Direct naar artikelinhoud
VerslaggeverscolumnAriejan Korteweg

Volt staat klaar om Europa te veroveren

Volt staat klaar om Europa te veroveren

Dus jullie willen de natiestaat kwijt, informeer ik op zeker moment. Een stilte valt, met een diepte zoals je die in politieke kringen zelden meemaakt. De mannen van Volt kijken elkaar aan. Wie gaat er wat zeggen? De natiestaat is licht ontvlambare materie, dat beseffen ze.

‘Dan denken mensen dat je hun cultuur wilt afnemen’, beginnen ze voorzichtig. ‘Terwijl juist al die ­lokale verschillen de Europese cultuur zo boeiend maken.’ Hun echte antwoord vinden ze op een onverwachte plek: de snackbar. Maar dat is later.

Weg van de proefballonnen, vaasjes, schapenhoudende CDA-voorzitters en vroegoude of voortijdig ­vermoeide fractieleiders. Het jaar moest maar eens opgewekt eindigen en niet op het Binnenhof. Zo ­belandde ik op het partijbureau van Volt in het westen van Amsterdam.

Laurens, Jasper en Reinier willen Europa in.

Volt is een nieuwe partij die de Europese gedachte letterlijk neemt. Ze wil onder dezelfde naam en met hetzelfde programma in alle landen van de EU meedoen aan de Europese verkiezingen – zelfs in de niet-EU-landen Zwitserland, ­Albanië en Noorwegen zijn er afdelingen. ‘Politiek naar een Europees niveau brengen’, dat is de gedachte. Alleen de kandidatenlijsten zijn ­nationaal, omdat de regels dat nu eenmaal voorschrijven – een van de weeffouten in het systeem die de partij wil aanpakken.

Afgelopen weekeinde werd de lijsttrekker gekozen en Jasper ­Munnichs, publiciteitsman van Volt, vroeg of de Volkskrant een ­exclusief interview wilde. Eerlijk gezegd niet, was de reactie: laat Volt eerst eens waarmaken dat het meer is dan een clubje Europese wereldburgers die hun internationale ­netwerk willen uitbreiden. Toch was het blijven zeuren. Volt wil een logische stap zetten: van buitenaf Brussel veroveren met een pan-­Europese partij.

Gadgets hebben ze in overvloed, toch zijn in het partijkantoor nergens paarse Voltvlaggen of sweaters te bekennen. Het Voltkantoor is eigenlijk de huiskamer van de zzp’ers die hier wonen, Volt mag ’m voor een vriendenprijsje gebruiken. Vandaar de droogrekken met was die in de hoek staan. Boven de werktafel hangt een horizontale kerstboom, als een op Brussel gerichte stormram. In het begin vielen er beestjes uit, vertelt Jasper (25), maar dat is ­gelukkig opgehouden.

Volt kiest lijsttrekker.

Reinier van Lanschot (29) is zaterdag tot lijsttrekker gekozen, Laurens Dassen (33) is de nummer 3. Hun banen bij respectievelijk Ahold en ABN Amro hebben ze opgezegd, Jasper zet z’n studie informatica op pauze. Alles voor Volt.

Sinds de oprichting van de ­Nederlandse afdeling, een half jaar geleden, is het nodige gebeurd. Er zijn lokale afdelingen tot in Barendrecht en Deventer, een groep van 1.200 ‘supporters’ is gevormd, elke maandagavond geeft de Volt Academy onlinecollege over de EU. Er zijn ‘cross border events’ tussen Kleef en Nijmegen, of Maastricht en Aken. En er zijn dagen waarop Volters zich in alle Europese steden over hetzelfde onderwerp buigen: ‘Fix the EU’ of ‘Make Europe an economic powerhouse’.

We komen om in de ideeën, zeggen ze. In alle hoofdsteden een grote klok die het aantal dagen aangeeft dat het vrede is in Europa: 26.889. Of in een paarse luchtballon over de Europese grenzen vliegen.

Het streven: 25 zetels, verdeeld over minstens zeven landen – dan heb je een eigen politieke groep. De omstandigheden zijn gunstig. Omdat je gratis kunt skypen met Bulgaren of Roemenen, en virtueel vergaderen via Google Meet. En omdat ­iedereen van hun generatie aardig Engels spreekt. ‘Vanachter je computer thuis kun je een bijdrage leveren.’

Partijkantoor met horizontale kerstboom.

Benieuwd hoe wij over vijftig jaar worden gezien, mijmert Reinier. Een soort Esperanto, leuk maar nooit op grote schaal toegepast? ‘Ik denk: we zijn het begin van veel meer. Ga maar na: Volgens de Eurobarometer vindt 79 procent van de Nederlanders de EU een goede zaak. Terwijl maar 37 procent ging stemmen. Daar ­zitten onze mogelijkheden.’

Maar wat vind jij van ons, informeren ze op zeker moment. Ook zoiets. Dat vragen ze in Den Haag nou nooit, daar hebben ze zelf de antwoorden. Jullie zijn een ‘voorpartij’, zeg ik. Nieuwe politieke partijen – Denk, PVV, FvD, 50Plus, Partij voor de Dieren – worden doorgaans op gang getrokken door ­verontwaardiging. Bij jullie is alles positief.

Ze knikken. Volt is positief én progressief, wil scheepvaart en luchtvaart opnemen in de klimaatdoelen, vindt kampementen voor vluchtelingen in de sneeuw moreel verwerpelijk en wil het democratisch tekort van Europa aanpakken. ‘Bij elkaar genoeg om mensen op de kast te krijgen.’

Aan het eind komt Reinier terug op de identiteit. ‘De kapsalon’, zegt hij. ‘Ik weet nog dat ik er voor het eerst een at: 1 januari 2009. Heerlijk. Zoiets bestaat alleen hier. Dat is ook identiteit.’

Op zoek naar een Europese kapsalon? Ze knikken.