Direct naar artikelinhoud
nieuwszorgverlening

Politiek en praktijk zijn het eens: volgend jaar moet 5-minutenregistratie in de zorg écht verleden tijd zijn

In 2019 moet het echt gebeuren: alle partijen in de zorg hebben beloofd om de 5-minutenregistratie dan af te schaffen. Het ministerie van Volksgezondheid en de Nederlandse Zorgautoriteit gaan verpleegkundigen helpen als de afschaffing niet goed verloopt.

Verpleegkundige Marloes Vesters leert een cliënt hoe ze zelf haar ogen kan druppelen zodat de thuiszorg niet meer zo vaak hoeft langs te komen.Beeld Marcel van den Bergh

In een convenant beloven alle partijen in de wijkverpleging elkaar plechtig dat de gewraakte vijf minutenregistratie volgend jaar echt moet verdwijnen. Het gaat om Actiz en Zorgthuis namens de zorgondernemers, de zorgverzekeraar, de toezichthouder NZA, minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid en de beroepsvereniging van verpleegkundigen en verzorgenden V&VN.

Het gaat om de beslechting van een jarenlange strijd van V&VN tegen de tijdrovende tijdregistratie, die de grootste ergernis is in de zorg. Zorgverleners, zoals de wijkverpleging, zijn nu vaak verplicht om hun werktijd te verantwoorden, per (minimaal) 5 minuten. De beroepsorganisatie schat dat hierdoor duizenden manjaren werk verloren gaan. Tijdens een achturige werkdag wordt een uur besteed aan administratie die niet direct met de zorg te maken heeft.

De tijdregistratie werd rond de eeuwwisseling door het ministerie van VWS ingevoerd om de zorg te standaardiseren en te verantwoorden. Later werd de registratieplicht versoepeld om de professional meer autonomie te geven. Zeven jaar geleden schafte staatssecretaris Marlies Veldhuyzen van Zanten de regel formeel af. Zij stelde ook en nieuwe manier van betaling van de wijkverpleging door verzekeraars voor. Daar gebeurde niets mee omdat alle aandacht uitging naar de reorganisatie van de ouderenzorg die haar opvolger Martin van Rijn doorvoerde.

Gemakzucht

Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid maakte bij zijn aantreden en jaar geleden het schrappen van overbodige regels in de zorg tot speerpunt van zijn beleid, zoals de 5-minutenregistratie. Veel regels die officieel al zijn afgeschaft blijken in de praktijk nog te worden gehandhaafd, vaak uit gemakzucht. Zo bestaat de 5-minutenregistratie nog steeds omdat verzekeraars het handig vinden bij het vergoeden van zorg, terwijl werkgevers en hun accountants de registratie gebruiken als prikklok.

Voor de wijkverpleging is dit jaar een nieuwe werkwijze vastgelegd in een ‘kwaliteitskader’. Voor elke hulpbehoevende wordt voortaan een zorgplan gemaakt. Op basis daarvan worden rekeningen bij de zorgverzekeraar ingediend en vergoed. Daaruit volgt het afschaffen van de 5-minutenregistratie door werkgevers en verzekeraars.

In een convenant beloven de partijen zich daar echt aan te gaan houden. Als werkgevers problemen hebben met de nieuwe werkwijze kunnen zij hulp inroepen van de helpdesk en een praktijkteam die het ministerie en de NZA inrichten. Maar ook wijkverpleegkundigen kunnen een beroep doen op deze hulptroepen als de minutenregistratie niet echt verdwijnt. De afschaffing kan nog problematisch zijn want in de slotalinea van het convenant staat dat de afspraken niet juridisch afdwingbaar zijn.

Meer rust en meer tijd: eindelijk verlost van elke vijf minuten zorg noteren
Er is nauwelijks een maatregel te bedenken die zo veel wrevel heeft veroorzaakt onder verzorgenden en wijkverpleegkundigen als de vijfminutenregistratie. Na ruim vijftien jaar lijken alle partijen zover om een eind te maken aan de strak vastgelegde minutenzorg. In Boskoop hebben ze ­er al afscheid van genomen. ‘Het was het sluitstuk van de industrialisatie van de wijkverpleging.’