Direct naar artikelinhoud
Sorry zeggen terwijl je iets gééft, dat kan alleen bij een cadeaubon
De GidsFeestdagen

Sorry zeggen terwijl je iets gééft, dat kan alleen bij een cadeaubon

Beeld Krista van der Niet

Wat geef (of vraag) je in hemelsnaam als cadeau? Een cadeaubon lijkt de oplossing. Maar daarmee beginnen de problemen pas, betoogt Emma Curvers.

‘Wat geven we eigenlijk?’, vraagt een man aan zijn tv-reclamevrouw. Het duo staat voor een voordeur. ‘Blad Cadeau’, zegt zij, ‘daarmee kan Peter zelf een abonnement op zijn favoriete magazine uitzoeken’. Eenmaal binnen krijgt Peter, heel gek, toch de riem cadeau die de man kennelijk snel uit zijn broek heeft gehaald. Die Blad Cadeaubon houden ze liever zelf. Waarom in hemelsnaam? Als ze zelf zo graag een blad wilden, konden ze dat toch kopen?

Waarschijnlijk zag het reclamestel op de valreep ook wel in dat die bon eigenlijk een cadeau van niks is. Meer een noodsprong. ‘Sorry’, zei een vriendin laatst, toen ze mij een Bijenkorfbon gaf. Sorry zeggen terwijl je iets gééft, dat kan alleen bij een cadeaubon. Zo’n cadeau weerspiegelt hoe de gever mij ziet: niet heel specifiek. Mocht onze vriendschap het overleven, dan krijgt zij voor Kerst een Blad Cadeaubon.

Het ongemak leeft breder. ‘Ik vind het niet leuk dat men voor mij niets kan bedenken’, klaagt een meervoudig cadeaubonslachtoffer op de website van etiquette-expert Beatrijs Ritsema. ‘Het voelt als desinteresse.’ De bon, schrijft Ritsema terug, ‘staat in de cadeauhiërarchie slechts een treetje hoger dan baar geld’. In zeker opzicht is-ie zelfs nog minder waard, omdat geld overal kan worden besteed en niet verloopt. Gevers klagen op hun beurt over familieleden die om een cadeaubon vrágen: dat wordt ervaren als een motie van wantrouwen.

De mooiste en leukste cadeaus voor de feestdagen

Geen cadeaubon, maar wat dan wel? De Volkskrantredactie verzamelde meer dan 100 originele cadeautips, in alle categorieën en voor alle budgetten. Bekijk ze hier.

Cadeaukaartenwand

Toch staat op de verlanglijstjes de bon bovenaan: 93 procent van de Nederlanders vindt een cadeaukaart leuk om te krijgen, weet marktonderzoeksbureau Gfk. Nick Stals, een van de oprichters van Hotelspecials en van tripjes- en restaurantbon Gift for You, verklaart die groeiende populariteit: ‘Rond 2008 veranderde de papieren bon in een digitale cadeaukaart. Dat was de doorbraak. Ook verscheen toen de cadeaukaartenwand, waarmee supermarkten en kiosken het soort cadeaukaarten verkopen die je daarvoor alleen kon aanschaffen bij de winkel waar je ze ook inwisselde.’

Verrek: die plek naast de kassa, ooit gereserveerd voor shag, bounty’s en de Bouquetreeks, is ingepikt door de cadeaukaart: alsof je maar nooit weet wanneer je ineens nood hebt aan een weekend steengrillen op de Veluwe.

‘De bon staat in de cadeauhiërarchie slechts een treetje hoger dan baar geld.’Beeld Krista van der Niet

