Direct naar artikelinhoud
opinieMarije Jeltes

Tweede Kamer, stop het plan van Dekker om grote groepen burgers rechtsbijstand te ontzeggen

Het plan van minister Sander Dekker om grote groepen burgers, onder wie ook mensen met een verstandelijke beperking, directe rechtsbijstand te ontzeggen, is de genadeklap voor de rechtstaat. Dat schrijft oud-(jeugd)strafrechtadvocaat Marije Jeltes.  

Advocaten in toga tijdens een tweedaags protest tegen verdere bezuinigingen in het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand, juni 2018.Beeld ANP

Naar schatting 38,1 procent van de Nederlandse bevolking komt in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand. Dat betekent dat ruim zes miljoen mensen in principe aanspraak kunnen maken op een gesubsidieerde advocaat, ook wel een pro-deo-advocaat of sociaal advocaat genoemd. Maar het aantal advocaten dat deze grote groep wil en kan bijstaan neemt af door jarenlange bezuinigingen. Het laatste voorstel tot bezuinigingen komt van minister van Rechtsbescherming Sander Dekker; hij wil het recht op een gesubsidieerde advocaat alleen behouden voor verdachten, psychiatrisch patiënten en asielzoekers en vindt dat alle andere rechtzoekenden in hun eigen rechtsbijstand moeten voorzien, waaronder ook de grote groep burgers met een verstandelijke beperking. Verdergaande bezuinigingen betekenen de genadeklap voor de rechtstaat en de sociale advocatuur.

De basis van de rechtstaat is dat een ieder zijn recht moeten kunnen halen, ongeacht zijn inkomen. Ruim zes miljoen mensen in Nederland kunnen op basis van hun inkomen of omdat hun vrijheid hen is ontnomen geen reguliere advocaat betalen. Door gesubsidieerde rechtsbijstand kunnen zij toch een beroep doen op een advocaat. Deze verricht kosteloos of tegen een eigen bijdrage van maximaal 849 euro juridische werkzaamheden zoals het geven van advies en het vertegenwoordigen van de rechtzoekende in de rechtszaal. De eigen bijdrage is niet vereist als iemand zijn vrijheid is ontnomen, bijvoorbeeld omdat hij verdacht wordt van een strafbaar feit en in voorlopige hechtenis verblijft of een psychiatrische stoornis heeft en in bewaring is gesteld. Een minderjarige die verdachte is, heeft altijd recht op een gratis advocaat.

Kostendekkend

Nederland heeft zich door het ondertekenen van het EVRM gecommitteerd aan gesubsidieerde rechtsbijstand aan verdachten. Het is dan ook logisch dat toen minister Dekker begin november 2018 aankondigde dat het stelsel gewijzigd gaat worden in elk geval het strafrecht wordt gespaard. In de brief van Dekker aan de Tweede Kamer staat dat alleen verdachten die in voorlopige hechtenis verblijven, psychiatrisch patiënten van wie hun vrijheid is ontnomen en slachtoffers onverminderd recht op gesubsidieerde rechtsbijstand behouden zonder oplegging van een eigen bijdrage. 

Met betrekking tot overige strafzaken en andere rechtsgebieden zouden mensen meer financiële verantwoordelijkheid moeten nemen en hun probleemoplossend vermogen moeten vergroten. Bij dergelijke geschillen moet de rechtzoekende rechtshulppakketten aanschaffen, waarbij de hoogte van de eigen bijdrage gebaseerd wordt op een percentage van de kosten van de rechtsbijstand. Voor de hoogste inkomenscategorie loopt de eigen bijdrage uiteindelijk op tot een kostendekkende eigen bijdrage. We hebben het hier over miljoenen mensen die volgens de huidige regeling op basis van hun inkomen of hun positie niet een reguliere advocaat kunnen betalen of voor wie de huidige (laagste) eigen bijdrage niet betaald kan worden. Door het kostendekkend maken van de eigen bijdrage zal een grote groep afzien van rechtsbijstand, weten advocaten. Hoe kunnen deze mensen zich dan weren tegen de overheid of tegen hun werkgever, huurbaas of een ex-partner, die wel een advocaat in de arm kan nemen?

Verstandelijk beperkt

Daarbij is het vergroten van het probleemoplossend vermogen voor veel mensen niet tot nauwelijks haalbaar. Uit cijfers van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat in 2013 naar schatting 210 duizend mensen een IQ onder de 70 hadden (een IQ van 50 tot 69 betekent licht verstandelijk beperkt, een IQ lager dan 50 betekent ernstig verstandelijk beperkt) en 2,2 miljoen mensen fungeren op zwakbegaafd niveau (een IQ van 70-85). Dit betekent dat in 2013 ongeveer 13 procent van de bevolking op grond van hun cognitieve vaardigheden beperkt sociaal redzaam is. Laat staan dat zij zich redden in het woud aan wet- en regelgeving dat Nederland rijk is, met het bijbehorende juridische jargon en met besluiten van bestuursorganen of beslissingen van rechters waar soms zelfs de meest ervaren advocaat nog van staat te kijken.

