Direct naar artikelinhoud
Column

Surprises zijn zelden mooi of nuttig, maar wel de ultieme ‘joy sparkers’

Surprises zijn zelden mooi of nuttig, maar wel de ultieme ‘joy sparkers’

Waar moeten de surprises wonen? Dat is mijn vraag deze dagen. En: wat zou Marie Kondo van surprises vinden? Ik weet dat ze die in Japan niet maken, daar zullen ze elkaar met feestdagen vast een ge-origami’d zwaantje van bijzonder geschept papier schenken dat ze een rivier af laten drijven alwaar het op organische wijze vergaat, dus dan zit je niet met het probleem van nog meer meuk in je huis.

Het ding is, als je het bekijkt volgens de regels van de opruimgoeroe: surprises sparken natuurlijk veel joy, en als iets joy sparkt, dus diepe vreugde bij je oproept, mag je het houden van Marie Kondo. Dan hoef je het niet weg te gooien.

Surprises zijn de ultieme joy sparkers. Zelfs al is een surprise niet mooi of nuttig – en dat is zij zelden – toch brengt ze vreugde, de aanblik van een gigantisch poffertje van papier-maché dat iemand met weinig knutseltalent voor je geknutseld heeft omdat jij ooit hebt laten vallen dat je best wel van poffertjes houdt.

Natuurlijk brengt het gigantische poffertje vooral vreugde op pakjesavond zelf, maar ik kan me voorstellen dat het later in het jaar ook nog blijdschap op kan roepen, omdat je terugdenkt aan die fijne Sinterklaasavond als je dat gigantische poffertje in een hoek van je kamer ziet verstoffen.

Vroeger, in mijn ouderlijk huis, hadden we een speciale kamer voor de surprises. Daar gingen ze na 5 december heen en daar bleven ze jarenlang staan, op een hoge tafel, op een rijtje naast elkaar. Oké, die kamer was gewoon het washok en het washok was gewoon de kelder, maar toch hadden de surprises daar een prima plek. En omdat we elke dag de was deden, zagen we de surprises nog elke dag.

Zonder dat onze leefruimte direct werd ingenomen door de grote, kartonnen koffiezetautomaat die mijn broer voor mijn vader had geknutseld (mijn vader zette nooit zelf koffie maar haalde die altijd uit de automaat in de muziekschool tegenover ons huis) of de tv met Eastenders die ik voor mijn stiefmoeder had gemaakt (ze hield van Eastenders), konden we onze knutselwerken toch elke dag even bekijken als we een wasje gingen doen.

Mijn vader begreep surprises trouwens niet; die bedacht altijd iets wat maar heel kort houdbaar was. Dan stuurde hij je op pakjesavond de kamer uit, verkleedde zich snel als het Vrijheidsbeeld, ging op de bank zitten met zijn arm omhoog, en dan mocht je terugkomen en dan was hij de surprise.

Dat vonden wij altijd heel vervelend, want wij wilden iets van papier-maché wat je voor eeuwig kon laten verstoffen.

Het was trouwens wel kunstzinnig wat hij deed, realiseer ik me nu. Performance art. En ik denk dat Marie Kondo het heel goed gevonden had.