Direct naar artikelinhoud
nieuwsTrump en Venezuela

Trump verrast met interventie in linkse oliestaat Venezuela

Juan Guaidó vlak voordat hij zichzelf uitroept tot interim-president.Beeld Reuters

Na alle terugtrekkende bewegingen van de afgelopen twee jaar zijn de Verenigde Staten in het offensief gegaan: president Donald Trump erkende de kersverse parlementsvoorzitter Juan Guaidó als nieuwe president van Venezuela, nog geen uur nadat die zichzelf op een podium in de hoofdstad Caracas als zodanig had opgeworpen.

Interventies zijn dus nog steeds mogelijk, onder de president die het interventionisme met zijn ‘America First’ bij het oud vuil had gezet. Canada, Brazilië, Argentinië en andere Zuid-Amerikaanse landen volgden het Amerikaanse voorbeeld – Nederland en Europa waren nog wat voorzichtiger. 

De zittende president Nicolas Maduro reageerde woedend, en beval Amerikaanse diplomaten het land binnen 72 uur te verlaten. Washington zegt geen gehoor te zullen geven aan het ultimatum, dat zaterdag afloopt.

De erkenning van Guaidó was geen impulsieve actie: alles wijst op coördinatie. Dinsdagavond al kwam een aantal Republikeinen in het Witte Huis bijeen om de mogelijke scenario’s te bespreken die zouden voortvloeien uit een erkenning van Guaidó. Onder hen opvallend veel politici uit Florida, de eeuwige sleutelstaat met zijn miljoenen latino’s. Zij zijn de belangrijkste aanjagers van het Amerikaanse Venezuela-beleid. Dit is niet bedacht door Donald Trump.

De razendsnelle steunbetuiging roept herinneringen op aan de naoorlogse decennia van de vorige eeuw, toen de Amerikaanse geheime dienst coupplegers in Cuba, Chili, Brazilië en Nicaragua faciliteerde bij het omverwerpen van democratisch gekozen linkse regeringen. Ook nu is het doelwit van de opstand een linkse president, met als groot verschil dat het democratische gehalte van zijn verkiezing en regime twijfelachtig is.

Het klassiek Amerikaanse spierballenvertoon in Latijns-Amerika komt uit de koker van een klassiek Republikeinse politicus, senator Marco Rubio. Na zijn verloren presidentscampagne in 2016 heeft hij zich vooral gestort op buitenlands beleid, en opgeworpen als belangrijkste vertegenwoordiger van de latino expat-bourgeoisie in zijn thuisstaat Florida. Rubio verleidde Trump al begin 2017 tot een agressievere houding jegens Venezuela.

Hij regelde toen een bezoek van Lilian Tintori aan het Witte Huis, de vrouw van de gevangen Venezolaanse politicus Leopoldo López. Trump, die haar volgens een reconstructie in The Washington Post anderhalf jaar geleden eigenlijk alleen kende als deelnemer aan het tv-programma Survivor, werd geraakt door haar persoonlijke verhaal, en twitterde meteen vanuit het Oval Office: ‘Venezuela moet Leopoldo López, politieke gevangene en man van Lilian Tintori onmiddellijk vrijlaten.’ (Tintori had een jaar lang geprobeerd president Barack Obama te spreken te krijgen, maar die was bang dat een gesprek een verkeerd signaal zou afgeven aan Maduro.)

De regering-Trump volgt sindsdien een harde lijn jegens Venezuela. De president heeft extra sancties afgekondigd tegen Venezolaanse bedrijven en een inreisverbod in het leven geroepen voor regeringsleden. In september 2017 sprak Trump in zijn toespraak voor de Verenigde Naties harde woorden over ‘het corrupte regime dat een welvarend land heeft vernietigd door een mislukte ideologie op te leggen die alleen maar armoede en ellende heeft opgeleverd, overal waar die is geprobeerd’.

Ook daarin klonk een echo door van het verleden: Maduro is een erfgenaam van de socialistische revolutie van Hugo Chávez, een verwoed tegenstander van kapitalistisch Amerika. De retoriek is al decennia oud, en zo bezien is het logisch dat Rusland en China woensdag de kant van Maduro kozen, een ordening bekend uit de Koude Oorlog. Venezuela als socialistische boeman is een beeld dat de Republikeinen ook kunnen gebruiken voor binnenlandse politiek: zo werd de Democratische politica Alexandria Ocasio-Cortez, een zelfbenoemde socialist, door de Republikeinse partij vorig jaar een ‘mini-Maduro’ genoemd – zelfs al ligt haar utopie dichter bij Scandinavië dan bij de dictatuur van Venezuela.

Voor de Amerikanen speelt ook mee dat Venezuela grote voorraden olie en andere grondstoffen herbergt die na een eventuele verandering van regime zouden kunnen worden ontgonnen door bedrijven met Amerikaanse connecties. En dus werpen de Republikeinen en Trump zich nu op als hoeder van de mensenrechten. Dezelfde zakelijke realpolitik die ertoe leidt dat Saoedi-Arabië te vriend wordt gehouden, maakt van Maduro een makkelijke vijand.

Blijft de agressie beperkt tot woorden? In augustus 2017 zei Trump al dat hij ‘een militaire optie niet uitsluit’. In 2018 heeft een gezant zeker drie gesprekken gevoerd met rebellerende Venezolaanse militairen, zo onthulde The New York Times in september. De gewenste Amerikaanse steun kwam er toen niet, omdat sommige militairen werden verdacht van martelingen of drugshandel.

Voorman Guaidó ziet er schoner uit. Met zijn erkenning zijn meteen bevroren Venezolaanse tegoeden vrijgekomen. Dat geld is het eerste wapen. Verder ‘liggen alle opties op tafel’, aldus Trump.