Direct naar artikelinhoud
BeschouwingBiographic Novels over Duitland

Erfzonde in beeld: Joost Pollmann over de zoektocht van Duitse striptekenaars naar ‘die Heimat’

Nog steeds weten veel Duitsers niet wat die Heimat voor hen betekent. Volgens Joost Pollmann, zoon van een ‘foute vader’, biedt de graphic novel soelaas. Voor de Volkskrant recenseert hij twee opvallende nieuwe titels.

Kinderland van Mawil.Beeld Mawil

Begin deze eeuw, in 2001, verscheen Kraut van Peter Pontiac, waarin hij een lange brief aan zijn vader schreef en die verluchtigde met talloze tekeningen. Pontiac noemde het werk een ‘biografiek’, waarin hij op zoek ging naar het oorlogsverleden van zijn vader. Die was als verslaggever lid geweest van de Waffen SS en was daarvoor veroordeeld tot vier jaar gevangenis. Pontiacs boek werd bekroond met de Marten Toonderprijs voor beste graphic novel, maar het betrof hier beslist geen fictie. Later raakte de vader op mysterieuze wijze uit beeld, Kraut begon daarom met de vraagstelling: ‘Waarom vermist en waarom fascist?’

Nu wil het toeval dat de vader van Peter Pontiac (het pseudoniem van Peter Pollmann) ook mijn vader was, en dat ik dus ook ben opgegroeid met ondemocratisch gedachtegoed en antisemitische kletspraat. Ik weet hoe het is je zwaar te generen voor dingen die voor je geboorte zijn gebeurd, een erfzonde noemden ze dat vroeger. Over precies die schaamte gaat het pas verschenen meesterwerk Heimat - Terug naar het land van herkomst van tekenaar Nora Krug (41), waarin ze haar pijnlijke familiegeschiedenis duikt. Parallel daaraan verscheen Kinderland van de Berlijnse stripmaker Mawil (pseudoniem van Markus Witzel), die in de DDR werd geboren. Nog een grafische roman waarin de Duitse geschiedenis de hoofdrol speelt. Is het maken van strips een nieuwe trend in de traumaverwerking?

Heimat – Terug naar het land van herkomst van Nora Krug.Beeld Nora Krug
Heimat – Terug naar het land van herkomst van Nora Krug.Beeld Nora Krug

Leedvermaak is typisch Duits

Hoog boven de wolken staat de Übermensch op een bergtop, elegant gekleed, wind in het haar, een wandelstok in de rechterhand. Het is Der Wanderer über dem Nebelmeer van Caspar David Friedrich uit omstreeks 1818. Zo’n schilderij dat iedereen wel kent, een evergreen uit de Duitse romantiek. Uitgerekend dit werk wordt geciteerd op de omslag van Heimat - terug naar het land van herkomst, dat is geschreven en getekend door de Duits-Amerikaanse illustrator Nora Krug. In haar versie wordt de man op de bergtop een vrouw, die uit de wolken een brandend vliegtuig ziet neerstorten: het sublieme landschap als vuilnisbelt van de geschiedenis. De wandelstok draagt ze links.

Nora Krug (1977) behoort tot de top van het illustratorengilde. Ze publiceert in The New York Times en de Boston Globe, in The Guardian en Le Monde Diplomatique. Ze woont al twaalf jaar in Brooklyn en voelt zich daar Duitser dan ooit: Amerikanen confronteren haar geregeld met haar herkomst en doen dat steevast in clichés. Duitsland, is dat niet de bakermat van schadenfreude, het leedvermaak? Als ze op een rommelmarkt een koekoeksklok ziet liggen, kitsch waar ze vroeger haar neus voor ophaalde, koopt ze de klok meteen. Waarom eigenlijk? Nora schaamt zich en voelt zich schuldig, al is ze getrouwd – zeker niet toevallig – met een Joodse man. Als puber, nog op een Duitse school, leerde ze het woord Vergangenheitsbewältigung kennen, ‘het innerlijk verwerken van het verleden’. En er was nog een woord, weliswaar met minder lettergrepen, dat een hoofdrol vervult in het nadenken over Duitsland als je thuisland: ‘We wisten niet goed wat we aan moesten met het woord ‘heimat’.’

