Direct naar artikelinhoud
Land van AfkomstCarolina Dijkhuizen

Carolina Dijkhuizen: ‘Tegen ons werd gezegd dat we niet geschminkt hoefden te worden, omdat we toch al zwart waren’

Carolina Dijkhuizen.Beeld Casper Kofi

Ze leek niet op haar ouders, niet op haar broers en niet op haar klasgenoten: als kind vond zangeres Carolina Dijkhuizen het soms moeilijk erbij te horen. Een gevoel dat haar ook in de showbizz weleens bekruipt.

Toen Carolina Dijkhuizen in The Lion King speelde, kreeg ze brieven van kinderen. ‘Ze schreven dingen als: ik ben ook geadopteerd en jij laat zien dat je alles kunt worden wat je wilt. Ik voelde me hypocriet tijdens die musical. The Lion King gaat over trots zijn op wie je bent en waar je vandaan komt, tijdens de repetities gingen we daar zo diep op in. Maar ik wist helemaal niet wie ik was en waar ik vandaan kwam. In die periode ging ik op zoek, ik ben geholpen door het tv-programma Spoorloos.’

Wat heb je gevonden?

‘In Colombia was te weinig administratief bewijs, geboortes werden in het ziekenhuis gewoon niet bijgehouden. Het spoor liep dood. Ik kon het afsluiten. Ik had het geprobeerd, het was niet gelukt en ik ging verder. In Nederland heb ik al een gezin waar ik bij hoor, daar zocht ik niet naar. Het zou alleen een toevoeging zijn geweest aan wat ik al heb.’

In Veendam adopteerden haar ouders drie kinderen uit Colombia. ‘Mijn oudste broer was een van de eerste donkere mensen in het dorp, hij is van inheemse afkomst uit Zuid-Amerika, een indiaan. Mijn andere broer is meer negroïde, ik ben de lichtste. We komen uit andere delen van Colombia. Ik ben nooit terug geweest.

‘Als kind wilde ik op iemand lijken, maar ik leek niet op mijn ouders en niet op mijn broers. Mijn moeder zei: in Colombia wonen veel mensen die op jou lijken. Dat was mijn houvast. Als donker persoon in een witte maatschappij leven is al moeilijk, maar als je niet weet wie je bent en waar je vandaan komt, wordt het nog ingewikkelder. Ik miste iets, het was een gat dat niet kon worden gevuld door mijn ouders.

‘Ik voel me een donkere vrouw. Voor blanken ben ik donker, maar voor zwarte mensen ben ik wit. Ik heb Surinaamse vriendinnen, en Indische en Turkse, maar dat is niet wat ik ben. Voor andere mensen is het verwarrend, die denken: is ze nou Surinaams of Antilliaans? Maar voor mij is het dat ook.

‘Ik voel me thuis in de donkere cultuur, alleen ben ik niet Surinaams, ik spreek de taal niet. Ik ben niet opgevoed met de culturele dingetjes, ik heb een ander eetpatroon. Cultureel ben ik een Nederlander. Tussen die twee werelden moest ik schipperen. Daar voelde ik me alleen in staan.’

Hebben je broers dat ook?

‘Totaal niet. Het is zo persoonlijk. Ik ging shows doen waarin afkomst een rol speelt. The Lion King, maar ook Aida, Sister Act, Dreamgirls en The Bodyguard. Daardoor moest ik erover nadenken. Mijn broers hebben dat niet in hun werk.

‘Vanaf het begin ben ik erop gewezen door andere mensen. Het gaat altijd om hoe zij mij zien. De eerste keer was op de kleuterschool. Een kind vroeg aan me: waarom ben jij bruin en je moeder niet? Ik wist niet eens dat ik donker was, mijn moeder was gewoon mijn moeder.

‘Mijn middelste broer kwam als laatste naar Nederland. Hij kwam op school en daar werd gezegd: eindelijk een donkere jongen in onze klas. Dat vond ik zo grappig. Ik zat al jaren in die klas, ook met Surinaamse kinderen. De andere kinderen zagen ons niet meer als donker. Mijn broer wel, omdat hij nieuw voor ze was.

‘In mijn werk is het steeds: de donkere Carolina Dijkhuizen, of de Colombiaanse. Nooit wordt er gezegd: de blonde actrice. Of: de witte zangeres. Met mijn vader heb ik hier discussies over. Hij zegt: ik zie geen kleur, jullie zijn mijn kinderen. Over Zwarte Piet verschilden we van mening. Mijn vader is een blanke man van middelbare leeftijd die zei: het is niet racistisch bedoeld, dus is het niet racistisch. Ik probeerde hem uit te leggen: jij zult nooit begrijpen hoe ik het heb ervaren. Hij is mijn kant gaan zien.

‘Met Sinterklaas werden mijn broer en ik uit de klas gehaald en in pakjes gehesen, alsof we aapjes waren. Niemand op school zei daar iets van. Als Zwarte Piet schmink je je gezicht om iemand anders te worden. Maar tegen ons werd gezegd dat wij niet geschminkt hoefden te worden, omdat we toch al zwart waren. Het was de meest vernederende ervaring uit mijn leven.’

Hoe werkt het met rollen in musicals?

‘Van den Ende produceerde eerst Aida en daarna The Lion King. Hoe het dan werkt: een deel van de witte collega’s ging klagen omdat het donkere shows waren en zij er niet aan konden meewerken. Het was erg grappig. Dat is hoe een witte maatschappij functioneert. Dat iemand zoals ik voor negen van de tien rollen niet in aanmerking komt, is normaal. De donkere acteurs die toevallig niet in deze twee shows zaten, hadden nog steeds geen werk.

‘Bij Stage Entertainment had ik met de manager een bespreking over Beauty and the Beast. Hij zei: het is leuk als jij het tweede seizoen doet, het eerste seizoen moet worden gedaan door een andere actrice, want het plaatje is toch blank. Het ging om de rol van Belle. Bij de musical in Duitsland was ze gespeeld door een Aziatische actrice. Ik zei: Belle bestaat niet, het is een tekenfilmfiguur, hoe kan ze dan blank zijn? Als het nou ging om Ruud Lubbers, de musical – dan begrijp ik dat hij niet door een donkere acteur kan worden gespeeld. Toch bleef het zo. Ik paste niet in het plaatje.’

Nederlands

‘Ik kijk nooit voetbal, maar tijdens een WK ben ik de bondscoach.’

Colombiaans

‘Als iemand vraagt waar ik vandaan kom, zeg ik altijd: Colombia. Daar ben ik geboren.’

Eten

‘Surinaamse bami met kip.’

Partner

‘Ze zijn Nederlands, Surinaams en Antilliaans geweest. Ik ben multiculti.’

Wit of blank

‘Ik zeg blank en daarna corrigeer ik het naar wit.’

Carolina Dijkhuizen

Carolina Dijkhuizen (Colombia, 1980) tourt vanaf vanavond tot eind mei door Nederland met de voorstelling Thank God it’s Donna, met The Gare Du Nord Orchestra. ‘De show gaat over mijn liefde voor Donna Summer als artiest, ik ben al zo lang fan. Voor het eerst speel ik geen rol, het is echt een concert. Als mezelf zing ik haar liedjes. Ik ben 38, het werd tijd, op het toneel ben ik zo lang iemand anders geweest.’