Direct naar artikelinhoud
NieuwsVergoedingen zorg

Kabinet wil vergoeding omlaag voor zorg buiten verzekeraar om

Het kabinet zet zorgaanbieders en verzekeraars onder druk om meer contracten af te sluiten. Zorg verlenen zonder prijsafspraken moet minder lonen voor beide partijen. Nu krijgen artsen, verpleegkundigen en instellingen die niet gecontracteerd zijn nog minimaal driekwart van de gemiddelde rekening vergoed. 

Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (CDA).Beeld ANP

Het kabinet wil lagere vergoedingen toestaan en komt binnenkort met een wetsvoorstel dat dit regelt als het aandeel niet-gecontracteerde niet snel daalt. 

Dit kondigt minister De Jonge (CDA) van Volksgezondheid zaterdag aan in een brief aan de Tweede Kamer. Hij denkt op die manier geld te kunnen besparen, vooral in de wijkverpleging en de psychische gezondheidszorg. Waar contracten ontbreken, leidt dat tot hogere kosten, stelt de minister vast. ‘En dus op termijn tot hogere premies en ondoelmatige zorg. Het is niet eerlijk in een tijd waarin we mensen tekort komen in de zorg, ook in de wijkverpleging, dat de een twee keer zoveel zorg krijgt via ongecontracteerde zorg dan de ander via gecontracteerde zorg. Het gaat om circa 100 miljoen euro extra zorgkosten waarvoor de kenmerken van de patiënten geen verklaring bieden. Van dat geld kunnen we 16 duizend extra mensen helpen.’

‘De vrije artsenkeuze’

Het is een politiek brisant voorstel. In december 2014 sneuvelde in de Eerste Kamer een wetsvoorstel van toenmalig VVD-minister Schippers van Volksgezondheid waarin zij de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg wilde schrappen. Dat voorstel tornde volgens de opstandige senatoren aan ‘de vrije artsenkeuze’. Ook het CDA was toen fel tegen het voorstel van Schippers. Nu komt De Jonge met een afgezwakte vorm van hetzelfde idee.

Volgens de Zorgverzekeringswet mag de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg geen ‘hinderpaal’ vormen voor burgers om te kiezen voor de zorgverlener van hun voorkeur. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de vergoeding moet komen op minimaal 75 procent van het gemiddelde tarief voor een vergelijkbare behandeling. De zorgverlener kan het verschil voor lief nemen of de burger past het verschil uit eigen zak bij.

De Jonge kondigt al waarborgen aan. Zo zal ‘het kabinet borgen dat de hoogte van de vergoeding niet zo laag wordt vastgesteld dat deze een hinderpaal is voor verzekerden om gebruik te maken van niet-gecontracteerde zorg’. ‘De vergoeding is niet altijd 75 procent’, zegt De Jonge in een toelichting, ‘Het staat niet vast welk percentage minimaal vergoed moet worden. Dat zal verschillen per zorgsector.’ Verzekerden die al in behandeling zijn bij een zorgaanbieder wiens contract niet verlengd wordt, mogen hun zorgtraject bij deze zorgaanbieder afmaken tegen de oorspronkelijke vergoeding.

Administratieve rompslomp

De Jonge komt met het voorstel omdat steeds meer zorgverleners in de wijkverpleging en in de geestelijke gezondheidszorg, GGZ, geen contract met een zorgverzekeraar hebben. Zij hekelen onder meer de administratieve rompslomp en de eisen die zorgverzekeraars stellen. In beide sectoren stijgt het aandeel niet-gecontracteerde zorg met 6 procent per jaar. De lagere vergoeding blijkt in de praktijk geen belemmering. In de geestelijke gezondheidszorg vragen de hulpverleners aan hun patiënten zelf het verschil te betalen. In de wijkverpleging wordt het lagere tarief door de zorgverleners voor lief genomen. Wie naar de psycholoog gaat, krijgt een therapievoorstel en, als het goed is, te horen of er een contract is met de zorgverzekeraar die volledig vergoedt of dat er geen contract is en dat er zelf een deel van de rekening moet worden bijbetaald.

Hetzelfde hoort in de wijkverpleging te gebeuren, maar daar hoeft de burger volgens De Jonge het verschil meestal niet bij te betalen. Intussen blijkt in de praktijk volgens het kabinet ook dat de wijkverpleging het lagere tarief compenseert door meer zorg te verlenen en zo de lagere vergoeding van de zorgverzekeraar te compenseren. De Jonge betoogt dat in de niet-gecontracteerde wijkverpleging de kosten per cliënt ongeveer twee keer zo hoog zijn. ‘Goede, betaalbare en toegankelijke zorg vraagt om goede afspraken tussen verzekeraars en aanbieders. Die afspraken worden in de regel vastgelegd in contracten’, schrijft De Jonge.

‘We zitten in de zorg om te dienen, niet om te verdienen’, zegt De Jonge. Hij is niet bang dat mensen zonder zorg komen te zitten: de verzekeraar heeft een ‘zorgplicht’ en moet dus in de nabijheid van burgers contracten afsluiten met zorgverleners.