Een paar weken terug was Krug in Nederland en werd toen in het Goethe Instituut geïnterviewd door Micha Wertheim. Ze vertelde hem dat ze zes jaar aan het boek heeft gewerkt en dat ze de eerste vier jaar bezig was met documenteren en schrijven. ‘Ik houd eigenlijk niet van tekenen’, biechtte ze op, wat voor een illustrator wel een tikje vreemd is. Ook haalde ze filosoof Hannah Arendt aan, die vraagtekens heeft gezet bij de collectieve schuld van de naoorlogse Duitsers: ‘Als iedereen schuldig is, is niemand het.’ Krug is het daarmee eens: het is te makkelijk.

Krug wilde precies weten wat de betrokkenheid van haar familie bij het nationaal-socialisme is geweest. Ze besloot op onderzoek uit te gaan en concentreerde zich daarbij op Willi Rock, haar opa van moederszijde, afkomstig uit Külsheim in de deelstaat Baden-Württemberg, gelegen tussen Neurenberg en Frankfurt am Main. Een popperig stadje waar niettemin al sinds de middeleeuwen op Joden wordt gejaagd. Nora Krug behandelt de pogroms in een bondig stripje in het hoofdstuk getiteld ‘Open wonden’. Haar grootvader Willi was een goede man, maar hield hij zich staande tijdens het oprukkende nazisme? Ze vindt een schoolschrift waarin hij in keurige letters heeft geschreven: ‘Als je de Jood van achteren ziet, herken je hem niet meteen.’ Maar ja, hij was nog een kind. Wanneer ze op een dag het bewijs vindt van zijn lidmaatschap van de NSDAP, voelt dat ‘als een plotselinge, brandende uitslag’. Hij moest wel lid worden, betoogde hij, anders kon hij geen rijschool openen. Na de oorlog wordt Willi berecht, maar hij komt er genadig van af met het stempel ‘meeloper’.

De Nederlandse ondertitel van Krugs boek, Terug naar het land van herkomst, verwijst naar het klassieke werk van Eddy du Perron uit 1935, Het land van herkomst. Dat werd indertijd door Simon Vestdijk gekarakteriseerd als een ‘conglomeraat van dagboek, memoires, gesprekken, brieven en een volledige autobiografie’. Ook Heimat is een samenraapsel van genres: er staan strips in, fotocollages, brieven, documenten en een achtdelige ‘catalogus van Duitse dingen’, zoals de oerdegelijke ordner van het merk Leitz: Ordnung muß sein. De complexiteit van het boek blijkt trouwens ook uit de buitenlandse titels. In het Engels streng: Belonging - A German Reckons with History and Home. In het Duits ironisch-gezellig: Heimat: Ein deutsches Familienalbum. Samen vatten die titels Krugs drijfveren mooi samen: afrekenen met de geschiedenis en verzoening zoeken met de familie.

Heimat - Terug naar het land van herkomst, Nora Krug. Uitgeverij Balans; € 25. Vertaling Inge Pieters. (Vijf sterren)

Kinderland van Mawil.Beeld Mawil

Pingpong in Kinderland

Tegelijk met Heimat is er nog een (autobio)grafische roman over de Duitse geschiedenis verschenen: Kinderland - Een jeugd in de schaduw van de Muur. Getekend door Mawil, die als Markus Witzel (42) in de DDR ter wereld kwam. Toen Oost en West werden herenigd was hij 13, aan het begin van zijn puberteit dus, en de lezer krijgt in de proloog te zien hoe hij, tot zijn eigen schrik, wakker wordt met een stijve. Maar verwacht geen felrealistisch stripverhaal, want Mawil kiest voor een kinderlijke tekenstijl die recht doet aan de belevingswereld van de hoofdpersoon. Deze heeft de naam Mirco Watzke gekregen (let op de initialen M.W., want Mawil was natuurlijk zelf dit jongetje) en zijn leven draait om tafeltennis. Als lid van de Freie Deutsche Jugend – de padvinderij in een socialistisch jasje – mag de kleine, bebrilde jongen pingpongen zoveel hij wil. Terwijl hij zich met moeite staande probeert te houden tussen veel stoerdere schoolkameraden, vangen we op de achtergrond glimpen op van de verkruimelende heilstaat. We zien grijze woonkazernes of een televisiebeeld van vluchtende burgers, maar de jeugd van Mirco staat centraal. En dan vooral zijn gepingpong: van bladzijde 164 tot en met 192 knallen de batjes onafgebroken een witte bal heen en weer. Dynamisch getekend, maar het zou aardig zijn geweest als Mawil het pingpongen had gebruikt als metafoor voor de labiele verhouding tussen Oost- en West-Berlijn. Gezien de grote populariteit van DDR-films als Das Leben der Anderen en Good Bye Lenin! had er ook wat meer socialistische couleur locale in het boek gemogen, want er gaat van het bleke design onder staatshoofd Erich Honecker nu eenmaal een merkwaardige aantrekkingskracht uit.

