Direct naar artikelinhoud
Wat zijn dit voor vragen?Arno Kantelberg

‘Er schuilt wel een missionaris in me; die openbaart zich in de stijlpastoor én in de basketbaltrainer’

Stijlspecialist Arno Kantelberg (50) schreef een boek over schrijvers en hun uitdossing. De Brabantse Amsterdammer verkiest Mulisch boven Deelder.

Arno KantelbergBeeld Frank Ruiter

Esquire, Men’s Health of National Geographic?

‘Niets ten nadele van de andere titels, maar Esquire natuurlijk! Vanaf mijn 20ste lees ik de Amerikaanse editie en sinds ik hoofdredacteur werd, vijftien jaar geleden, is er een hechte band. Ik lees alle stukken, schrijf vaak de coverinterviews en natuurlijk de hoofdredactionele column. Daarnaast zie ik erop toe dat het magazine steeds een stijlvol ontwerp krijgt. Elke uitgave is in principe een variatie van hetzelfde, succesvolle recept, met stijl, carrière, interviews en entertainment als ingrediënten. Maar ik probeer er elke keer de beste versie van te maken. Als jij wekelijks babi pangang maakt, wil je het toch ook steeds opnieuw lekker maken?

‘Drie titels managen is inderdaad erg druk. Ik fiets nu heen en weer tussen de twee locaties van onze uitgeverij. Ik hoop meer rust te vinden, wanneer we met de gehele uitgeverij verhuizen naar een nieuwe locatie in de stad.’

Gemert of Amsterdam?

Op licht joelende toon: ‘Gééémèèèrt. Je stelt deze vraag vaker, neem ik aan? Is er überhaupt ooit iemand die Amsterdam kiest? In Gemert heb ik mijn vormende jaren beleefd. Het is het dorp van mijn moeder, mijn eerste vriendinnetje, mijn eerste basketbalcoach, mijn leraar geschiedenis. Daar denk ik met liefde aan terug. Maar soms spoken er andere echo’s van dat verleden door mijn hoofd. De herfstige dinsdagen waarop ik door lege straten terugfietste van school naar huis. De zondagen in een katholiek boerendorp. Avontuur was er weinig te beleven. Als ik er over nadenk, vind ik Amsterdam inderdaad leuker. Hier heb ik mijn koffiehuis aan de overkant, waar het altijd gezellig druk is. Toch heb ik me altijd verbaasd over al die jongens en meisjes uit dorpen die de grote stad krampachtig omarmen en bij wijze van spreken roepen: ‘Ik kan geen dag zonder de Westertoren!’ Het Maria Goos-syndroom. Dat heb ik niet.

‘Ik kom uit een bijstandsgezin. Mijn vader is op jonge leeftijd overleden en mijn oudere broer en ik groeiden alleen met alleen onze moeder op. Van internet hadden we nog niet gehoord en thuis hadden we vijf boeken: Het Aanzien van 1969, 1971, 1972, 1973 en 1975. 1974 ontbrak, om de een of andere reden. Die boeken verslond ik. Ze waren mijn venster op de wereld en een lange tijd kon ik je precies vertellen welke obscure historische gebeurtenis op welke datum plaatsvond. In strips en tv-series zag ik journalisten, dat leek me zo’n mooi Pietje Bell-achtig bestaan: met een blocnote in de hand de wereld ontdekken. Mijn grootste ambitie was echter om gewoon goede stukjes te schrijven. Ik had geen vergezichten in mijn hoofd.

‘Of ik weer in Gemert zou kunnen wonen? Misschien wel halverwege. Den Bosch, ofzo? Mijn dochter en mijn zoons krijgen wel een Surinaams-Brabantse opvoeding (Kantelbergs vrouw komt uit Suriname, red.). Worstenbroodjes en kousenband.’

Planet or plastic?

