Direct naar artikelinhoud
InterviewFleur van Ingen

Het geheim van Bouquet-auteur Fleur van Ingen

Bouquetauteur Fleur van Ingen mag alleen onherkenbaar en onder pseudoniem in de krant.Beeld Eva Roefs

Velen denken het te kunnen, maar de Bouquetreeks heeft maar één vaste Nederlandse auteur. Het geheim van Fleur van Ingen. 

In de Bouquetreeks is de mannelijke held een Italiaan, een Spanjaard, een sjeik of een Griek. Bouquet-auteur Fleur van Ingen leerde dit bij Zomerse flirt, deel één van wat de Monaco Trilogie zou worden.

De arrogante interimmanager van het Monte Carlo Hotel Bay & Resort was aanvankelijk een knappe blonde Noor, ‘type Viking’. Beter van niet, adviseerde Bouquethoofdredacteur Hans Jansen. Jansen verspreidt de reeks namens de Amerikaanse uitgeverij HarperCollins in het Nederlands, via imprint Harlequin. En een Noor, weet hij, dat werkt dus niet. Net zo min als een Fransman. Daar moeten de meeste lezeressen uit de honderdtien landen waar de Bouquetreeks wordt verkocht ook niets van hebben.

Waarom? Dat weet niemand. Misschien doordat het succes van de Bouquetreeks begon onder Angelsaksische lezers, in Amerika, Groot-Brittannië, Australië, Nieuw-Zeeland. Het overgrote deel van de tientallen Bouquet-auteurs schrijft nog steeds in het Engels en dat wordt dan in 34 talen vertaald.

Fleur van Ingen veranderde de arrogante Noorse interimmanager in een arrogante Spaanse interimmanager, genaamd Diego Valdez. Een alfaman in het bezit van ‘een perfecte kaaklijn’ en een ‘kwellende romp’, die exotische foute dingen zegt, zoals: ‘!Por favor! Ik ben je meerdere, ja?’

Hiermee begon het succes van Fleur van Ingen. En toen het vierduizendste deel van de Bouquetreeks vorige week verscheen (het vertaalde Machtige verleider), viel tussen alle feestelijke Bouquetweetjes die de uitgever verspreidde die naam meteen op: Fleur van Ingen, de enige vaste Nederlandse auteur van de Bouquetreeks. En bovendien het pseudoniem van een man.

Dan wil je ook weten wát voor een man.

De romanceschrijver blijkt in een rijtjeshuis in Friesland te wonen. Hij vraagt of het bezoek gezellig mee eet. Fleur van Ingen is blij verrast met de belangstelling, maar ook wel wat bezorgd, want hij gaf ‘als zodanig’ niet eerder interviews. Wel onder eigen naam, maar dat was als auteur van zijn romans voor een christelijke uitgeverij. Daar heeft hij beloofd de zaken in de pers strikt gescheiden te houden. Als Bouquet-auteur mag Fleur daarom alleen onherkenbaar onder pseudoniem in de krant: ‘Bouquet geldt er toch als een beetje als minderwaardig.’

Dit vindt Fleur van Ingen, zelf ongelovig, vanzelfsprekend niet. Nog steeds is hij, wanneer weer een doos met zijn nieuwste Bouquetroman bij hem wordt afgeleverd, in tranen. Bouquetromans schrijven leek hem van jongs af aan het hoogst haalbare.

Fleur van Ingen staat al decennia iedere dag om kwart over vijf op om van half zes tot half zeven te kunnen schrijven. Om tien voor zeven fietst hij naar zijn werk, want hij is in zijn Friese stadje ook fulltime gemeenteambtenaar. Op het stadhuis bemant hij de postkamer. Zijn drie vrouwelijke collega’s krijgen ieder nieuw verschenen Bouquetverhaal van zijn hand cadeau en verslinden dat dan min of meer voor zijn ogen. Dit maakt Fleur van Ingen een beetje verlegen.

Om vier uur mag Fleur van Ingen de postkamer weer uit en naar huis. Daar schrijft hij tot het avondeten en liefst ook daarna en in de weekends zijn verhalen: Zonnige kussen, waarin persoonlijk assistent Skylar Johansson in Cannes soepel de onbeschofte maar onweerstaanbare Italiaanse filmster Fabio Lamas temt. Zwoele verlokking, over de brutale maar beeldschone directiesecretaresse Janet Daily, die na de nodige omwegen in de armen valt van een roekeloze maar toch sympathieke Griekse tycoon.

