Direct naar artikelinhoud
Interview

Deze jonge Brazilianen worstelen met een illegaal bestaan in Nederland: ‘Chirurg worden zal voor mij heel lastig zijn’

Ze groeiden op in Nederland, maar lopen nu tegen de grenzen van de illegaliteit aan. Vier jonge Brazilianen over hun illegale bestaan in Amsterdam.

Rayssa (14): ‘Ik voelde zoveel stress dat ik elke dag moest braken’

Rayssa (14)Beeld Pauline Niks

‘Zeventien jaar geleden zijn mijn ouders hierheen gekomen, op zoek naar een beter leven. Ze doen wat bijna alle Brazilianen hier doen: schoonmaakwerk. Het idee was misschien wel ooit om terug te gaan, maar de situatie in Brazilië is eigenlijk nooit echt verbeterd. Dus zijn ze gebleven. Een paar jaar na hun aankomst werd ik geboren, zes jaar later mijn broertje.

‘Op de lagere school was ik me er nog niet zo bewust van dat mijn situatie anders was. Maar toen ik naar de middelbare school ging, werd dat anders. Ik weet nu bijvoorbeeld hoe moeilijk het voor mij zal zijn om chirurg te worden – wat mijn droom is. Als je illegaal in Nederland verblijft mag je namelijk maar tot je 18de met opleidingen beginnen. Ik zit nu in 3 vwo en doe eindexamen als ik 18 ben. Daarna word ik dus niet meer toegelaten tot de universiteit. De enige manier om dat nog voor te zijn is door een klas over te slaan. Dat zie ik niet gebeuren, want op school gaat het op dit moment niet echt lekker.

‘Er was een tijd dat ik zoveel stress voelde dat ik elke dag moest braken en dat ik echt afviel. Dat is nu gelukkig over. Ik heb nu vooral last van faalangst, ben bang om toetsen slecht te maken. Wat vervolgens dus ook gebeurt. De meeste van mijn klasgenoten weten hier niets van, alleen een paar vriendinnen.’

Venicius (14): ‘Elk jaar moeten we verhuizen omdat de huur wordt opgezegd’

Venicius (14)Beeld Pauline Niks

‘Acht jaar ben ik nu hier. Ik kwam samen met mijn ouders, na drie jaar werd mijn broertje hier geboren. Het is best een onrustig leven, elk jaar moeten we wel weer verhuizen omdat de huur wordt opgezegd. En ik ben vaak bang om aangehouden te worden, mijn ouders hebben daar heel erg voor gewaarschuwd: als de politie je oppakt kunnen ze ons uitzetten.

‘De taal heb ik op zich best snel geleerd, maar ik heb groep 3 wel opnieuw moeten doen. Daar heb ik nu nadeel van, want ik zit in 2 havo en tegen de tijd dat ik eindexamen doe ben ik 18. Net te laat om aan de opleiding tot computerprogrammeur te beginnen. Hoe ik het wel ga aanpakken weet ik niet. Sowieso is zo’n vervolgopleiding lastig, want er zijn bijna geen bedrijven die ongedocumenteerden durven te begeleiden bij de verplichte stage.  

‘Vervelend was het voor mij ook toen ik niet mee mocht op een schoolreisje naar Duitsland. Want wat zou er gebeuren als ze onderweg mijn paspoort zouden vragen? En ik ben ook helemaal niet verzekerd als er iets mis zou gaan.

‘Verder vind ik het heel jammer dat ik geen bijbaantje kan krijgen. Zonder BSN neemt niemand je aan. Ik wil graag wat geld verdienen om mooie kleren te kunnen kopen, net als veel kinderen in mijn klas. Nu verdien ik een beetje bij door voor mijn broertje te zorgen terwijl mijn ouders werken.’

Nathalya (18): ‘Mijn moeder durfde niet naar het ziekenhuis. Toen ze de baarmoederkanker vonden, was die al helemaal uitgezaaid’

Nathalya (18)Beeld Pauline Niks

‘Mijn oma was hier al. Zij heeft mijn ouders overgehaald om ook te komen. Eerst mijn vader, ik kwam met mijn moeder toen ik 5 was. Zes jaar later werd mijn oma ziek. Ze had al langer klachten maar durfde niet naar het ziekenhuis om het te onderzoeken, ze was bang voor de kosten. Toen ze de baarmoederkanker vonden, was die al helemaal uitgezaaid. Een dure behandeling kon ze hier in Nederland niet krijgen, dus zijn we allemaal teruggegaan naar Brazilië. Daar hebben ze haar helaas niet meer kunnen redden.

‘Ik hoop echt dat wij minder bang hoeven zijn om naar het ziekenhuis te gaan, zodat mensen niet te lang wachten.

‘We probeerden datzelfde jaar alweer terug te komen, maar we werden in Duitsland gearresteerd door de vreemdelingenpolitie. Na een nacht in de cel werden we onder politiebegeleiding teruggevlogen. Ik was 11, en weet nog hoe erg ik dat vond.

‘Mijn ouders hebben vorig jaar toch weer besloten om terug te komen, omdat ze daar geen werk hadden. Eigenlijk wil ik journalistiek studeren, maar daarvoor kom ik door mijn leeftijd niet meer in aanmerking. Ik doe nu een privé-opleiding Engels en werk als babysitter. Hoe het verder moet, weet ik niet. Terug naar Brazilië wil ik ook niet. Misschien kan ik via Portugal alsnog een verblijfsvergunning krijgen. Daar hoop ik op. Maar een begeleider van mij zegt dat de kans dat dat lukt nul is. ’

Daniela (17): ‘Ik kijk niet te ver vooruit. Maar ik hoop dat ik mijn school kan afmaken’

Daniela (17)Beeld Pauline Niks

‘Sinds de rechter mij twee jaar geleden onder toezicht heeft gesteld van Jeugdzorg, woon ik op mezelf – onder begeleiding van een maatschappelijk werkster en een psycholoog. Jarenlang heeft mijn vader mij en mijn moeder mishandeld. Vooral mij sloeg hij veel, zeker als het niet goed ging op school. Nadat ik was blijven zitten heeft hij me de hele zomer opgesloten en geslagen. Dat was het ergste jaar. Ik weet niet of hij gek is, ik denk het wel.

‘Mijn vader was in 2005 al hierheen gekomen om te werken in de bouw, mijn moeder ging iets later. Met mijn jongere zusje ben ik tot 2011 in Brazilië gebleven, bij mijn oma. Die sloeg ons ook wel, maar niet zo erg. Mijn moeder zie ik nog elke week, net als mijn zusje die bij een andere instelling woont. Met mijn vader wil ik geen contact meer.

‘Over twee dagen word ik 18. Mijn maatschappelijk werker probeert me nog op het nippertje in het vmbo-kader te krijgen. Het liefst zou ik kapster worden of visagie doen, ik leer dat nu al dankzij een stage die mij aangeboden is.

‘Over twee jaar komt de ondertoezichtstelling te vervallen, tot die tijd houd ik recht op mijn huis en de zorg via de jongerenopvang. Wat ik daarna ga doen weet ik niet. Ik kijk niet te ver vooruit. Maar ik hoop dat ik mijn school kan afmaken. Mijn moeder is altijd schoonmaakster geweest. Ik wil een beter leven.’