De Birò is de stadsauto van de toekomst. Maar ergens is het ook een rijdende middelvinger

Het is de stadsauto van de toekomst, zegt de een. Anderen beschouwen de Birò als een irritant speeltje voor de beter gesitueerden.

Justin Kluivert heeft er één. Of tenminste, die had er een voordat hij naar Rome vertrok. Nicolette van Dam, nog een Bekende Nederlander die er een heeft. Net als Richard Witschge. Douwe Bob heeft er een. Net als Edgar Davids. Dani Bles. Bastiaan van Schaik. Jeroen Krabbé. En ik nu ook. Voor eventjes. Ik rijd over de Rozengracht in Amsterdam, half over het fietspad, half over de weg en bevind me in een bescheiden, maar urgente existentiële crisis. Ik ben een auto, en ook een scooter. En een brommobiel. Ik voel me te groot voor het fietspad, maar te klein voor de weg. Ik zoef langs fietsers en bij het stoplicht ben ik sneller weg dan een auto.

Het heet een Birò, je hebt er geen rijbewijs voor nodig en het is een elektrisch autootje, een zogenaamde city car. Het geparfurmeerde broertje van de Canta. Denk aan een Fiat Multipla, alleen dan piepklein. Zo’n zes jaar geleden dook hij voor het eerst op in Nederland en zoefde als een uitheems insect over de Amsterdamse grachten. Nu rijden er achthonderd in Nederland rond, waarvan vijfhonderd in Amsterdam. Wie een dagje gaat winkelen in het hoofdstedelijke centrum heeft de kans een glanzende, donkerblauwe custom made Biró, voor de ogen van de politie, door het rode stoplicht over de Dam te zien scheuren, hobbelend over de kinderkopjes van het fietspad te zien gaan, om uiteindelijk pontificaal voor de deur van de Bijenkorf geparkeerd te worden. Uit het deurloze vehikel stappen vervolgens Connie ‘Vanessa’ Witteman en partner Eugène van Dun. Maar daarover later meer.

En nee, de Birò is niet een puur Amsterdams fenomeen. Oorspronkelijk komt de Birò uit Italië en is het een uitvinding van ondernemer Matteo Maestri, wiens familiebedrijf veiligheidscabines voor landbouw-machines maakte. Inmiddels zijn er behalve in Amsterdam ook Birò-vestigingen in Rotterdam en Eindhoven en er rijden er dus – buiten de hoofdstad – driehonderd rond in de Nederlandse steden, waar dat een paar jaar geleden nog maar enkele tientallen waren. Wat zit er achter de opmars van dit eigenaardige wagentje dat zo veel verschillende reacties oproept?

Want dat doet het. Sommige mensen lachen vertederd naar me, alsof ik een jongetje in een speelgoedauto ben. Als ik over het verhoogde fietspad van de Stadhouderskade rijd, neemt een vrouw met grijze krullen uitgebreid de tijd om me meewarig aan te staren. Haar blik het ongastvrije midden tussen ‘wat ís dat?’ en ‘wat doe jij hier?’. Verderop lacht een toerist met een spiegelende zonnebril me breeduit toe, zijn hoofd draait mee terwijl ik langsrijd. Nog geen 100 meter verder kijken twee andere toeristen zo blij en verwonderd, alsof ik niet in een auto zit, maar op een vliegend tapijt. Maar niet iedereen is fan. Ik hoor ze niet, de scheldpartijen en verwensingen, maar ik ken ze wel. Ik ken ze omdat ik zelf, bij de aanblik van de zoveelste goedgekapte bestuurder achteloos zigzaggend door het Amsterdamse verkeer, minzaam met mijn hoofd heb geschud, binnensmonds wat lelijks heb gemompeld. Of misschien wel erger.

In een Birò mag alles

Maar nu ik zelf achter het stuur zit en fluks en geruisloos door de drukke stad flits, begin ik ze te begrijpen, de Birò-discipelen.