Met die wand kwam ook een ander, 21ste-eeuws verschijnsel prominent in beeld: de ‘belevenisbon’, zoals de Hema Lekkerweg, de Gift for You of de Restaurantbon. Met zo’n bon doen mensen elkaar wellnessweekenden en bungeejumps cadeau. Er zijn zelfs dierenartsbonnen en botoxbonnen. Wie écht geen idee heeft, laat de ontvanger het lekker zelf uitzoeken met de algemeenste kaart der kaarten: de Keuze Cadeaukaart. Maar al gaat er jaarlijks bij elkaar minstens zo’n 1,5 miljard euro om in de cadeaukaartindustrie, een imagoprobleem heeft de bon wel. ‘Klachtenregen over cadeaubonnen’, kopt de Consumentengids van december. Cadeau-ontvangers klagen steen en been, bijvoorbeeld over de Hotelbon, die alleen op derderangsdata inwisselbaar blijkt, of de Coolblue-cadeaukaart, waar het resttegoed na één aankoop komt te vervallen. Bij belevenisbonnen is de belevenis nogal eens ondermaats. Online gaat het ongenoegen gepaard met vele uitroeptekens, over bijvoorbeeld de Bongo-bon, die goed is voor een ‘Citytrip Deluxe’, ‘Verwenmoment’ of ‘Sauna & Bubbels’. Anoniempje schrijft: ‘Om te krijgen is het een misère’. Een ander anoniempje: ‘Geluk dat die bon gratis was, volgende maal geef ik hem weg.’

De korte geldigheidsduur van sommige bonnen irriteert. Volgens de Consumentenbond had ruim de helft van hun ondervraagden een verlopen bon. Begin november nam de Tweede Kamer een motie aan om de wettelijke minimale geldigheidsduur te verlengen van één naar twee jaar. Omdat, volgens CDA-Kamerlid Van den Berg, ‘vele miljoenen euro’s per jaar weglekken naar uitgevers (de bedrijven die de cadeaukaarten verkopen) zonder dat zij hiervoor een dienst hoeven te leveren.’

Drie keer Ottolenghi

En toch kopen we ze. Willen mensen, in de ban van een Japanse minimalismetrend, echt liever zelf iets kiezen dan een derde exemplaar van Simpel van Ottolenghi? Of ondergaan ze de ongemakken van cadeaubonnen lijdzaam, omdat een gegeven paard niet in de bek mag worden gekeken? Is een cadeaubon wel een goed idee?

De Consumentenbond is er kort over: nee. Geef geld. Woordvoerder Gerard Spierenburg legt telefonisch uit: ‘Met geld heb je de meeste bewegingsvrijheid. De ontvanger kan iets kopen waar-ie achter staat en er is een onbeperkt aantal partijen waar je het kunt gebruiken.’ Tja, waarom doen we dat niet gewoon? Geld, altijd geldig, geweldig toch? Helaas zijn etiquette-experts het erover eens: flappen onder de boom zijn een faux-pas.

‘Het verschil tussen geld en een cadeaubon is groot’, zegt auteur van etiquetteboek De Dikke Ditz, Reinildis van Ditzhuyzen. ‘Het belangrijkste aan een cadeau is dat je aandacht geeft aan de ander en cash is nul aandacht. Geld is onpersoonlijk. Voor een cadeaubon moet ik toch moeite doen. Kijk, als ik hem uit mijn zak haal alsof het een tientje is, dat is niks. Pak het leuk in, met mooi papier en een strik: dat maakt alle verschil.’

Geld en alles wat ernaar riekt heeft een ongemakkelijke plaats in de westerse cadeaucultuur. Cadeaus hebben een grote symbolische waarde. Geven, zo schreef de Franse socioloog Marcel Mauss, is ‘een deel van jezelf geven’. Ook volgens de Franse antropoloog Lévi-Strauss draait het om de betekenis die je legt in een cadeau. Geld is geen optie, want geld kan alles betekenen. Daarom halen we het prijsje van een cadeau af: dat doet er niet toe.

Naast persoonlijk zijn cadeaus liefst onnuttig, schreef de 19de-eeuwse Amerikaanse essayist Ralph Waldo Emerson. Je wil niet suggereren dat de ontvanger je gift nódig heeft uit armoe. Emerson dacht daarom aan een zelfgegutste houtsnede, een geborduurde zakdoek of een fraai gedicht. Al worden houtsnedes en gedichten nog weinig gegeven, de romantische geest is gebleven: zie de vele luxegeschenken als sieraden, wijn of parfum.

Naast persoonlijk zijn cadeaus liefst onnuttig, schreef de 19de-eeuwse Amerikaanse essayist Ralph Waldo Emerson.Beeld Krista van der Niet

Dus schippert de cadeaubon ongemakkelijk tussen geld en cadeau in: hij zegt weinig over de ontvanger en heeft zijn prijs op zijn buik. Pluspunt: hij voldoet aan de wensen van de ontvanger – als alles goed gaat, dan.