‘Ah ja. Dat was de tekst op de cover van de best verkochte National Geographic dit jaar. Op de coverfoto dreef een plastic zakje in de oceaan. Doordat er ingezoomd was, leek het net een ijsberg. Een verontrustend, maar door de compositie ook esthetisch beeld. Ik denk dat het daarom zo goed verkocht. Het sprak tot de verbeelding.

‘Ik kan natuurlijk niet voor plastic kiezen. Bij de National Geographic overpeinzen we op verschillende manieren onze impact op het milieu. Het recyclenbare folietje om de magazines wordt binnenkort vervangen door papier. Het is waar, in de National Geographic Traveler, het reismagazine van National Geographic, prijzen we vervuilende vliegreizen aan. Reizen vind ik echter cruciaal. Reizen is de wereld ontdekken en leren appreciëren, het helpt je context te geven aan het bestaan in Nederland. Maar het is zaak om verstandig te reizen. Ga niet voor een dagje shoppen op en neer naar Barcelona of Londen. Neem de trein, wanneer het kan.

‘Treinreizen zullen we nadrukkelijk meer gaan aanprijzen. Daarnaast verschijnt er binnenkort een artikel van onderzoeksjournalist Bart Crezee, dat licht werpt op de vraag of het überhaupt zoden aan de dijk zet om je vliegreizen te compenseren. De conclusie is dat het het beste zou zijn om binnen te blijven en niets te doen. Maar dat is onrealistisch. Daarom geeft de auteur wat realistischer tips, voor mensen die wel willen reizen maar ook aan het milieu denken.’

Basketbalcoach of stijlpastoor?

‘Basketballoach! Veertien jaar coach ik al 2 à 3 keer in de week jongens tussen de 10 en 18 jaar.  In het weekeinde spelen we een wedstrijd. Twee keer ben ik met mijn team Nederlands kampioen geworden. En geen onderbond hè, mind you. Hoe ik daarin ben beland? Mijn beide zonen spelen basketbal en zelf speelde ik vroeger ook. Ik geniet ervan die jongens,  vaak echte schoffies, te kneden. De titel stijlpastoor is me ooit gegeven, omdat ik mijn ongezouten mening geef over de kleding van bekende Nederlanders. Het is een rol die ik met plezier speel, onder andere elke zaterdag in het Volkskrant Magazine. Maar je kunt me niet gelukkiger maken dan wanneer je me op een sportveld zet met een groep jongeren. Er schuilt denk ik wel een missionaris in me, die zich zowel als basketbaltrainer als stijlpastoor openbaart.’

Regels of improviseren?

‘Improviseren. Regels zijn alleen maar leuk als je ermee kunt breken. Ik ben zelf altijd wel een beetje opstandig geweest. Maar ik ontken niet dat regels prettig zijn om houvast te bieden. Bij basketbal zijn er ook veel regels: netjes elkaar de hand geven, op tijd komen. Daar moeten de jongens zich ook echt aan houden. Echter, als we het over stijl hebben, dan zou het wel fijn zijn als de Nederlandse man bepaalde regels zou kennen. Vandaag de dag leert een jongeman bijvoorbeeld niet meer van zijn vader hoe hij een stropdas moet strikken, zoals ooit wel het geval was. Die kentering komt door de jaren zestig en zeventig, toen alle regels overboord moesten. Maar dat maakt dat de man nu van ver moet komen en vaak geen enkele houvast heeft in het ontwikkelen van een eigen kledingstijl.

‘Een stijlregel die ik het belangrijkst vind? Dat de mouwen van mijn overhemd onder mijn jasje uit komen. Als ik dat niet doe, voelt het bijna alsof ik naakt rondloop.’ 

Naar huis op de bakfiets of met een vrouw die cigarillo’s rookt?

‘Dit is het raarste dilemma dat ik ooit heb gehoord. O! Het zijn citaten uit de Esquire-scheurkalender van vorig jaar. In de kalender stond bij elke datum een regel voor mannen. Zoals: ‘Een bakfiets is voor niemand leuk’ of ‘Ga nooit met een vrouw naar huis die cigarillo’s rookt’. Vooral om te lachen natuurlijk. Van de bakfiets moet ik niets hebben. Het is de GroenLinks-Hummer van de Amsterdamse binnenstad, die iedereen in de weg staat. Dan kies ik de vrouw met een cigarillo. Dat wordt misschien nog een leuk avontuur.’