Reclamemaker Hans van Rijs (78) was een van de eerste – misschien zelfs wel de eerste – in Nederland met een Birò (het is dus Birò, maar vreemd genoeg zeggen alle eigenaren Bíro). Hij reed er al 10 duizend kilometer mee, vertelt hij. ‘En ik ben de stad nog niet uit geweest’. Van Rijs zag de Birò voor het eerst in Monte Carlo en was gelijk verkocht. ‘Ik dacht: dat moet ik hebben’. Hoewel het een onvervalste impulsaankoop was, heeft Van Rijs nog geen seconde spijt gehad.

Ook ondernemer Julian Wagenhuis (28) is met geen geweld meer uit zijn Birò te krijgen. ‘In eerste instantie vond ik het een wat achterlijk karretje. Ik schaamde me ook een beetje dat ik erin zou gaan rijden.’ Maar na een testrit was Wagenhuis om. ‘Je mag overal rijden en parkeren waar je maar wil. Je rijdt van de ene kant van de stad naar de andere in 6 minuten.’ Wagenhuis rijdt er veel in met vrouw én kind. ‘Want dat mag, ook al heb je maar twee zitplekken: je mag er met meer in zitten.’

Er zijn wel meer dingen met de Biró die wel mogen, maar niet helemaal kloppen. Officieel mag het wagentje zowel op het fietspad als op de weg. Maar de fietspaden in de steden zijn overvol (Amsterdam probeert al jaren de scooter van het fietspad te krijgen) en de Birò is met ruim 1 meter eigenlijk te breed. Een ander veelgenoemd pluspunt is dat de Birò op de stoep geparkeerd mag worden, tot irritatie van veel stadsbewoners. Maar daar lijkt, in ieder geval in Amsterdam, binnenkort een einde aan te komen.

Ondernemer Wagenhuis noemt de Birò de auto van de toekomst. Soortgelijke woorden gebruikt Maxime van Gelderen (27, pr- en marketingmanager). Van Gelderen ruilde haar Fiat 500 en scooter in voor een Birò. Nu hoeft ze nooit meer op zoek naar een parkeerplek en mist ze geen afspraken doordat ze vaststaat in het verkeer of haar auto niet kwijt kan. ‘Ik gebruik ’m iedere dag, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Ik heb ook nooit meer een taxi nodig.’

Dus ja, de Birò is het ideale vervoers-middel voor de stadsbewoner. Hij is snel: de topsnelheid is 45 kilometer per uur. Er zit een turboknop in waarmee je razendsnel kunt optrekken. Wie liever op het fietspad rijdt, kan de snelheid met een enkele druk op de knop begrenzen (tot 35 km/u). Het wagentje heeft, afhankelijk van de accu, een actieradius van 55 of 100 kilometer en is volledig elektrisch en dus milieuvriendelijk. Op regenachtige dagen breng je de kinderen er droog mee naar school en in de winter zit je lekker warm. ‘Het praktische van een scooter’ aldus de Birò-website, ‘met het comfort van een auto.’ What’s not to like?

Nou, misschien het prijskaartje. De eenvoudigste uitvoering van de Birò kost ruim 13 duizend euro, net als de Canta en een kleine auto als de Fiat 500. De grotere Birò, met meer bagageruimte, kost een bescheiden 14.707 euro. En dan is er nog Connies Creative Car Concept. Deze door Connie Witteman gepimpte versie van de Birò komt met onder andere verbeterde schokdempers, met de hand gestikte Brits lederen zittingen en stoelverwarming. De 25.600 euro (exclusief btw) die je ervoor betaalt, kost een paar keer bloed hoesten, maar dan heb je ook wat.

‘Hij is veel te duur’, zegt reclamemaker Van Rijs. ‘Voor dat geld koop je ook een hele auto met deuren en ramen en een motor, waar je met z’n vieren in kunt zitten.’ Ook Julian Wagenhuis moest even slikken toen hij zijn eerste Birò kocht. ‘Jezus, wat een geld voor zo’n achterlijk ding, daar kan ik ook een Fiat 500 voor kopen’, dacht hij destijds. Maar toen hij toe was aan zijn tweede Birò kon hij niet wachten. ‘Toen was het echt van: jongens, waar blijft-ie? Stuur de rekening alvast maar, dan maak ik het over.’