‘Er zijn goede en slechte bonnen’, zegt René van Dijk van Kadobonnenplaza. Van Dijk begon in 2012 zijn online-winkeltje in tweedehandscadeaubonnen toen hij zag dat er veel handel in was op Marktplaats. ‘Van bonnen als de VVV-cadeaukaart of de Bol-kaart wordt een paar procent niet ingeleverd, en van belevenisbonnen als die voor sauna of bioscoop, schat ik zelfs zo’n 30 procent.’ Volgens Van Dijk is het verdienmodel van de cadeaubonexploitanten voor een groot deel gebaseerd op verlopen bonnen.

De Amerikaanse econoom Jennifer Pate Offenberg berekende in 2007 het waardeverlies van cadeaubonnen. Gemiddeld werden cadeaukaarten op eBay met 20 procent korting doorverkocht.

Cadeaukaartenproblemen

Cadeaukaartkoning Nick Stals, die met Gift for You op nummer 98 in Quotes Top-100 jonge miljonairs belandde, verkocht zijn bedrijf in 2017 en stortte zich op een nieuw gat in de markt: cadeaukaartproblemen. Begin november presenteerde hij zijn nieuwe app Yesty, waarmee je kaarten kunt geven, ontvangen en kosteloos inruilen voor andere. Stals: ‘We lossen drie problemen op: mensen vergeten hem, hebben ’m in de winkel niet bij zich, of krijgen een kaart die ze niet willen. Wij helpen mensen hun kaarten te verzilveren door hen een reminder te sturen als een bon bijna verloopt.’

Dat winkels helemaal niet willen dat mensen hun bonnen inwisselen, spreekt Stals met klem tegen: ‘Bij de kaarten die bij één winkel kunnen worden ingeleverd, willen de winkels dat juist graag. Mensen geven namelijk vaak meer geld uit dan erop staat, ze hebben een goede ervaring en komen daardoor vaker terug.’

Dat inzicht wordt bevestigd door onderzoeksbureau Gfk: 61 procent van de ontvangers besteedt meer dan de kaartwaarde, gemiddeld zelfs het dubbele. Toch maken niet-ingewisselde bonnen wel degelijk deel uit van het verdienmodel. Vooral bij belevenisbonnen moet de gever goed opletten, zowel op de looptijd als op de waarde van de belevenis. Martijn Terbruggen, die met zijn cadeaubonsite Wissel.nl al honderdduizend tweedehandsbonnen heeft verkocht, vindt dat belevenisbonnen vaak hun geld niet waard zijn. Terbruggen: ‘Een bon-overnachting van 100 euro is meestal rechtstreeks te boeken voor 60 euro.’ En waarom zijn juist die bonnen dan zo kort geldig? Stals: ‘Neem een restaurant dat dit jaar voor 39 euro een high tea verzorgt, die kan dat over vijf jaar niet meer garanderen, omdat alles duurder is geworden.’

Kijk naar de voorwaarden

Cadeaukaarthandelaar Van Dijk heeft een advies voor gulle gevers: ‘Koop geen bonnen die maar één jaar geldig zijn. Kijk naar de voorwaarden en het aantal inleverpunten. De Kunst- en Cultuurcadeaukaart is bijvoorbeeld veel moeilijker in te leveren dan de Podiumcadeaukaart.’ Volgens hem is de consument op dit moment nog niet goed beschermd tegen slechte cadeaukaarten of een faillissement van de verstrekker. Speuren naar het keurmerk van de Consumentenbond kan, maar slechts 6 van de 250 bestaande cadeaubonnen is daarbij aangesloten. Waaronder de VVV-cadeaukaart, die in 2015 8,5 miljoen keer cadeau werd gedaan.

