisering van de Nederlandse economie. De Groningse historicus Jonne Harmsma scheef de biografie van een van de weinige premiers die er nog niet een had mogen ontvangen.

Jelle Zijlstra in 1996.Beeld Hollandse Hoogte / Roger Dohmen Fotografie

Voor iemand die de wetenschappelijke wereld altijd heeft beschouwd als zijn thuisland, heeft de gepromoveerde econoom Jelle Zijlstra (1918-2001) opmerkelijk lang in het publieke leven gefigureerd. Eerst, van 1952 tot 1963, als minister van achtereenvolgens Economische Zaken en Financiën. Vervolgens, van november 1966 tot april 1967, als minister-president ad interim – memorabel gemaakt door het lied Jelle zal wel zien dat Wim Kan, op de melodie van Yellow Submarine, tijdens zijn oudejaarsconference van 1966 ten gehore bracht. Ten slotte was hij, van 1967 tot 1981, president van De Nederlandsche Bank (DNB). In die hoedanigheid bestookte hij de politiek, en dan met name PvdA-leider Joop den Uyl, gevraagd en ongevraagd met wenken en vermaningen. Al die tijd poseerde hij als politieke buitenstaander, hoewel hij lid was van de Anti-Revolutionaire Partij (ARP), en als de belichaming van wetenschappelijke objectiviteit. De Groningse historicus Jonne Harmsma (32) schreef, ter verkrijging van de doctorsgraad, een biografie van een van de weinige premiers die deze eer nog niet ten deel was gevallen.

Wel een lied van Wim Kan, maar geen biografie. Hoe kan dat?

‘Waarschijnlijk omdat van Zijlstra werd gezegd dat hij een degelijke maar ook wat saaie man was. Mijn promotor Hans Renders (hoogleraar geschiedenis en theorie van de biografie aan de Rijksuniversiteit Groningen, red.) meende te weten dat Zijlstra veel kleurrijker was dan verondersteld.’

En klopte die aanname?

‘Zeker. Zijlstra was een man die, behept met een monumentaal zelfvertrouwen, als jonge minister de confrontatie aanging met de mastodonten in de Nederlandse politiek, onder wie zijn eigen partijleider Jan Schouten. Hij heeft sterk bijgedragen aan de modernisering van de Nederlandse economie, met opvattingen die maar ten dele modern waren. In eigen kring werd hij als ‘rood’ aangemerkt, omdat hij als kind van de economische depressie van de jaren dertig voorstander was van overheidsingrijpen in tijden van conjuncturele zwakte. Maar de Keynesiaanse vernis ging er bij hem wel snel vanaf. Meer klassieke denkbeelden over de economie kregen later de overhand. Voor hem was een winstgevend bedrijfsleven de kern van een gezonde economie. Met dat standpunt maakte hij zich in de rode jaren zestig en zeventig niet bij iedereen geliefd.’

De Groningse historicus Jonne Harmsma (32), die de biografie van Zijlstra scheef ter verkrijging van de doctorsgraad.Beeld Bob Bronshoff

En zijn conduitestaat als kortstondig minister-president?

‘In de tijd van provo, Nieuw Links en de kabouterbeweging was hij de voorganger van de tegenbeweging. En daarin was hij, tot voldoening van behoudend Nederland, heel effectief. Hij gaf de aanzet tot sanering van de overheidsfinanciën en hij wist te voorkomen dat een progressief kabinet zou aantreden. De rode doorbraak kwam daardoor te laat, stelde PvdA-leider Joop den Uyl later vast.’

Aan DNB-president Zijlstra zijn in de biografie ongeveer evenveel pagina’s gewijd als aan de politicus Zijlstra, die toch veel zichtbaarder was.

‘Aanvankelijk had ik aan deze episode twee hoofdstukken willen besteden, maar daarvoor was de materie veel te interessant. Er kwamen heel verrassende bronnen beschikbaar, zoals aantekeningen die Zijlstra zelf heeft gemaakt van zijn geheime missie na de val van Bretton Woods, het systeem van vaste wisselkoersen, in 1971. Daarnaast heb ik dankbaar gebruikgemaakt van de dagboeken van DNB-directeur André Szász, die een goede indruk geeft van de vergadercultuur in die jaren – met pittige discussies en alcohol. Szász schreef ook uitvoerig over het internationale gezag dat Zijlstra, onder anderen bij Margaret Thatcher, genoot als president van de BIS, de bank voor internationale betalingen in Bazel. Bij de documentatie zou ik niet zover zijn gekomen als ik had moeten volstaan met de summiere besluitenlijstjes van de DNB-top.’

En al die tijd bleef Zijlstra flirten met de wetenschap.

‘Wetenschap was voor hem het paradijs waaruit hij werd weggerukt toen hij de politiek inging. Dat was enerzijds een manier om zich als bovenpartijdige expert te kunnen profileren. Anderzijds was het een potentiële vluchtweg uit het politieke bestaan. Door steeds te verwijzen naar zijn identiteit als wetenschapper, maakte hij duidelijk dat hij heel goed buiten de politiek kon. Hij was geen parlementariër, maar politiek-bestuurlijk is hij langer actief geweest dan het politieke dier Joop den Uyl.’

Jonne Harmsma - Jelle zal wel zien. Jelle Zijlstra, een eigenzinnig leven tussen politiek en economie. Uitgeverij Prometheus; 608 pagina’s; 39,99 euro.