Direct naar artikelinhoud
BoekrecensieChrisje en Kees Brants

Aangevulde nieuwe druk Velden van weleer blijft een klassieker, hoe ‘opgeleukt’ het verleden ook is (vier sterren)

Chrisje en Kees Brants: Velden van weleer – Reisgids naar de Eerste Wereldoorlog

Nijgh & Van Ditmar; 427 pagina’s; € 29,99.

Het boek was 25 jaar geleden al puik, bij verschijning van de eerste druk. Wij van de krant deden in 1993 nog niet aan van die sterretjes, maar Velden van weleer – Reisgids naar de Eerste Wereldoorlog, van Chrisje en Kees Brants werd alom met bewondering ontvangen. Vier sterren, zouden we nu zeggen.

Het was een vuile en zinloze oorlog, soldaten die wegrotten in hun loopgraven. Het echtpaar Brants presenteerde de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog, althans die aan het westelijk front, als onontgonnen, misschien moet je zeggen als ongerept gebied. De auteurs waren op zoektocht gegaan en hadden ontdekt hoe je tientallen jaren na afloop op tal van amper gekende plekken in het landschap nog de magie kon ervaren van geschiedenis: hier is het gebeurd.

Zondag, op 11 november is het honderd jaar geleden dat in een treinwagon in het bos van Compiègne in Frankrijk na vier jaar uitputting en drek de wapenstilstand werd getekend. Na 25 jaar zijn Chrisje en Kees Brants toe aan de tiende druk van wat inmiddels een klassieker is geworden. Tegelijk is de loopgraaf gepromoveerd tot een toeristische trekpleister waarop menig pretpark jaloers kan zijn.

De Engelsen kwamen altijd al naar de slagvelden. De Fransen waren lange tijd amper geïnteresseerd, in België verdrong de taalstrijd de herinnering aan de grote oorlog, Duitsers bleven weg uit schaamte en wij, de Hollanders, wij wisten niet van de landschappen des doods, want het was onze oorlog niet geweest.

Nu loopt het storm. Er zijn musea met net-echte loopgraven, in winkels in Ieper en Verdun kun je terecht voor granaatvormig snoepgoed, Britse projectontwikkelaars kopen grond om stukjes front te exploiteren. Het is de oorlog als verdienmodel door deze terug te brengen tot een vorm van folklore.

Kun je nu zeggen dat de auteurs van de reisgids de ontwikkeling naar Volendammisering van de oorlog mede hebben afgeroepen? Geldt hier: je oogst wat je zaait?

In hun ruimschoots aangevulde nieuwste druk gaan de auteurs uitgebreid in op de vraag. Ze hebben gemengde gevoelens. Ze schrijven: ‘Het verleden wordt “toegankelijker”, maar verliest tegelijkertijd de charme en de stilte van de vergetelheid.’ Niettemin: ‘Wat nu bestaat is nog steeds indrukwekkend en ontroerend.’

Tussen de regels door proef je weemoed. Veel is ‘opgeleukt’, schrijven de auteurs. ‘Hoe opwindend was het niet een ongerept en onbekend stukje slagveld te ontdekken en je alleen met de geesten van de gesneuvelden te weten.’