Direct naar artikelinhoud
Crimineel gedrag voortgezet in cel

Veel gedetineerden gaan in de cel door met drugshandel, smokkel of afpersing

Gevangenispersoneel ziet vrijwel dagelijks signalen van gedetineerden die in gevangenschap hun criminele activiteiten voortzetten. Dat kan bijvoorbeeld gaan om drugshandel in de buitenwereld, het binnensmokkelen van drugs of telefoons, of afpersing. 

Een opsporingshond doorzoekt een cel in de gevangenis in Zwaag.Beeld Freek van den Bergh

Niet alleen beroepscriminelen doen dat, ook andere gedetineerden. Soms uit vrije wil, soms onder dwang van medegedetineerden. Dat concludeert het onderzoeks- en adviesbureau DSP-groep, in opdracht van Politie en Wetenschap, in het rapport Voortgezet crimineel handelen tijdens detentie: je gaat het pas zien als je het doorhebt.

De onderzoekers spraken met het personeel van een jeugdgevangenis en twee gevangenissen voor volwassenen. Daaruit blijkt dat vrijwel alle medewerkers aan het onderzoek regelmatig tot dagelijks harde of zachte aanwijzingen opmerken voor crimineel gedrag door gedetineerden.

Zulke aanwijzingen zijn bijvoorbeeld verdachte geldtransacties, onlogische contacten (sterke leiders met sociaal zwakken), gedetineerden die hun bezoek niet kennen, het spreken in codetaal, bezoek van het oude criminele netwerk, vermoedens van drugsgebruik of gevangenen die zich samen onttrekken aan het zicht.

Verlof saboteren

Ook is het verdacht als een gedetineerde probeert zijn eigen verlof te saboteren, zegt criminoloog Aniek Verwest, een van de drie onderzoekers. ‘Het kan zijn dat iemand door medegedetineerden wordt gedwongen criminele handelingen tijdens zijn verlof te plegen of om drugs of telefoons mee naar binnen te nemen als hij terugkomt van verlof. Als hij daar niet aan wil meewerken, maar dat ook niet durft te weigeren, kan hij zich ineens zo slecht gaan gedragen dat hij niet met verlof mag. Het is dan een manier om afpersing te omzeilen.’

Zulke signalen komen zowel onder volwassenen als onder jongeren voor, alleen bij jongeren iets minder vaak. Harde cijfers van crimineel gedrag in de gevangenis zijn er niet, omdat de signalen vaak niet worden gemeld, geregistreerd en aangepakt. Daar zijn verschillende redenen voor: gebrek aan tijd en capaciteit bij de medewerkers, het niet beschikken over een goed meldsysteem of de angst dat de gedetineerde erachter komt wie heeft gemeld. Ook ervaart gevangenispersoneel spanning tussen enerzijds de mentor- en vertrouwensrol jegens een gedetineerde, en anderzijds het melden (‘klikken’) van ongewenst gedrag.

Daarnaast verloopt de communicatie tussen politie, Openbaar Ministerie en GRIP (het Gedetineerden Recherche- en Informatiepunt) soms moeizaam, concluderen de onderzoekers. Áls de signalen van crimineel gedrag door gevangenen al bij het GRIP worden gemeld, wordt daar slechts heel beperkt gevolg aan gegeven. Politie pakt meldingen vaak niet op omdat veelal onduidelijk is wie ervoor verantwoordelijk is – er zijn geen vaste contactpersonen. Bovendien krijgen deze meldingen een lage prioriteit omdat men denkt: de verdachte zit toch al vast.

Bestrijding

Toch zijn alle ketenpartners het erover eens dat bestrijding van crimineel gedrag onder gedetineerden belangrijk is. ‘Het gaat niet alleen om de veiligheid in de gevangenis, maar ook buiten’, stelt onderzoeker Verwest. ‘Bovendien zijn criminelen die worden afgeperst om eraan mee te doen, zowel dader als slachtoffer. Dit is schadelijk voor hun reïntegratie, zeker als ze verlof saboteren. Het vergroot de kans op recidive als ze weer terugkeren in de maatschappij.’

Minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) onderkent het probleem en stelt dat er al veel tegen wordt ondernomen, zoals aanpassing van de overplaatsingsregeling, waardoor afpersers nu sneller in de Extra Beveiligde Inrichting kunnen worden geplaatst. ‘De eerste gedetineerde is daar om die reden inmiddels geplaatst’, aldus Dekker.

Verder zullen in 2019 ‘expertsessies’ worden georganiseerd om het bewustzijn van gevangenispersoneel op dit terrein te vergroten, en gaat de minister ‘op korte termijn in overleg met DJI, OM en politie om de samenwerking te intensiveren’.