Direct naar artikelinhoud
boekende dochter van crusoe

Schipbreukelingen onder elkaar in een elegant geschreven roman met humor, satire en venijn (vier sterren)

Robinson Crusoe is de grote held van Polly, die zich op eigenzinnige wijze een weg baant door de 20ste eeuw. Jane Gardam vertelt haar verhaal in een buitengewoon elegante stijl, met ingetogen humor en een scheutje venijn.

De dochter van CrusoeBeeld Typex


Het boek heet De dochter van Crusoe (Crusoe’s Daughter) en inderdaad, van de eerste tot de laatste bladzijde hangt er een ‘eilandgevoel’ over de pagina’s. Na de geweldige ‘Old Filth’-trilogie – Een onberispelijke man, Een trouwe vrouw, Laatste vrienden – brengt uitgeverij Cossee opnieuw een roman van Jane Gardam (90) in vertaling. En opnieuw is de lezer de grote winnaar. Ook in deze roman kunnen we ons laven aan een buitengewoon elegante, beeldende schrijfstijl, waarin naast ingetogen humor en geamuseerde satire bij tijden ook plaats is voor een scheut venijn.

Naar verluidt is de hoofdpersoon, Polly Flint, gebaseerd op Gardams moeder. Als de roman begint, in 1904, wordt de 6-jarige Polly door haar vader ondergebracht bij twee ongehuwde tantes, die in een groot huis nabij de kust van Yorkshire in Noordoost-Engeland wonen. Polly’s moeder is al jaren geleden overleden en haar vader is zeekapitein en moet weer op reis. Het zal niet lang duren of ook hij ontvalt haar.

Vergeleken met de tehuizen in Wales, waar ze eerder woonde, is Polly’s bestaan in het grote gele huis dat Oversands heet zo slecht nog niet. Tante Frances is de opgewektheid zelve en tante Marty is weliswaar somber van aard, maar heeft geen kwaad in de zin. De ziekelijke, inwonende mevrouw Woods, met haar groene gezicht, mag dan op het vijandige af stug zijn, ze geeft Polly wel Franse en Duitse les.

Eenzaam als ze is, raakt Polly al snel in de ban van de literatuur. De studeerkamer van haar overleden opa telt de verzamelde werken van alle grote Engelse schrijvers. Polly leest gretig en ontdekt al snel wat haar levenslange favoriet zal blijven: Daniel Defoe’s Robinson Crusoe.

Het is niet lastig in te zien wat Polly zo in de schipbreukeling uit de titel aantrekt: net als hij beschouwt zij zich als een eenling, geïsoleerd van de rest van de wereld. Ze bewondert zijn vindingrijkheid, zijn veerkracht, de manier waarop hij op een zuiver rationele manier vorm geeft aan zijn leven. Voor niet-rationele zaken heeft Polly weinig belangstelling: ondanks druk van haar omgeving weigert zij het vormsel te ontvangen.

In de persoon van Polly schetst de roman een beeld van de beperkte positie van de vrouw in de eerste helft van de twintigste eeuw, met name een vrouw zonder geld en sociale status. In de praktijk biedt alleen een huwelijk kans op sociale mobiliteit.

Tot tweemaal toe komt er een potentiële echtgenoot in beeld. De eerste is Paul Treece, Oxford-student en dichter. Hoewel veel hoogdravender van gemoed dan de broodnuchtere Polly, lijkt hij een geestverwant. Maar als in 1914 de oorlog uitbreekt, meldt hij zich onverwacht als vrijwilliger. Pauls ambities eindigen in de loopgraven. Als later zijn gedichten boven tafel komen, blijkt hij niet een van de grote War Poets te zijn.

Polly’s tweede verliefdheid is Theo Zeit, die deel uitmaakt van een schatrijke, naar Engeland geëmigreerde Duits-Joodse familie. Zoals veel in Engeland woonachtige Duitsers gedurende de Eerste Wereldoorlog, worden de Zeits geconfronteerd met discriminatie en erger. Niet alle Duitse Engelsen hadden de mogelijkheid zich van Saksen-Coburg-Gotha te laten omkatten tot Windsor. Dus gaan de Zeits terug naar hun geboorteland, waar zich vanaf 1933 een nog veel ernstiger dreiging zal aandienen.

Het is bewonderenswaardig hoe Gardam, via een personage dat door omstandigheden en temperament grotendeels buiten de maatschappij blijft staan, haast tussen de regels door de grote gebeurtenissen van de twintigste eeuw haar roman binnenhaalt. Niet alleen de twee wereldoorlogen, maar ook de teloorgang van Groot-Brittannië als wereldmacht is een impliciet thema in deze roman.

Als de inmiddels 87-jarige Polly op de slotbladzijden een gesprek voert met haar held Crusoe, heeft haar jarenlange ‘eiland-situatie’ een nieuwe status gekregen. Een mooi slotakkoord van een eigenzinnig leven.

Schipbreukelingen onder elkaar in een elegant geschreven roman met humor, satire en venijn (vier sterren)

Jane Gardam: De dochter van Crusoe

Uit het Engels vertaald door Gerda Baardman en Kitty Pouwels.

Cossee; 288 pagina’s; € 22,99. Vier sterren.