Maar is zo’n veilige kaart, die overal te besteden is, wel feestelijk? Eigenlijk niet, zag econoom Flóra Felső, die in 2017 promoveerde op het onderwerp. Felső onderzocht of de consument de VVV-cadeaukaart beschouwt als inkomen of juist als bon om iets feestelijks mee te doen. Opvallend: 83 procent van de ontvangers besteedt de bon aan aankopen die ze anders ook hadden gedaan. De 17 procent die wel iets bijzonders koopt, zijn vooral vrouwen, ontdekte ze: ‘Fascinerend, hè? Mannen gaan naar de Gamma om een boormachine te kopen. Vrouwen kopen vaker iets luxueus, zoals parfums of crèmes.’ En daarbij valt nog iets op: ‘Als een moeder een bon geeft en zegt dat je er sneakers van moet kopen, gebeurt dat ook vaak. Maar suggesties van collega’s worden veel minder vaak opgevolgd.’

Hoe verder je als cadeaubongever van iemand afstaat, hoe waarschijnlijker het dus is dat er koffiecupjes en swifferdoekjes van je bon worden gekocht.

Dan had je maar een echt cadeau moeten kopen. Helaas: die zijn niet veel waardevaster dan een cadeaubon. Ga maar na wat je doormaakt als je een kerstcadeau voor je introverte zwager moet verzinnen. Je probeert je in hem te verplaatsen: zou hij van die handschoenen met touchscreenvingers willen? Of toch een worstguillotine, de usb-bureaustofzuiger of een minigolfset voor op de wc? Wat je ook koopt, je zwager zal er altijd minder voor overhebben dan jij uitgeeft.

Zo demonstreerde de Amerikaanse econoom Joel Waldfogel al eens dat cadeaugevers bij klassieke kerstcadeaus zo’n 20 procent waarde verkwanselen. Waldfogel vroeg zijn studenten te schatten wat de prijs van hun kerstcadeaus was en wat ze er voor over hadden gehad om het voor zichzelf te kopen. Ze hadden er gemiddeld zo’n 20 procent minder voor willen betalen dan de geschatte aanschafprijs. Dat maakt gewone cadeaus gemiddeld dus niet efficiënter dan cadeaubonnen, waarop de doorverkoper ook zo’n 20 procent korting geeft als hij ervan af wil.

Wie geeft 'm?

Of zo’n cadeau in goede aarde valt, hangt sterk af van je relatie met die persoon. Hoe beter je iemand kent, hoe beter je zijn wensen kunt inschatten. Vrienden en geliefden zijn volgens Waldfogel de beste cadeaugevers: hun cadeaus worden hoog gewaardeerd. Oma’s, opa’s, ooms en tantes kopen de meest zinloze cadeaus, en zij kunnen maar beter kiezen voor de veilige optie: een cadeaubon of geld. Kleinkinderen zien oma en opa vaak te weinig om hen goede cadeau-ideeën aan de hand te doen – wat reden kan zijn er eens langs te gaan.

Toch is er ook voor die tweederangscadeaugevers hoop. Volgens Felső hadden de studenten van Waldfogel namelijk niet de vraag moeten krijgen op welke waarde ze hun kerstcadeaus schatten, maar voor hoeveel ze ze hadden willen verkopen. Dan neem je de sentimentele waarde mee. Want op het moment dat die excentrieke tante hem geeft en hij van jou is, kan die biedermeiervaas een gekoesterd object worden.

Geven draait om de ‘perfecte verspilling’: die toont dat je een investering doet in een toekomst met de ontvanger. Inefficiënte cadeaus onderstrepen juist beter de intenties van de gever. Denk aan een verlovingsring, die heeft een hoge prijs, is nauwelijks van nut, maar heeft wel grote symbolische waarde. Draai het maar eens om: een aanzoek met een geldbedrag ter waarde van de ring, slaagt waarschijnlijk niet. Wil je cadeau slagen, dan zul je moeten denken over je relatie met die ander. Econoom Felső: ‘Als werkgever sta je verder van iemand af en kun je je werknemers heel goed een breed besteedbare bon geven. Dat is beter dan wat er in de meeste kerstpakketten zit. Maar hoe dichter je bij iemand staat, hoe specifieker je cadeau moet zijn. Soms schiet je er misschien naast, maar die enkele keer dat je raak schiet, maakt alles goed.’

Het raden naar de ander is juist de reden dat we elkaar cadeaus geven. Elke goedbedoelde gok telt. Of die nou strandt bij een cadeaubon of bij een biedermeiervaas: alle verspilling is in de kerstgeest, als er maar een gedachte achter zit.

Wie geeft 'm?