Direct naar artikelinhoud
WetenschapVoeding

Wat levert flexitariën eigenlijk op?

Wie minder vlees eet, loopt minder risico op ziekten als kanker, diabetes-2, of een beroerte. Zelfs voor de erectie zou het beter zijn. De actie ‘Er is meer dan vlees’ van het Voedingscentrum moet mensen hiervan bewust maken, maar welke gezondheidswinst levert het ‘flexitariën’ op?

Wat levert flexitariën eigenlijk op?
Beeld Marloes Haarmans

Er zijn recepten met vleesvervangers, T-shirts met dubbelzinnige teksten als ‘get egg cited’ en beroemdheden als rapper Dio en kickbokser Luis Tavares die de boodschap aan de man moeten brengen. Het Voedingscentrum gooit een groot arsenaal aan marketinginstrumenten in de strijd om Nederlanders vaker vegetarisch te laten eten, want we eten gemiddeld veel te veel vlees. Volwassen mannen zijn het meest verknocht aan hun dagelijkse lapje. Zij eten in Nederland gemiddeld ruim 840 gram vlees per week, ruim boven de norm van het Voedingscentrum (wekelijks maximaal 500 gram). Vrouwen houden het bij ruim 580 gram.

Verhoogd risico

Vooral rood en bewerkt vlees verhogen volgens de wetenschappelijke inzichten het risico op welvaartsziekten. Bij rood vlees komt dat met name door heemijzer, een stof die ook in ons eigen bloed zit en die we nodig hebben voor het transport van zuurstof door ons lichaam. Door er te veel van te eten, kunnen er kleine beschadigingen ontstaan in organen, zegt Ellen Kampman, hoogleraar voeding en ziekte aan de universiteit van Wageningen. ‘Als er te veel van zulke beschadigingen zijn, kan dat leiden tot verschillende typen kanker. Daarvan komt darmkanker in Nederland het meest voor.’ Ook bewerkt vlees bevat vaak heemijzer, plus allerlei andere stoffen die schadelijk kunnen zijn, zoals bepaalde conserveringsmiddelen. Bewerkt vlees zoals worst verhoogt het risico op darmkanker daarom nog meer dan rood vlees.

Dat klinkt alarmerend, maar wat betekent dit ‘verhoogde risico’ nu concreet? Nederlanders hebben gemiddeld ongeveer 5 procent kans om tijdens hun leven darmkanker op te lopen. Als we dagelijks honderd gram rood vlees eten, loopt dat risico op tot 5,6 procent. Eten we dagelijks 50 gram bewerkt vlees, dan gaat het risico omhoog tot 5,8 procent. Eten we beide, dan moeten we die extra risico’s bij elkaar optellen. Nederlandse mannen eten dagelijks gemiddeld 105 gram vlees en 55 gram bewerkt vlees. Hun kans op darmkanker is daardoor ongeveer 6,51 procent, 1,51 procent méér dan wanneer zij die zaken niet zouden eten. Halveren ze hun dagelijkse portie, zoals het Voedingscentrum graag wil, dan scheelt ze dat dus 0,75 procent risico op darmkanker. Ter vergelijking: iemand die rookt heeft 15 tot 30 keer zoveel kans op kanker als een niet-roker.

‘Van die 0,75 procent ligt natuurlijk geen mens wakker’, zegt Kampman, ‘maar als je het bekijkt op het niveau van de volksgezondheid, dan is vlees toch een grote risicofactor.’ Met andere woorden: op een bevolking van miljoenen mensen leiden die cijfers achter de komma jaarlijks tot honderden kankergevallen.

Impotentie

Bovendien gaat het niet alleen om darmkanker. Rood vlees verhoogt ook de kans op een beroerte (10 procent voor elke honderd gram per dag) en diabetes (10 procent voor elke honderd gram per dag). Voor bewerkt vlees liggen die percentages nog iets hoger.

Daar komt bij dat deze aandoeningen vaak een ongunstige invloed hebben op weer ziekten, zegt Pieter Dagnelie, hoogleraar voedingsepidemiologie aan de Universiteit van Maastricht. ‘Diabetes vergroot bijvoorbeeld het risico op hart- en vaatziekten. Wat ook uitmaakt, is met welk product je een voedingsmiddel vervangt. Je kunt rood vlees vervangen door wit vlees, bijvoorbeeld kip, maar ook door vette vis. Het effect op hart- en vaatziekten van vette vis is een risico-afname van 5 procent. Eet je ook nog extra noten en peulvruchten en tel je alles bij elkaar op, dan kom je in de buurt van 30, 40 procent minder risico op hart- en vaatziekten. Dan wordt het substantieel.’ De cijfers komen uit een rapport van de Gezondheidsraad. Ongeveer een kwart van de Nederlanders sterft aan hart- en vaatziekten.

En hoe zit het met de erectie? Volgens de auteur van Het Penisboek, de Amerikaanse uroloog Aaron Spitz, kunnen mannen die veel vlees eten last krijgen van impotentie. Uroloog Garry Pigot van het VUMC bevestigt dit. ‘De verzadigde vetten in vlees verhogen het LDL-cholesterol in ons bloed, wat een verhoogde kans geeft op atherosclerose, de vervetting van bloedvaten. Daardoor kan er minder bloed door de vaten. Dat merk je het eerst bij de haarvaatjes rond het hart en in de penis.’ Met alleen minder vlees eten ben je er niet, zegt hij. ‘Het gaat meestal om de hele levensstijl: ongezond eten, weinig bewegen, roken en alcohol drinken dragen allemaal bij aan erectieproblemen.’ Hetzelfde geldt trouwens voor alle eerder genoemde ziekten.

Minderen heeft zin

Zelfs voor de meest verstokte carnivoor die al decennialang dagelijks rood of bewerkt vlees eet, heeft minderen zin, vertelt Dagnelie. ‘Met elk jaar dat je gezonder eet, verbetert je gezondheid en neemt de kans op chronische ziekten af. Zeker als je niet alleen minder vlees eet, maar ook meer noten, peulvruchten en vette vis. Daarmee bewijs je ook onze planeet een dienst, want rood vlees is erg milieubelastend.’

Van de weeromstuit besluiten om al het vlees maar te laten staan vindt de hoogleraar onverstandig. ‘Vlees is een belangrijke bron van vitamine B-12, die we onder meer nodig hebben voor ons zenuwstelsel. Een tekort eraan kan onomkeerbare schade aanrichten. Vitamine B-12 zit ook in zuivelproducten, maar voor kwetsbare groepen als zwangere vrouwen en jonge kinderen is dat te weinig aan om aan de behoefte te voldoen.’ Af en toe vette vis of gevogelte eten is voor hen dus gezonder.