Fleurs vrouw is een trouwhartige Friezin met dito accent, we noemen haar voor de onherkenbaarheid Klaasje. Zij werkt in de specialistische thuiszorg. Fleur van Ingen en Klaasje zijn zesenvijftig jaar oud en al sinds hun veertiende samen. Echte liefde. Ze hebben twee volwassen zonen, die nog nooit een verhaal van hun vader hebben gelezen. De zonen werken in de telefonie en bij een schildersbedrijf.

Aan hun gedekte tafel stralen Fleur van Ingen en Klaasje een tevredenheid uit die je niet vaak meer ziet. Ze vertellen dat ze in ruim veertig jaar ‘nog geen dag ruzie’ hadden.

Fleur: ‘Wij hebben nog steeds ontiegelijk veel lol met elkaar.’

Klaasje: ‘Ja, we zijn allebei altijd helemaal onszelf.’

Harmonieus serveren ze soep (‘Wij doen alles samen’). Ieder half uur galmt een Friese klok. In de buffetkast staat Delfts blauw en op de wc hangt een bordje met de tekst ‘Do what you love’.

Sinds zijn 21ste schreef Fleur van Ingen, los van zijn Bouquet-titels, uit puur plezier al honderdvijftig boeken en verhalen bij elkaar. Kinderboeken voor een bekende jeugduitgeverij, schoolboeken op verschillende Avi-leesniveaus, tientallen kasteel-, streek- en doktersromans voor kleine uitgeverijen, die nogal eens failliet gingen. En dan nog zijn bijdragen aan het roemruchte tijdschrift Anoniem: ‘Daar openen vrouwen zogenaamd hun hart over wat hun is overkomen, maar dat is dus door schrijvers bedacht.’

Bouquetauteur Fleur van Ingen mag alleen onherkenbaar en onder pseudoniem in de krant.Beeld Eva Roefs

Voor zijn Bouquetromans krijgt Fleur van Ingen een vast bedrag, dat hij noemt maar dat evenmin in de krant mag. Veel is het niet. Omdat HarperCollins als beursgenoteerd bedrijf geen oplagen bekend maakt, valt niet goed te achterhalen of het ook te weinig is. Hoofdredacteur Hans Jansen is wel zo sportief te melden dat Fleur van Ingen in Nederland even goed verkoopt als zijn Engelstalige auteurs. ‘Maar de omloopsnelheid is hoog: iedere maand komen acht nieuwe Bouquet-titels uit.’

Van zijn andere boeken kan Fleur van Ingen evenmin leven. Hij doet het ook niet voor het geld, hij heeft ‘gewoon heel veel te vertellen’.

Toen de Bouquetromans in de jaren zeventig op de markt kwamen bestelde Fleur van Ingen er elke maand vier voor 4 gulden ‘als huiswerk’, om te leren hoe zulke verhalen in elkaar zaten. Na de mavo moest hij in militaire dienst en werd Klaasje lid van boekenclub ECI. Ze belde iedere avond. ‘Dan stond ik al klaar in de telefooncel van Wezep en dan vertelde Klaasje wat ze nou weer had gelezen.’

Zelf leest hij nauwelijks, ‘horrorboekjes hooguit’. Hij heeft er geen geduld voor, zegt Klaasje. Zij op haar beurt is dan weer geen schrijver, ‘ik ben na twee bladzijden wel klaar.’

Fleur van Ingen beheert het Bouquet-genre nu tot in de puntjes, zegt hoofdredacteur Hans Jansen, en dat is moeilijker dan iedereen denkt. De ‘essentie’ van een goed Bouquetverhaal is dat de lezer ‘weer ervaart hoe het is om verliefd te zijn’. Dit luistert nauw. Het moet romantisch zijn en ook heel wat explicieter dan vroeger, ‘maar beslist geen pornografie’.

Fleur van Ingen is volgens Jansen de enige Nederlander die dat goed kan. Velen dénken het te kunnen, zegt de hoofdredacteur. Bij schrijfwedstrijden moet hij al snel tweeduizend ‘vaak meer op medische verhandelingen lijkende’ liefdesscènes doorploegen.

Komend jaar schrijft Fleur van Ingen het Bouquetkerstverhaal plus nog een Bouquetverhaal over een archeologe in Egypte. Voor zijn christelijke uitgeverij schrijft hij intussen brave boeken over een alledaagser leven. Als zijn hoofdpersonen daar verliefd worden, dan is het maximaal haalbare ‘elkaar bij de hand nemen en samen de trap oplopen’.

Niet dat hij nooit probeert de grenzen op te rekken. Toen hij bij zijn christelijke uitgever twee mannen ten tonele voerde en die ‘na een nacht vol passie en hartstocht’ verliefd liet worden, maakte de corrector daarvan: ‘na een nacht van praten’. Ferm: ‘Toen heb ik wel even opgebeld.’