Striptekenaar Simon Schwartz, eveneens in Oost-Duitsland geboren, publiceerde in 2009 de grafische roman Drüben (Daarginds), waarin hij vertelt hoe hij met zijn ouders naar het Westen vluchtte en hoe verraden de achterblijvende grootouders zich voelden. Verzoening bleek niet mogelijk. Kwaliteitskrant Die Tageszeitung schreef toen: ‘De grafische roman is bij uitstek geschikt om subjectieve beleving te combineren met objectieve gebeurtenissen.’ In het kinderland van Mawil blijven die gebeurtenissen helaas te veel op afstand.

‘Kinderland’, Mawil. Uitgeverij Soulfood Comics; € 27,50. Vertaling Sigge Stegeman. (Drie sterren)

Epiloog

Heimat en Kinderland verbeelden twee gezichten van Duitsland, die voor mij samenkomen in één herinnering. Niet alleen mijn vader was fout, mijn moeder zat tijdens de oorlog als au pair in de Petzowerstraße in Berlijn, een chique grijsbruin gepleisterde villa achter de Beetzsee. Omdat het daar te gevaarlijk werd, liftte ze terug naar Nederland. Stoer. Ik ben er weleens naartoe gegaan toen ik begin jaren tachtig met een vriend in West-Berlijn was. Ons bezoek viel samen met de Dag van de Arbeid en we besloten die te vieren in Oost-Berlijn. Via Checkpoint Charlie konden we naar de overkant en de vopo’s ontdekten al snel dat ik een perskaart op zak had. Was soll das? Drie kwartier heb ik in een houten hok gevangen gezeten, hachelijk, maar belachelijk vergeleken met de vier jaar cel voor mijn vader. Daarna werd ik vrijgelaten en ’s middags zagen we over het trillende asfalt van de Karl Marx Allee vijftigduizend reservisten voorbij marcheren. Papa Pollmann zal vier decennia daarvoor iets soortgelijks hebben gezien: zelfde stad, ander uniform.

Nog meer terug naar vroeger

Alle details van het communistische leven komen aan bod in Marzi, de jeugdherinneringen van de Poolse Marzena Sowa die zijn opgetekend door haar partner Sylvain Savoia. Vakbond Solidarność, de voedselschaarste, het grauwe straatbeeld: alles krijgen we te zien. Eerst verscheen Marzi als vrolijk gekleurd jeugdalbum, daarna kwam er een herdruk in grijs en rood in een ander, serieuzer formaat. In de laatstgenoemde vorm won het boek talloze prijzen.

De Vietnamese Thi Bui is dochter van Vietnamese bootvluchtelingen die in Amerika zijn terechtgekomen en vertelt in The Best We Could Do hoe het oorlogsverleden tussen generaties doorsijpelt. Dat Thi Bui zichzelf heeft leren tekenen om het verhaal op papier te krijgen is goed te zien, maar als studie van een posttraumatische familietrauma is het boek toch interessant.

Vergangenheitsbewältigung hoeft niet alleen betrekking te hebben op een oorlogssituatie. Enkele jaren terug verscheen Op weg en reis van Liesbeth Labeur, een graphic novel over het opgroeien in een reformatorisch Zeeuws gezin. Een onheilspellend verhaal waarin Labeur veel hoofden zonder gezicht afbeeldt, alsof opgroeien met Het Geloof funest is voor het ontwikkelen van een eigen identiteit.

Lust.
Lust.Beeld none
Marzi.Beeld none