Direct naar artikelinhoud
Leven zonder toekomstperspectief

Duizenden jongens sporten keihard in Kameroen en Senegal, maar tevergeefs

Kameroen en Senegal tellen duizenden jongens die proberen via keihard sporten een beter leven te krijgen. Tevergeefs: slechts een handjevol bereikt daadwerkelijk de top. De rest blijft vertwijfeld steken in een leven zonder toekomstperspectief.

Veel jongens uit Kameroen en Senegal proberen carrière te maken als topsporter, maar slagen niet.Beeld Foto José Nicolas / Getty Images

Dat concluderen Uroš Kovač en Mark Hann, sociaal antropologen aan de Universiteit van Amsterdam. Zij verdiepten zich in respectievelijk Kameroen en Senegal in de doorgeslagen sportgekte onder jonge jongens in die landen. Ze promoveerden op 18 en 20 december op hun bevindingen.

Het viel antropologen op dat juist vanuit Afrika jonge topvoetballers verhuizen naar grote clubs in Europa en het Midden-Oosten. Nieuwsgierig naar het verhaal dat daar achter zit, financierde de Europese onderzoeksraad het onderzoek van onder anderen Kovač en Hann naar dit fenomeen.

Kovač woonde in 2014-15 een jaar in Kameroen tussen de voetballertjes. Hij leerde hun dialect, sportte met ze mee en interviewde zowel de voetballers als hun omgeving. ‘In de stad Douala zit een voetbalacademie waarvoor zich elk jaar 3.000 jongens van 13 jaar aanmelden. Daaruit worden er 18 geselecteerd. Daarvan bereiken er uiteindelijk misschien 4 de top.’

Dubieuze rol pinkstergemeente

Een dubieuze rol in het leven van die jongens, zegt Kovač, spelen de geestelijke leidsmannen van de christelijke pinkstergemeente waartoe de voetballertjes en masse behoren. Die bezweren de jongens dat, wanneer ze maar sober en godsdienstig genoeg leven, ze uiteindelijk hun doel kunnen bereiken.

In Dakar in Senegal vergeleek Hann de verrichtingen van datzelfde kaliber jeugdige voetballers met die van worstelaars, een andere sport waarin jongens tegen de klippen op proberen de top te bereiken. ‘Voetballers zijn hip en internationaal gericht. Worstelen is daarentegen traditioneel en religieus geworteld’, legt Hann uit.

Het handjevol sportlieden dat de top wel heeft bereikt, vormt voor de jongens een rolmodel. ‘Hoewel het maar om een paar mannen gaat, zie je ze voortdurend overal. In reclames. Op televisie. En als er een match aankomt, gaat het daar al weken van tevoren over.’ Een begerenswaardige status dus, waar duizenden jongens best een paar jaar keihard sporten voor over hebben.

Er wordt van die jongens later van alles verwacht dat ze niet kunnen waarmaken, zegt Hann. ‘Terwijl de werkloosheid in Senegal en Dakar enorm is, moeten ze geld verdienen. Ze moeten voor zichzelf kunnen zorgen, een gezin stichten. Een man zonder behoorlijk inkomen is geen aantrekkelijke huwelijkskandidaat.’

Geen toekomstperspectief

Jonge mannen hebben zowel in Senegal als in Kameroen feitelijk geen zinnige toekomstperspectieven, leggen de antropologen uit. Scholing leidt nauwelijks tot werk, omdat de goede banen via corruptie en vriendjespolitiek in kleine kring worden vergeven. Wie geen sterk netwerk heeft, komt niet aan de bak.

De ellende is, aldus Hann, dat carrière maken via topsport helemaal niet kan. ‘Vrijwel al deze jongens wacht aan het einde van die poging niet meer dan een zwart gat omdat het is mislukt, met een waardeloos zelfbeeld als resultaat. Geen carrière, geen geld, geen opleiding, geen baan. En dus ook geen huwelijk in het vooruitzicht.’

 Als ze heel eerlijk zijn, zien Kovač en Hann eigenlijk niet echt een uitweg uit de armoede voor de jongens en jongemannen in deze Afrikaanse landen. Zowel voor de jongens uit Kameroen als die uit Senegal zijn de pogingen carrière te maken als topsporter meestal tevergeefs. De meeste Senegalezen eindigen als bouwvakker, verkoper, of ambachtsman. ‘Het voordeel aan worstelen is dan nog dat je er een sterk lichaam aan overhoudt,’ zegt Hann: ‘Worstelaars worden geregeld beveiliger in bedrijven of bij particulieren.’ In Kameroen is een baantje als fietstaxichauffeur de meest waarschijnlijke uitkomst, of iets anders simpels, aldus Kovač. ‘De toekomst heeft hen weinig te bieden.’