Direct naar artikelinhoud
ReportageBoek Gerlacus Buma

Sybrand Buma volgt het spoor van zijn voorvader Gerlacus, ‘een gewone jongen, voor wie de geschiedschrijvers geen aandacht hadden’

Om Gerlacus Buma, een Friese patriciërszoon in het leger van Napoleon en Willem I te schrijven, liet CDA-leider Sybrand van Haersma Buma zijn wekelijkse fietstochten lopen. Het boek – zijn tweede – gaat over een verre voorvader, en het ontstaan van het Koninkrijk Nederland. Hans Goedkoop, presentator van Andere Tijden, kreeg maandagmiddag het eerste exemplaar.

Boek Buma.

In de verte doet Gerlacus Buma, het boek dat CDA-leider Sybrand van Haersma Buma samen met achterneef Wiete Hopperus Buma schreef over hun verre oudoom, denken aan de winnaar van de Libris Geschiedenis Prijs. Ook Nobel streven van historicus Frits van Oostrom gaat over een niet zo heel prominente telg van een vooraanstaand geslacht, die zijn halve leven doorbrengt op de rug van een paard, de wapens onder handbereik.

Net als ridder Jan van Brederode, de middeleeuwse hoofdpersoon die Van Oostrom tot leven wekt, is Gerlacus Buma niet meer dan een radertje in de geschiedenis, uit de grote machinerie gelicht om zijn tijd tot leven te brengen. En net als ridder Jan voltrekt een deel van de militaire carrière van Gerlacus zich in krijgsdienst voor vreemde mogendheden.

Andere motieven

Daarmee houden de vergelijkingen wel op. Waar Van Oostrom de Middeleeuwen wil ontsluieren, hebben de Buma’s ook andere motieven. Helemaal bovenaan de politieke agenda van Sybrand Buma staat het verlangen het bewustzijn van het Nederlanderschap te vergroten, dat werd de afgelopen jaren steeds duidelijker. Wat maakt Nederland tot wat het is, welke waarden en normen horen daarbij, hoe de landsaard te koesteren? Dat zijn de vragen die de CDA-leider aan de orde stelt, overal waar daar ruimte voor is.

Dat verlangen vertaalt zich in politieke voorstellen die niet allemaal even soepel landen: maatschappelijke dienstplicht, het Wilhelmus op scholen, bezoek aan De Nachtwacht voor alle scholieren, meer waardering voor historische locaties zoals de zaal waar in 1579 de Unie van Utrecht werd getekend. ‘Dit land heeft een verhaal nodig’ – met die woorden verdedigt Buma zijn initiatieven. Gerlacus Buma is een element uit dat verhaal.

Gerlacus Buma

Dat de Buma’s een geslacht van bestuurders zijn, is dankzij Tegen het cynisme (2016), het vorige boek van de CDA-leider, algemeen bekend. Gerlacus Buma gaat over een van de weinige telgen die geen burgemeester, grietman, president van een gerechtshof of CDA-leider zou worden. Deze Buma (1793 – 1838) groeit op in de Napoleontische tijd en wordt door de keizer onder de wapenen geroepen als garde d’honneur, een eenheid waarvoor veel Nederlandse patriciërs een zoon moeten afstaan. Hij zal in die functie geen slag hoeven te leveren, maar krijgt wel de smaak van het soldatenleven te pakken.

Kort na de terugkeer van de toekomstige Koning Willem I worden de Huzaren van Boreel geformeerd, een bereden elite-eenheid. Gerlacus meldt zich bij dit regiment, vecht mee bij Waterloo en wordt in de zuidelijke Nederlanden gelegerd. Hij neemt in 1831 deel aan de Tiendaagse veldtocht, bedoeld om de opstandige Belgen mores te leren, haalt de rang van majoor en sterft een jaar voordat België onder  internationale druk wordt losgemaakt van de Nederlanden.

Onderliggend verhaal

Hoe in een halve eeuw uit de chaotische opeenvolging van Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, Bataafse Republiek, Koninkrijk onder Lodewijk Napoleon, deel van het Napoleontische rijk en Groot-Nederlandse eenheidsstaat onder Koning Willem I het huidige koninkrijk ontstaat, dat is het onderliggende verhaal dat de Buma’s willen vertellen. Een hoekje van Europa, ooit bedoeld als buffer tussen Frankrijk, Engeland en Duitsland, inmiddels geslonken tot een land dat, zoals de Buma’s schrijven, ‘voor zijn bestaan afhankelijk was van de grillen van de grote naties van Europa’.

De Buma’s baseerden zich op de brieven die ze vonden in het Fries historisch centrum Tresoar. Geldzorgen vormen daarin de rode draad. Wat Gerlacus zoal dacht of vond hield hij voor zich, zelfs de oorzaak van zijn echtscheiding – een zeldzaamheid in die tijd – en  dood blijven ongewis. Laat staan dat hij opvattingen zou formuleren over de grote gebeurtenissen waarvan hij deel uitmaakt. ‘Een fluim’, noemde Goedkoop hem bij de presentatie.

Meer dan zestig brieven

‘Een gewone jongen, voor wie de geschiedschrijvers geen aandacht hadden’, vindt Sybrand Buma. De gedachte aan een boek kwam pas in januari, toen de achterneven ontdekten dat er meer dan zestig brieven bewaard waren. Buma heeft voor Gerlacus zijn zondagse fietstochten laten lopen. Wiete, kolonel bij de marechaussee, legde zich toe op de militaire invalshoek.

Door de trage cadans is er nog een boek dat in gedachten komt: De zomer van 1823, over de voettocht van Jacob van Lennep door Nederland. In Groningen raakt Van Lennep betrokken bij ‘de promotiepartij’ van ene heer Buma, waarbij hij met de dood wordt bedreigd en aan een handgemeen ontsnapt. Die Buma, dat was Wite, zo leert het boek over Gerlacus Buma. Broer van Gerlacus, en betbetovergrootvader van de man die nu het CDA leidt. 

Het boek over Gerlacus Buma.