Direct naar artikelinhoud
InterviewWethouder Rotterdam

Wethouder Bert Wijbenga zet een nieuwe koers in: ‘Relax. Dit is Rotterdam’

Integratie was het centrale thema van de Rotterdamse verkiezingen. Het nieuwe college van burgemeester en wethouders kiest een andere toon: ‘Verbinden en handhaven’. 

Campagnebeeld van ‘Relax. Dit is Rotterdam’ met wethouder Wijbenga in grijs pak.Beeld Eric Fecken

‘Relax. Dit is Rotterdam.’ Onder die noemer gaat het Rotterdamse college van burgemeester en wethouders invulling geven aan integratie en aan ‘samenleven in een stad waar niemand in de meerderheid is’. In 2022 moeten de Rotterdammers toleranter zijn geworden en moet er meer acceptatie zijn van de diversiteit die de stad kenmerkt.

Het actieprogramma Integratie & Samenleven gaat om méér dan zalvende woorden: het in juli aangetreden college van VVD, GroenLinks, D66, PvdA, CDA en ChristenUnie-SGP wil aan het einde van de rit worden afgerekend op meetbare doelen, zegt wethouder Bert Wijbenga (VVD). De collegetargets worden vastgesteld met de Rotterdamse Rekenkamer – óók op politiek gevoelige thema’s als tolerantie en inburgering. Onder meer data en enquêtes van CBS en SCP dienen als basis.

Integratie was in maart het centrale thema van de verkiezingen in Rotterdam. Het ging hard tegen hard in de campagne. ‘Heel het land genoot mee – zie ze eens tekeergaan daar’, zegt de voormalige baas van de Rotterdamse corporatie Woonbron en oud-korpschef van de politie in Flevoland. ‘Onze grondtoon is positief, maar wél binnen de bescherming en de grenzen van de wet.’

De portefeuille van Wijbenga, echtgenoot van minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur), bestaat uit typische Leefbaar Rotterdam-thema’s: handhaving, buitenruimte, integratie en samenleven. De loco-burgemeester heeft de werkkamer overgenomen van Leefbaar-voorman Joost Eerdmans. Het portret van Pim Fortuyn heeft plaats moeten maken voor een groot schilderij van de Rotterdamse beeldend kunstenaar Ditty Ketting. ‘Die gekleurde lijnen symboliseren voor mij de diversiteit van de stad.’

‘Pim Fortuyn is in Rotterdam de personificatie van verandering geweest: zeggen waar het op staat, de geluiden van de straat naar het stadhuis brengen’, zegt Wijbenga. ‘Dat was nodig, maar de keerzijde is wel dat de toon van het debat ongenuanceerd hard en populistisch is geworden. Dan vergeet je weleens wat de impact van je woorden is op anderen.’

Waarom is integratie zo’n heikel thema in Rotterdam?

‘Rotterdam is een stad van verschillen en daar heeft iedereen een mening over. Dominant zijn de mensen die alleen voor- of nadelen zien. De voorstanders zijn blij met de exotische eettentjes, de Turkse winkels met lekkere olijven en de etnische en religieuze diversiteit. De tegenstanders voelen zich niet meer thuis in hun wijk, ze zien de Hollandse bakker verdwijnen voor de zoveelste belwinkel. Zij wijzen op dreigende radicalisering.’

Welke groep heeft gelijk?

‘Ze hebben allebei een punt. Daarom is het tijd voor ontspanning én een gezonde dosis realisme. Diversiteit is geen keuze in een stad met 206 nationaliteiten. Het is niet iets wat we kunnen terugdraaien en het is geen streven, maar een feit op zich.

‘Ik sprak laatst met een groep makelaars. Ze zeiden dat Antillianen slecht voor hun huis zorgen, dus die helpen ze liever niet aan een woning. Waarop staaf je dat en hoe groot is die groep, vroeg ik. Nou, misschien twee op tien. Dus die acht andere discrimineer je, zei ik, lekkere makelaar ben je dan. Ik heb dan meteen Antilliaanse vrienden in mijn achterhoofd, maar zij kennen blijkbaar te weinig mensen. Anders dan die makelaars beseft de politie al lang dat etnisch profileren gelijk staat aan discriminatie. 

‘Anderzijds geeft een achtergestelde positie je geen excuus om je anders te gedragen. Of om de discriminatiekaart te trekken als je wordt aangesproken op je gedrag.  Wie door rood rijdt, riskeert een boete – ongeacht afkomst. Justitie is blind en dat moeten wij ook zijn.’

Wat zijn de kernpunten van het actieprogramma ‘Relax. Dit is Rotterdam’?

‘Verbinding en handhaven. Verbinden betekent: heb interesse in elkaar, probeer elkaar te begrijpen. Er zijn geen A-, B- of C-burgers. We moeten elkaar accepteren als gelijkwaardig. Dat geldt voor transgenders die problemen op hun werk ervaren. Homo’s moeten hand in hand op zaterdagavond over straat kunnen, zonder dat ze met geweld of commentaar worden geconfronteerd.

‘We gaan hier niet ‘kumbaya’-zingend rond het kampvuur zitten. Er zijn wetten en regels. Nieuwkomers moeten verplicht een inburgeringstraject volgen en de Nederlandse taal leren. Natuurlijk mag je een hoofddoekje dragen, maar we accepteren geen Turkse trouwerijen waar een stoet auto’s met te hoge snelheid en hard toeterend door de stad rijdt. We treden op als een asielzoeker denkt dat gelijke rechten niet gelden voor zijn vrouw. En we blijven hard tegen straatintimidatie, met onder meer een sisverbod.’

De Rotterdamse wethouder Bert Wijbenga (VVD).Beeld Casper Rila

De integratienota van het vorige college (Leefbaar Rotterdam, D66 en CDA) vergeleek integratie met invoegen op een snelweg. Een mooi beeld?

‘Dat is geen fijne metafoor, die gaat op alle fronten mank. Als je als asielzoeker uit je land bent gevlucht, hier streng bent beoordeeld en toegelaten, eindelijk een veilige plek hebt gevonden, dan zeg ik: jij bent voor mij een Rotterdammer. Dat geeft je rechten én plichten.’

U wilt geen zaken doen met discriminerende organisaties. Hoe bedoelt u dat?

‘Stel, een schoonmaakbedrijf discrimineert op afkomst door geen Kaapverdianen in dienst te nemen. Een sportclub wil niets met homo’s te maken hebben, of een school wil niet meewerken aan lessen staatsburgerschap. Dan verliezen ze hun opdracht of subsidie van de gemeente. Ik wil dat niet groter maken dan het is, maar symbolisch is het van belang. De stad moet het goede voorbeeld geven.’ 

Geeft de politiek al het goede voorbeeld? Tijdens de moeizame formatie waarschuwden de verkenners en informateurs dat de verstoorde politieke verhoudingen de stad en het imago schaden. Gaat het al beter?

‘Ik vind het niet relaxed in de raad. Neem de discussie over zwarte piet. De ene helft van de oppositie vond mij een racist omdat ik zwarte piet niet per direct verbood. De andere helft vond me een wegkijker en eiste dat ik het traditionele uiterlijk van zwarte piet, inclusief dikke, rode lippen en gouden oorbellen, moest verplichten. Dat is onverdraagzaam van beide kanten.

‘Dit college probeert recht te doen aan de oppositie. Maar voor partijen als Leefbaar, Denk of Nida deug je niet als je niet 100 procent doet wat zij eisen. Daar ben ik wel klaar mee, en de rest van het college ook.’