Maxime van Gelderen kocht eerst maar eens een tweedehands-Birò (à 6.500 euro) om te kijken of het beviel. Toen dat het geval was, deed ze haar auto en scooter de deur uit en is ze, ook zonder alle kosten aan verzekeringen, parkeervergunningen en wegenbelasting, onderaan de streep goedkoper uit.

Maar goed. Die hoge prijs maakt dat de Birò behalve dé milieuvriendelijke oplossing voor het stedelijke verkeersprobleem vooral ook een duur speeltje is, voorbehouden aan the rich and famous: een statussymbool. De Birò is een karretje in, jawel, een achtbaan aan emoties die kennelijk wordt opgeroepen bij omstanders en van bewondering tot jaloezie gaat, en van vertedering tot haat. ‘Ik heb nog nooit iemand in zo’n Birò zien zitten met een sympathiek hoofd’, twitterde internetonderneming Alexander Klöpping onlangs.

Van Gelderen vertelt dat ze vooral van toeristen leuke reacties krijgt, maar ze heeft ook soms het gevoel dat ze zich moet verantwoorden. ‘Veel mensen vinden het belachelijk, waarom zou ik zo’n autootje nodig hebben?’. Hoewel ze haar eigen Birò-bezit altijd te vuur en te zwaard zal verdedigen, weet Van Gelderen ook dat het een bepaald soort mensen is dat erin rijdt. ‘Je ziet het vooral onder artist managers, influencers en zakenlui, dat publiek.’

Dus ja, de Birò is de stadsauto van de toekomst. Maar ergens is het ook een rijdende middelvinger.

De stad teruggeven

Nu ben ik die rijdende middelvinger, fier opgestoken door de stad zwervend. Als een op hol geslagen stoplicht wisselen een euforisch vrijheidsgevoel, een adrenalinerush en zelfhaat elkaar af. Het ene moment scheur ik triomfantelijk door de P.C. Hooftstraat, met de Rolling Stones over de bluetoothspeakers en voel ik me 50 procent Nicolette van Dam en 50 procent Jeroen Krabbé. Het andere moment zie ik mezelf weerspiegeld in een langsrijdende bus: een reus voorovergebogen in een speelgoedauto. Kolderiek.

Ondertussen zitten ze bij Birò niet stil. Hoe drukker het in de steden wordt, hoe meer mensen een Birò overwegen. Maar met die toenemende populariteit is er ook behoefte aan duidelijkere regels. Op de stoep parkeren is waarschijnlijk snel verleden tijd. Importeur Pieter Vermeer vertelt dat ze in gesprek zijn met de gemeente om speciale parkeerplaatsen te maken voor kleine elektrische auto’s als de Birò. ‘Er kunnen er vier op één reguliere parkeerplaats staan’, zegt Vermeer. Ook komt er binnenkort een deelservice, Birò Share, waarmee Birò-eigenaren hun wagentje kunnen delen met ‘de community’.

‘Love the city’ staat er in zwarte letters op de witte muur van de Birò-showroom in Amsterdam. Daaronder een citaat van oprichter Maestri. ‘Met de Birò wil ik de stad teruggeven aan zijn mensen, hun dagelijkse reizen makkelijker en efficiënter maken. Een ware revolutie in stedelijke mobiliteit, waar functionaliteit tot stijl verwordt.’

Mooie woorden, nobel streven. Maar tot nader order geeft de Birò de stad vooral terug aan haar meest gefortuneerde bewoners. En revoluties beginnen doorgaans niet bij die elite, maar bij het volk. En dat volk rijdt voorlopig nog op oude fietsen, kinderen voor- en achterop, met slagen in de wielen en piepende remmen. Door weer en wind. Verstoken van het praktische van een scooter en het comfortabele van een auto.