De clientèle binnen mijn praktijk, met voornamelijk ouders die geconfronteerd werden met een ondertoezichtstelling en/of uithuisplaatsing van hun kind(eren), (minderjarige) verdachten, slachtoffers en psychiatrisch patiënten, bestond naar schatting uit 70 procent verstandelijk beperkte cliënten. Deze cliënten hebben problemen met het verwerken van informatie, met het plannen en organiseren van zaken en het overzien van de gevolgen van hun handelingen. Vooral jongere cliënten maskeren hun beperkte cognitieve vaardigheden met een vlotte babbel, waardoor ze gemakkelijk overschat worden.

Hand over het hart

Ik ben ruim vijftien jaar werkzaam geweest in de juridische hulpverlening en wat ik in elk geval heb geleerd, is dat je cliënten met een beperking aan de hand moet nemen, dat je informatie vaak moet herhalen en moet verifiëren of de informatie is ontvangen. Zelfs als deze cliënten bevestigen dat zij iets hebben begrepen, moet je dat als advocaat niet voor lief nemen. Voor mij eenvoudige handelingen zoals het bellen van een instantie, het opvragen van informatie of een briefje schrijven, vormen voor deze cliënten grote obstakels. Ik streek dan toch maar met mijn hand over het hart, want door jarenlange bezuinigingen op het maatschappelijk werk, het verdwijnen van een groot aantal bureaus sociaal raadslieden en de beperkte openingstijden van het Juridisch Loket, is het zeer moeilijk om cliënten door te verwijzen naar instanties die – tegen een lage of geen vergoeding – deze werkzaamheden kunnen en willen doen.

Daarnaast staat in het voorstel van minister Dekker dat een onafhankelijke instantie via triage (een duur woord voor beoordeling) gaat bepalen of iemand naar een rechtsbijstandverlener kan worden doorverwezen. Deze instantie beoordeelt nut en noodzaak van de rechtsbijstand en de draagkracht van de verzoeker. De vraag is in hoeverre deze organisatie daadwerkelijk onafhankelijk is, als het personeel zal bestaan uit (rijks)ambtenaren en dus door de overheid betaald worden. Door deze triage aan de voorkant, komt de (rechtstreekse) toegang tot de rechter nog meer in het gedrang. Deze triage belemmert de burger een directe gang naar de rechter te initiëren en met een beperkt budget een advocaat in te schakelen, indien hij meent gelijk te hebben. De burger komt daarmee nog meer op achterstand te staan ten opzichte van de overheid, terwijl 60 procent van alle rechtszaken gevoerd wordt tegen de overheid.

En Sander Dekker wil dergelijke cliënten dan bij voorkeur zelfstandig een bezwaarschrift laten schrijven omdat de uitkeringsinstantie een onterecht besluit heeft genomen over de kinderopvangtoeslag, een brief te laten schrijven aan een werkgever na een onrechtmatig ontslag of aan de woningbouwvereniging die de huur heeft verhoogd of opgezegd en een moeder alleen naar de kinderrechter laten gaan omdat de Raad voor de Kinderbescherming verzoekt haar kinderen uit huis te plaatsen en zij de eigen bijdrage niet kan betalen?

Actie

De bezuinigingen op de rechtsbijstand, dat wil zeggen een constante verlaging van de vergoedingen van advocaten, gecombineerd met de voorgestelde wijzigingen en bijvoorbeeld verhoging van griffierechten, zetten de bijl aan de wortel van de rechtstaat en advocaten zeggen nu steeds vaker: het is genoeg. Strafrechtadvocaat Sander Janssen verklaarde 16 januari 2019 in Het Parool dat zijn kantoor stopt met werkzaamheden die niet meer betaald worden en verzocht collega-advocaten hetzelfde te doen. Vele andere kantoren en advocaten sloten zich bij zijn oproep aan. Grote groepen (sociaal) advocaten protesteerden 16 januari bij verschillende rechtbanken in het land om aandacht te vragen voor de bedreiging van de rechtstaat. Advocaten, die gemeen hebben dat ze graag praten en een inhoudelijk debat niet uit de weg gaan, zijn het praten zat na constructief te hebben meegewerkt aan drie onderzoeken door onafhankelijke commissies. 

Het wordt nu tijd voor actie, maar dat kunnen de advocaten niet alleen. Ik roep politici dan ook op om tijdens het Tweede Kamerdebat van 23 januari 2019 te laten zien dat zij de belangen van de burger en van de groep die hen bedient in het vizier hebben, want daar zijn zij tenslotte voor gekozen. Als de minister van Rechtsbescherming niet doet waar hij voor is aangenomen, moeten wij met zijn allen voorkomen dat die bijl een bulldozer wordt.

Marije Jeltes is lid van de kerngroep van MENS, oud-(jeugd)strafrechtadvocaat, docent jeugdrecht aan de universiteit Leiden en docent detentierecht en jeugdstrafrecht aan de VU.