Maar dan de Bouquetreeks! In Zomerse flirt verleidt interimmanager Diego Valdez al bij de eerste stroomuitval doortastend de heldin, de bloedmooie roodharige assistent-hotelmanager Liz Collins. Ze zitten opgesloten in een lift.

‘O Diego!’, hijgt zij, ‘vol extase’.

‘!Te Qiero!’, gromt hij wellustig. ‘Ik wil je nu!’

Kleren liggen spoedig overal. Diego heeft zelfs al een condoom in handen, maar dan gaat de stroom opeens weer aan. ‘Dat is het leukst’, glundert Fleur van Ingen: ‘Uitstel!’ Luttele scènes verderop belandt Diego toch nog ‘hard en dwingend’ in Liz. Zij het ‘liefdevol en vol verwondering dat deze vrouw zoveel passie in hem teweegbracht’.

Bouquetauteur Fleur van Ingen mag alleen onherkenbaar en onder pseudoniem in de krant.Beeld Eva Roefs

Vraag maar niet of de auteur zijn erotische scènes wil uitleggen. Ook dat maakt hem erg verlegen.

De Monaco Trilogie, zegt Fleur van Ingen als hij even later weer opgewekt in een broodje hapt, beschrijft wel gedetailleerd ‘alle glitter en de glamour’ rond de baai van Monaco, maar zelf zijn ze daar natuurlijk nog nooit geweest. ‘Wij kunnen dat helemaal niet betalen, wij gaan altijd naar Duitsland of Spanje’, beaamt Klaasje.

Alle details voor Fleurs Bouquetromans in exotische oorden, tot en met de planten die in Cannes groeien en hoe die precies ruiken, zoeken ze samen op via Google. Klaasje checkt ook alles. Zij waarschuwt bijvoorbeeld dat de Spanjaard/Italiaan/Griek geen sporttas achter in zijn sportauto kan gooien, ‘want daar zit meestal de motor’.

Eén van vele merkwaardige Bouquetwetten is vanouds dat de knappe mannelijke hoofdpersoon niet alleen machtig of rijk is, maar zich ook arrogant tot bruut moet gedragen. Waarna de vrouwelijke heldin toch gewoon voor hem valt (vroeger) of hem besluit te temmen (nu).

Ook sinds #MeToo blijft deze alfaman nog een soort schoft, want dat vinden de lezeressen spannend, wat de tijdgeest ook is. Maar nu is hij wèl een schoft met een verleden. Diego Valdez blijkt in Zomerse flirt bijvoorbeeld een botte hork te zijn omdat zijn vrouw is verongelukt.

Dankzij #MeToo leert de Bouquet-heldin haar arrogante tegenspeler voortaan ook die ‘gevoelige kant’ te tonen, zegt hoofdredacteur Hans Jansen. Alfaman wordt wat aardiger. En bij de stomende vrijpartij om het helemaal af te maken mag hij de heldin zodoende toch nog gewoon ‘dwingend’ kussen of nemen, want het blijft natuurlijk wel Bouquet.

Fleur van Ingen heeft zelf niet zoveel met #MeToo. In zijn verhalen stond tegenover elke bazige man allang een zelfstandige vrouw die niet naar hem luistert: ‘Die spanning: héérlijk toch?’

‘Het geeft ook gewoon meer diepgang’, zegt Klaasje.

Hoofdredacteur Hans Jansen bezocht vorige week nog een grote HarperCollins-vergadering over #MeToo in New York, waar alle Bouquet-redacties andermaal te horen kregen dat ‘expliciete wederzijdse instemming’ voortaan ‘absolute voorwaarde’ is voor elke Bouquetliefdesscène.

Fleur van Ingen: ‘Maar bij mij wás dat altijd al zo.’

Klaasje: ‘Ja logisch, anders is er niks aan. Dan is het plát.’

Fleur van Ingen: ‘En liefde is mooi. Dus plat, dat willen wij niet.’

Bouquetromans: 130 miljoen exemplaren per jaar

Een miljoen voornamelijk vrouwen in Nederland en Vlaanderen lezen Harlequinromans. Aan de oorspronkelijk Engelstalige Bouquetromans werken hier veertig vertalers. Ze ­verschijnen wereldwijd in 34 talen, in 110 landen. Harlequin verkoopt jaarlijks ruim 130 miljoen titels. In Bouquetromans zit altijd een alfaman, een glamouromgeving en een happy end. Geliefde thema’s in de Bouquetreeks zijn ongeplande zwangerschap, de geheime baby, wraak en het verstandshuwelijk.