Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Dierentekening in een grot in Borneo is de vroegst bekende ‘kunstuiting’ van de mens tot nu toe

Minstens 40 duizend jaar geleden tekende een prehistorische jager een bruin hoefdier op de wand van een grot. Niet in Spanje of Frankrijk, die erom bekendstaan – maar 12.000 kilometer verderop, op Borneo. De vroegste uiting van figuratieve ‘kunst’ tot dusver bekend, schrijven wetenschappers in Nature, en opnieuw bewijs dat West-Europa niet de bakermat is van hogere uitingsvormen van de mens.

Een 40 duizend jaar oude banteng op een grotwand op Borneo.Beeld Nature

Behalve de dierenvoorstelling, vermoedelijk een banteng (wild rund), vonden de wetenschappers talloze handomtrekken. Van recentere datum (zo’n 21 duizend jaar geleden, uit de laatste ijstijd) stammen langgerekte, menselijke figuren en nog meer handafdrukken, nu vaak met raadselachtige stippels en lijnen eromheen.

Hoewel de duizenden tekeningen al in de jaren negentig werden ontdekt in het ondoordringbare oerwoud van Oost-Kalimantan, is de techniek nu pas ver genoeg om ze goed te dateren, aan de hand van uraniumatomen in de kalkaankoeksels die door de millennia heen op de tekeningen zijn afgezet.

Dat bewijst opnieuw dat ‘vergelijkbare grotkunsttradities bijna tegelijkertijd zijn verschenen in het uiterste westen en het uiterste oosten van Eurazië’, noteert het team onder leiding van Maxime Aubert van de Australische Griffith Universiteit.

Handafdrukken op Borneo.Beeld Nature

Op Sulawesi, het buureiland van Borneo, vond Auberts team enkele jaren terug ook al grottekeningen uit de oude steentijd, al waren die iets minder oud. ‘Dat was spectaculair. Een enorme paradigmaverschuiving’, zegt hoogleraar oude steentijd Wil Roebroeks (Universiteit Leiden), niet betrokken bij de vondsten. ‘Deze nieuwe vondsten zijn extreem interessant en solide en voegen belangrijke nieuwe informatie toe, al veranderen ze weinig aan het grote plaatje.’

Meer dan één stijl

De schilderingen uit Borneo zijn een paar duizend jaar ouder dan de tot dusver vroegst bekende Europese uiting van figuratieve ‘kunst’, een uit ivoor gesneden beeldje van een vermenselijkte leeuw uit Duitsland. De tot dusver vroegst bekende dierentekeningen zijn nog wat jonger: 30 tot 35 duizend jaar oud, in de beroemde grot van Chauvet in de Ardèche.

Menselijke figuren op Borneo, waarschijnlijk getekend in de laatste ijstijd.Beeld Nature

Kennelijk maakte de mens rond die tijd in Europa de grote culturele sprong naar moderniteit, dachten archeologen daarom altijd. Wie tekeningen maakt, maakt zijn innerlijk immers tastbaar en geeft zijn mentale wereld door aan toekomstige generaties. ‘Een van de belangrijkste innovaties in de menselijke geschiedenis’, noemt Aubert de opkomst van grotkunst dan ook.

Maar inmiddels is wel duidelijk dat het geleidelijker ging. Ook in Afrika en zelfs bij de primitieve oermens Homo erectus waren er al vroege aanzetten tot tekenen en krassen. En in Europa kladden onze voorgangers de Neanderthalers al minstens 66 duizend jaar geleden strepen en stippen op de grotmuren, zo kwam begin dit jaar aan het licht.

Daar komt nu de Indonesische kunst bij. ‘Het interessante is dat we meer dan één stijl zien’, zegt hoofdauteur Aubert in een toelichting. ‘We zien op het hoogtepunt van de laatste ijstijd een omslag van het afbeelden van dieren naar het tekenen van mensen. Ongeveer hetzelfde zie je in Europa. Daardoor lijkt dit hetzelfde fenomeen, maar dan aan de andere kant van de wereld.’

Moderne mensen

Zo goed als zeker zijn de tekeningen op Borneo gemaakt door moderne mensen. Er zijn zelfs aanwijzingen dat die al zo’n 25 duizend jaar lang in het gebied leefden, wat kan betekenen dat die mensen de grotkunst hebben ‘uitgevonden’. Maar Roebroeks is voorzichtig: ‘Het bewijs voor menselijke aanwezigheid vanaf 60 duizend jaar geleden is daar gewoon nog niet keihard. En ik ben niet zo van het speculeren.’

Vooral de latere tekeningen, van zo’n 21 duizend jaar geleden, zijn antropologisch interessant, onderstrepen de onderzoekers in Nature. Opeens gaat men lijnen tussen de handjes tekenen en de handjes zelf invullen met strepen en stippels. Dat kan erop duiden dat de makers allerlei gedachten hadden over wie bij wie hoort, denkt Aubert. Zoals hij plechtig schrijft in Nature: ‘De stijl was gericht op het visueel vastleggen van opkomende systemen van sociale organisatie en culturele identiteit, groepsbinding en territoriale afbakening.’

Tutunambo, het gebied waar de grotten zich bevinden.Beeld Nature