Direct naar artikelinhoud
ProfielPauline Krikke

Hard of juist meelevend? Pauline Krikke kan maar moeilijk kiezen wat haar bestuursstijl is

Kritiek op haar bestuursstijl blijft burgemeester Krikke van Den Haag achtervolgen. Ook met het onderzoek naar de nieuwjaarsbranden ging het mis.

De Haagse burgemeester Pauline Krikke spreekt in Scheveningen met een boze buurtbewoner in het gebied waar de schade is ontstaan door vliegende vonken van het grote vreugdevuur op het strand bij Scheveningen.Beeld ANP

Ze kan het ook nooit goed doen. Zoveel is Pauline Krikke, burgemeester van Den Haag, tijdens haar 25-jarige loopbaan wel duidelijk geworden. De ene keer wordt haar verweten dat ze te aarzelend optreedt. De andere keer zou ze juist te doortastend zijn geweest. Soms wordt ze als ‘sterke verbinder’ geprezen, maar ze wordt ook verguisd als iemand die er in potdichte directiekamers een ondoorgrondelijke werkwijze op nahoudt. Eenduidig is het oordeel over haar functioneren dus nooit geweest. En misschien was haar optreden door de loop der jaren ook wat inconsistent. 

Eén constante springt wel in het oog: zij kan slecht kritiek verdragen en is ze is niet zo bedreven in het uiten van zelfkritiek. Dat kan de komende weken problematisch voor haar worden. Want bij de beoordeling van de gang van zaken rond de nieuwjaarsbranden op het Scheveningse strand is de Haagse gemeenteraad vooral gespitst op haar rol. 

Voor Krikke, een ‘liberaal met een sociaal hart’, is besturen een zakelijk arrangement. ‘Ze maakt het liever niet te persoonlijk’, zei Guusje ter Horst, oud-minister en oud-burgemeester van Nijmegen, over haar. Over haar privéleven is zij dan ook niet erg mededeelzaam. Toen zij vorig jaar, wachtend op de tram, van haar handtas werd beroofd, gaf ze daar geen ruchtbaarheid aan omdat ze ‘niet in ambt was’ toen het gebeurde.

Communicatie

Na de gebeurtenissen op Nieuwjaarsnacht, die voor Krikke (57) feestelijk begon met de vuurwerkshow rondom de Hofvijver, is het al verschillende keren misgegaan ‘in de communicatie’. In eerste instantie gaf zij de brandstapelbouwers onomwonden de schuld, maar liet ze tezelfdertijd blijken van de mogelijke gevaren op de hoogte te zijn geweest. Ze gaf opdracht de dranghekken op het strand een stukje naar achteren te plaatsen, een suggestie van bestuurlijke daadkracht die slechts twijfel opwekt aan haar vermogen risico’s in te schatten en daar adequaat naar te handelen.

Na ‘een open en goed gesprek’ met de brandstapelbouwers, de volgende dag, verweet zij de laatste dat zij de toren van pallets ‘in het holst van de nacht’ nog wat hadden opgehoogd. Daarna kondigde ze een grondig en onafhankelijk onderzoek naar de gang van zaken aan. Ook daar ging het mis. Dat onderzoek zou moeten worden uitgevoerd door een organisatie, het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV), waarvan Krikke als burgemeester (algemeen) bestuurslid is. In die hoedanigheid zou zij weliswaar geen directe invloed hebben op het onderzoek, maar toch: de schijn van belangenverstrengeling – ‘de slager die zijn eigen vlees keurt’ – is in elk geval gewekt. Ook bij de Haagse gemeenteraad. Ligt het niet meer voor de hand om de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) met het onderzoek te belasten, vroegen woordvoerders van verschillende fracties zich af. Zij kregen ongevraagd, per tweet, bijval van Pieter van Vollenhoven, oud-voorzitter van de OVV.

Mirko Noordegraaf, hoogleraar publiek management aan de Universiteit Utrecht, kan – bij gebrek aan achtergrondinformatie – niet ingaan op de details van Krikkes optreden. Wel ziet hij daarin een ‘patroon van de dilemma’s waarvoor bestuurders zich geplaatst kunnen zien’. ‘Moet de bestuurder snel handelen, of moet hij de tijd nemen? Met het laatste kan hij het verwijt van besluiteloosheid of traagheid over zichzelf afroepen. Hij moet een risico-afweging maken. In dit geval: kiezen tussen het gevaar van een uitdijende brand en het gevaar van ongeregeldheden bij een verbod van een vreugdevuur. En dan is er het dilemma in de communicatie: sla je een stoere toon aan tegenover de partijen waarmee je te maken hebt, of beweeg je mee met hun stemming?’

Stellig

Een burgemeester ziet zich dus vaak voor een keuze tussen cholera of tyfus geplaatst. In crisissituaties oogst hij maar zelden algemene bijval. Kleine fouten kunnen hem lang worden nagedragen. Toch acht Noordegraaf het ‘problematisch’ dat Krikke in een vroeg stadium vrij stellig was in haar beantwoording van de schuldvraag. Eerder verweet de hoogleraar staats- en bestuursrecht Jon Schilder haar om die reden in AD ‘onbehoorlijk bestuur’.

Duidelijk is dat Krikke gedurende haar bestuurlijke loopbaan voortdurend heeft geworsteld met haar rol. Als burgemeester van Arnhem – van 2001 tot 2013 – toonde zij zich enerzijds begaan met de burgers ‘aan de onderkant’, maar kon ze snoeihard optreden tegen ambtenaren. Elf fractievoorzitters in de gemeenteraad beklaagden zich publiekelijk over haar bestuursstijl. Soms was ze te direct, maar vaak juist te aarzelend. Ze kon slecht delegeren, maar hield er verder een ‘weinig doorzichtige manier van werken’ op na. De voorzitter van de VVD-fractie, een partijgenoot van Krikke, gaf haar een mager zesje toen zij in 2014 vertrok om directeur van het Scheepvaartmuseum in Amsterdam te worden.

Scheepvaartmuseum

Ook daar werd zij niet als de ‘bindende leider’ ervaren waaraan het museum, dat het hoofd moest bieden aan een grondige reorganisatie, op dat moment zo’n behoefte had. Net als in Arnhem was zij vaak afwezig en zou ze solistisch en, tegenover medewerkers, intimiderend optreden. Tezelfdertijd zou het haar aan daadkracht hebben ontbroken. Een gesprek met de raad van toezicht, door Krikke zelf als een ‘groepsverkrachting’ omschreven, resulteerde uiteindelijk in haar vertrek.

In Den Haag werd zij niet alleen als ‘een meiske’ onthaald, maar ook als ‘een sterke verbinder’ en een bestuurlijk zwaargewicht. Die laatste kwalificatie werd in twijfel getrokken nadat zij Malek F., de Syriër die op 5 mei 2018 drie mensen neerstak, had omschreven als een ‘verward persoon’ terwijl er goede redenen waren om hem een terrorist te noemen. Daarmee wekte zij de indruk het voorval te hebben willen bagatelliseren. 

Bij de afweging tussen snelheid en zorgvuldigheid koos zij voor het eerste. In een debat met de gemeenteraad erkende ze dat de communicatie beter had gekund. Mogelijk zal dat ook haar formulering zijn bij het debat over de nieuwjaarsbrand. Maar de vraag is of de raad er ditmaal genoegen mee neemt.