Direct naar artikelinhoud
Land van afkomstMustapha Nakhli

‘Bij Ajax spelen nu twee Marokkanen in de basis en dat is een uitzondering, maar het gaat de regel worden’

Pas door zijn samenwerking met Hakim Ziyech besefte voetbalmakelaar Mustapha Nakhli (53) dat het kon: twee Marokkanen die samen succesvol zijn. ‘Wij kijken nog steeds op tegen Europeanen.’

Mustapha NakhliBeeld Casper Kofi

Bijna twintig jaar geleden, lang voordat hij de zaakwaarnemer werd van Hakim Ziyech, had zaakwaarnemer Mustapha Nakhli een plan. ‘Ik dacht: ik ben Marokkaans, ik ga voor de Marokkaanse voetballers. Dat viel vies tegen. Dan hadden we een goed gesprek, maar uiteindelijk zeiden ze: ik kies voor iemand anders.’

Voor wie kozen ze?

‘Voor een Nederlander. Die Marokkaanse jongens zeiden: de trainers, de leiding van de club, dat zijn allemaal Nederlanders, zij weten beter hoe ze met elkaar moeten omgaan, ze kennen elkaar. Ik ben begonnen met Nederlandse en Belgische spelers, van Surinaamse afkomst ook. Nu ik Ziyech heb en bij Ajax ook nog Mazraoui, in wie niemand het zag zitten, komen ze allemaal bij me. Voetballers bellen me zelf op. Ze zien wat hier gebeurt en denken: dat wil ik ook. Maar ik wil niet iedere speler hebben, ik kijk naar kwaliteit.’

Waarom dachten ze dat jij niet zou kunnen omgaan met Nederlanders?

‘Een blanke is beter en machtiger – dat blijft er toch in zitten bij Marokkanen. We zijn bezet geweest door de Fransen en de Spanjaarden, we kijken op tegen Europeanen. Het is een koloniale gedachte. Wat het verschil is: nu heb ik bewezen dat ik me staande kan houden in de westerse wereld.

‘Hakim Ziyech is heel belangrijk geweest in dat proces. We hebben een sterke band. Ik heb hem ontdekt op een toernooi in Tiel, om half negen ’s ochtends, in de regen. Hij was 16 en speelde in de jeugd bij Heerenveen. Door hem is mijn beeld veranderd. Nu zie ik dat het wél kan: twee Marokkanen die samen succes hebben.’

Op de Amsterdamse Zuidas bewonen Ziyech en Nakhli de penthouses van twee appartementengebouwen die tegenover elkaar liggen. ‘Waar ik woon heb je een elektronische sleutel nodig om binnen te komen. Een tijdje geleden kwam ik tegelijk aan met twee andere bewoners. Ze deden de deur beneden open en vroegen: woont u hier ook? In de lift bleven ze argwanend naar me kijken. Zelf drukten ze op het knopje voor de negende etage. Voor de twintigste verdieping, het penthouse, moet je in de lift weer een druppel gebruiken. Je had hun gezichten moeten zien toen ze beseften dat ik daar woonde.’

Hoe reageer jij daarop?

‘Lachend. Ik voel me sterk, niet zwak. Ook als de politie me aanhoudt omdat ik in een mooie auto rijd. Het beperkt je ontwikkeling om te blijven vastzitten in dat ene issue. Het is storing, je schiet er niets mee op. Dat is wat ik zeg tegen jongens die klagen dat ze worden gediscrimineerd in hun voetbalelftal.

‘Ik geloof dat aan de onderkant van de maatschappij wordt gediscrimineerd, daar worden bevolkingsgroepen achtergesteld. Aan de bovenkant telt het niet meer. Daar telt alleen kwaliteit. Als een voetballer klaagt dat de blanke jongens worden voorgetrokken, dan zeg ik dat hij harder moet trainen. Wanneer hij beter is, stelt de trainer hem echt wel op. In de top moet je leren vechten, alleen de sterkste blijft over. Niet de jongens die zeuren over discriminatie.

‘Zo werkt het voor mij ook. Bij buitenlandse clubs ben ik sowieso een Nederlander, niet een Marokkaan. En in Nederland geldt: kwaliteit is onderscheidend. Het maakt niet meer uit dat ik een Marokkaan ben, ik moet gewoon leveren wat er wordt gevraagd. Ik zie het alleen nog bij mensen die tegen me zeggen: voor een Marokkaan heb je het goed gedaan, ik wist niet dat die zo slim konden zijn. Daar maak ik grappen over met mijn spelers.’

Hoe word je voetbalmakelaar?

‘Net als ieder jongetje wilde ik voetballer worden. Dat zat er niet in, ik had niet genoeg talent. Ik had hbo gedaan. Voor gemeenten werkte ik met jongeren en probleemgezinnen. Ik vond het hypocriet, een graaicultuur. Het draaide om het geld van de subsidies, niet om het helpen.

‘De sport bleef trekken. Ik dacht: als ik zakelijk wil zijn en geld wil verdienen, dan liever met de sterksten en niet over de rug van de armen. De eerste jaren heb ik alleen maar geïnvesteerd en geen cent verdiend. Ik deed het naast mijn werk. Je had al een paar Marokkaanse zaakwaarnemers die in dienst van een ander werkten. Ik heb gevraagd of ze konden helpen. Natuurlijk deden ze dat niet, ze gunnen je niks. Ook de andere voetbalmakelaars niet bij wie ik solliciteerde.

‘Toen dacht ik: nu ga ik het zelf doen, met mijn eigen bedrijf, en ik zorg dat ik de grootste word. Met Hakim is dat gelukt. Wij zijn de pioniers achter het succes van Marokkaanse voetballers. En ik kan je zeggen: er komen zo veel Marokkaanse toptalenten aan, van de derde en vierde generatie, het gaat alleen maar meer worden. Bij Ajax spelen nu twee Marokkanen in de basis en dat is een uitzondering. Het gaat de regel worden.’

Nederlands

‘Nooit. Ik ben een Marokkaan, daar ben ik geboren. Maar ik participeer in Nederland, ik ben goed geïntegreerd. Ik vind het hier heerlijk.’

Marokkaans

‘Altijd.’

Eten

‘Thais.’

Partner

‘Ik heb twee half Nederlandse kinderen en nog een die vol Marokkaans is. Liefde is bepalend, niet etniciteit.’

Wit of blank

‘Allebei niet. Ik kijk naar mensen en niet in hokjes.’

Mustapha Nakhli

Mustapha Nakhli (Marokko, 1965) is de eigenaar van voetbalagentschap Nakhli Mondial. ‘Wat je helaas ziet: jonge spelers die hun broer of vader de zaken willen laten doen. Het gaat eigenlijk altijd mis. Bij het vak komt zo veel kijken: juridisch, fiscaal, medisch, een netwerk. Die familieleden hebben de deskundigheid niet en ze zijn er emotioneel te diep bij betrokken. Zo gaat veel talent verloren.’