To be a work of art or to wear a work of art?

‘Ah, Oscar Wilde. Ik zou zeggen: to be a work of art. Ik fiets dagelijks de hele stad door, uren per dag. In Amsterdam fiets je dan meestal in een hele colonne van fietsers. Ik mag dan graag achter vrouwen fietsen. Ik ruik de geur van hun parfum in de wind en kijk naar de manier waarop ze trappen. Er is namelijk weinig zo charmant en kunstrijk als hoe Nederlandse vrouwen kunnen fietsen.’

Carnaval of Fashion Week?

‘De Fashion Week in Milaan, waar ik twee keer per jaar kom, begint al aardig op een carnaval te lijken. Er wordt meer gepronkt door de bezoekers van de modeshows dan op de catwalk. Op straat staan rijen fotografen klaar om de extravagante outfits van de voorbijgangers vast te leggen. Maar de relaxte sfeer die tijdens het Brabantse carnaval heerst, is niet te overtreffen. Tegenwoordig vier ik het niet meer in het dorp, maar in Den Bosch.’

Harry Mulisch of Jules Deelder?

‘Mijn persoonlijke favorieten uit De stijl van de schrijver (Kantelbergs nieuwe boek, red.). Hoewel ik Jules geweldig vind in vestimentaire zin, moet ik voor Harry Mulisch kiezen. Je kunt niet om hem heen. Zo extravagant en zo eigenwijs. Hij reed demonstraties af in zijn cabriolet sportwagen met opengewerkte, kalfslederen racehandschoenen aan. Heerlijk, die arrogantie en koketterie. Zo ingenieus als hij zijn romans construeerde, zo construeerde hij ook zijn garderobe. Een zekere moed en arrogantie zijn nodig om een spannende stijl te hebben.’

Arno Kantelberg: De stijl van de schrijver − Schrijvers & hun kleding. Podium; 152 pagina’s; € 17,50.

CV Arno Kantelberg

1968: Geboren te Gemert

1990: Begint bij HP/ De Tijd

1991: Cum laude afgestudeerd aan de Fontys Hogeschool Journalistiek in Tilburg

1999-2001: Adjunct-hoofdredacteur van VARA Gids

2001-2003: Adjunct-hoofdredacteur Nieuwe Revu

2003: Hoofredacteur Man en Esquire

2006: Esquire in eigen beheer uitgegeven voor 5 jaar

2008: Hoofdredacteur van het jaar Nederlandse Uitgevers Bond

2012-heden: Wekelijkse column Volkskrant Magazine, over de stijl van bekende Nederlanders

2015- heden: Vaste columnist voetbalmagazine Santos

2017: Hoofdredacteur Men’s Health

2018: Hoofdredacteur National Geographic

Bibliografie:

Voetbaltaal – Van aanspeelpunt tot zwabberbal (1997, uitgeverij Prometheus)

Vloekenboek – Een verzameling hedendaagse verwensingen (1998, uitgeverij Prometheus)

Telefoonboek – De mens en zijn mobiele telefoon (1999, uitgeverij Bert Bakker)

Met het bord op schoot – Een halve eeuw televisieherinneringen (2001, uitgeverij Prometheus)

Voetbaltaal – Speciale herziene EK-editie (2008, uitgeverij Prometheus)

Smaak – Ongevraagd stijladvies aan bekende mensen (waar u ook wat aan heeft) (2013, uitgeverij Bertram + De Leeuw)

Het wonder van Eindhoven – Reizen door de geschiedenis van de lichtstad (2013, uitgeverij Podium)

Man op z’n best - kledingadvies van sneaker tot maatpak (2016, uitgeverij Podium)

De stijl van de schrijver – Schrijvers & hun kleding (2018, uitgeverij Podium)