Direct naar artikelinhoud

De oorlog na IS: hoe Turkije een nieuw front creëerde bij Afrin in Noord-Syrië

Wie even hoopte dat het na het verslaan van IS eindelijk rustig zou worden in Syrië, komt bedrogen uit. Sinds afgelopen weekeinde kent het land weer een nieuwe frontlijn, bij Afrin.

Turkse tanks nabij de grens met Syrië in HassaBeeld afp

Zelfs naar Syrische maatstaven is Afrin een desolate enclave. Eén op de drie inwoners is hier vluchteling. Twee op de drie inwoners hebben volgens cijfers van de Verenigde Naties (VN) behoefte aan hulp. Maar die hulp komt hier niet, want Afrin is afgesloten van de buitenwereld. Twee jaar geleden passeerde het laatste internationale hulpkonvooi de grens met Turkije.

Toen Turkije dit weekeinde de grenzen met Afrin opende, arriveerden er geen hulpgoederen, maar wapentuig. 'Operatie Olijftak' heet het Turkse offensief, naar het symbool van Afrin: een olijfboom.

Met luchtaanvallen, artilleriebeschietingen en rebellen op de grond probeert Turkije Afrin te heroveren op 'terroristen', aldus de Turkse president Erdogan. Het is het begin van een veel grotere missie, waarin de hele Syrische grensregio tot aan Manbij - honderden kilometers verderop - moet worden 'gereinigd van ellende'. Als dat lukt, heeft Erdogan een soort Turkse mini-kolonie in Syrië gecreëerd, een droom die hij al heeft sinds het begin van de burgeroorlog.

Waarom zou het een probleem zijn als Turkije vanuit Afrin probeert om een 'veiligheidszone' in Syrië te creëren?

De Koerden, die al sinds de Ottomaanse tijd in Afrin de dienst uitmaken, schreeuwen natuurlijk moord en brand. Hoewel Erdogan het doet voorkomen alsof hij Arabische dorpen gaat terugveroveren, en er zeker enkele Arabische dorpen in de regio zijn, gaat het hier om een voornamelijk Koerdische streek. De Syrische president Assad klaagt over aantasting van zijn souvereiniteit. Maar de Amerikaanse regering - die de Koerden steunt - houdt zich op de vlakte, en verwijst naar 'gerechtvaardigde veiligheidszorgen' van de Turken.

De Koerden, die in Afrin de dienst uitmaken sinds de Ottomaanse tijd, schreeuwen natuurlijk moord en brand

Per slot van rekening zit Turkije al sinds de zomer van 2016 in het gebied. Toen veroverden de Turken onder de naam 'Eufraat Schild' de regio rond het naastgelegen Al Bab op IS. In Al Bab lijken vluchtelingen druppelsgewijs terug te keren. Tot confrontaties met Syrische troepen komt het nauwelijks. Turkije heeft zelfs het gsm-netwerk in de streek hersteld, bleek uit een uitstapje dat deze krant maakte met het Syrische leger in maart 2017. Erdogan lijkt nu de regio rond Al Bab te willen linken aan Afrin.

Dus wat is het bezwaar tegen een Turkse bufferzone in Syrië? Dit: het is een nieuwe oorlog. Om precies te zijn, zoals het Institute for the Study of War in Washington stelt: het Turkse offensief in Afrin is 'Syriës oorlog na IS.'

Voordat we nu te snel gaan: de strijd met IS in Syrië is nog helemaal niet voorbij. Dinsdag maakte het Amerikaanse leger bekend dat 150 veronderstelde IS-strijders zijn gedood bij luchtaanvallen op As Safa, in het uiterste Zuid-Oosten van het land. Deze succesvolle aanval vond plaats dankzij de Koerdische strijders van de Syrian Democratic Forces (SDF). De SDF, getraind door de Amerikanen, brengt in Syrië nog 'dagelijks overwinningen en offers' in de strijd tegen IS, aldus een hoge Amerikaanse militair, generaal-majoor James Jarrard.

Erdogan troost de familie van een omgekomen soldaatBeeld epa
Voordat we nu te snel gaan: de strijd met IS in Syrië is nog helemaal niet voorbij

Terreurbeweging PKK

Het zijn deze Koerdische strijdkrachten, de belangrijkste bondgenoot van het westen tegen IS, die Turkije wil vernietigen.

Erdogan stelt dat het Afrin-offensief nodig is om 'terroristen' te bestrijden. De Turkse president ziet de YPG, de belangrijkste component van de Koerdische SDF, namelijk als verlengstuk  van de  terreurbeweging PKK, die in Turkije veel slachtoffers heeft gemaakt. Volgens Erdogan herbergt de YPG in Afrin ook IS-strijders, een aantijging die volstrekt oncontroleerbaar is, omdat buitenstaanders geen toegang hebben tot het gebied.

Dit staat wel vast: terwijl Turkije bezig is met de nieuwe oorlog, voelen de Amerikanen die in het land gestationeerd zijn om IS te bestrijden, zich ongemakkelijk bij de Turkse aandacht rond de Koerdische garnizoensstad Manbij. In plaats van IS te bestrijden, patrouilleren de Amerikanen nu noodgedwongen langs de Turkse stellingen, om te voorkomen dat zich 'veiligheidsincidenten' voordoen.

Een door Ankara gesteunde Syrische militantBeeld afp

In Damascus is de regering-Assad ondertussen wel gewend aan internationale inmenging tegen wil en dank. Rusland en de Verenigde Staten voeren in Syrië al jaren een luchtoorlog waarbij burgerdoden vallen. Iran, Libanon en Afghanistan commanderen milities op de grond, die formeel gehoorzamen aan Assad. Maar in deze internationale puzzel is Turkije de enige die het aandurft om daadwerkelijk een stuk grond in Syrië te bezetten.

Dat wordt 'totaal afgewezen', stelde de onderminister van buitenlandse zaken, Faisal Mekdad. Hij voegde er stoer aan toe dat de Syrische luchtafweer zonodig Turkse vliegtuigen zal 'vernietigen'. In Turkije lachen ze daarom. Het lijkt erop dat het regime in Damascus het moet doen met een garantie van de Russen dat ze althans Aleppo mogen behouden.

Als Turkije zo doorgaat, waarschuwt het Institute for the Study of War, zullen de Verenigde Staten worden afgeleid van de oorlog tegen IS, het inperken van de in het westen zeer omstreden president Assad en het onderhandelen over een eventueel vredesakkoord. Dan eist de nieuwe oorlog in Syrië alle aandacht op.

Het lijkt erop dat het regime in Damascus het moet doen met een garantie van de Russen dat ze althans Aleppo mogen behouden