Direct naar artikelinhoud
Column

Hoe de VS op één belangrijk aspect ons kamp inglijden, het kamp van de landen die de barbarij voorbij zijn

Hoe de VS op één belangrijk aspect ons kamp inglijden, het kamp van de landen die de barbarij voorbij zijn

Op 9 augustus van dit jaar stierf Billy Ray Irick de marteldood. Irick was 59 en zat al bijna 32 jaar in de dodencel voor de verkrachting van en moord op een 7-jarig meisje toen hij afgelopen zomer in de Amerikaanse staat Tennessee op last van de autoriteiten ter dood werd gebracht.

Na al die lange jaren van vertraging en uitstel was er haast bij de executie. Een deel van de voorraad executiemedicijnen, nodig voor de dodelijke injectie, was bijna over de datum heen, en goed spul verspillen is zonde.

De terdoodveroordeelde protesteerde nog tegen het gebruik van het slaapmiddel midazolam, omdat dit in eerdere terechtstellingen tot problemen had geleid, met geëxecuteerden die nog veel te wakker waren op het moment dat het dodelijke middel werd ingespoten. Het mocht net zo min baten als de verzuchting van Sonia Sotomayor, rechter bij het Hooggerechtshof, dat ‘deze haast’ zonder uitsluitsel over het juridische protest tegen midazolam gelijk stond aan ‘afglijden naar barbarij’. Want wakker en onverdoofd een dodelijke injectie toegediend krijgen, staat volgens medici gelijk aan ‘een chemische variant op levend verbranden op de brandstapel’.

En zo kwam het dat Irick afgelopen 9 augustus 22 minuten lang hoestte, rochelde en naar adem hapte alvorens hij om 19.48 uur dood werd verklaard. Het slaapmiddel had gefaald. Een vooraanstaande anesthesist concludeerde achteraf dat Billy Irick was doodgemarteld door de staat. Hij ‘was gedurende de hele executie bij bewustzijn en heeft sensaties gehad van verstikking, verdrinking en van levend worden begraven’.

Dit soort dingen gebeurt in de Verenigde Staten, nog altijd een vooraanstaand lid van de beschaafde wereld, maar, zo schrijft het Death Penalty Information Center in zijn jaarverslag over 2018, wat de doodstraf aangaat gaat het daar beter dan ooit. In 2018 werd in de VS 42 keer de doodstraf opgelegd en 25 keer de doodstraf voltrokken – voor het vierde jaar achtereen een historisch laag aantal. De steun voor de doodstraf onder de bevolking daalt, minder dan de helft van de ondervraagden denkt dat hij ‘eerlijk’ wordt toegepast, afgelopen oktober schafte nóg een staat (Washington) de doodstraf officieel af. Afgelopen augustus sprak Paus Franciscus zich uit over de doodstraf: ‘ontoelaatbaar’. Wellicht heeft dat geholpen.

Het doden van eigen burgers die over de schreef zijn gegaan, door ze op te hangen, te fusilleren, te elektrocuteren, te onthoofden, dood te spuiten of anderszins om te brengen, is één van de elementen die het donkere deel van de wereld onderscheidt van het verlichte hoekje. In China neemt de staat jaarlijks van een onbekend hoog aantal mensen het leven – schattingen reppen van ‘duizenden’ maar niemand weet het zeker. Iran scoort hoog, net als Saoedi-Arabië – landen waar je ook zonder tussenkomst van een rechter door je eigen overheid vermoord kunt worden. Van Noord-Korea weten we het niet zeker, maar vermoeden we het ergste. Irak, Pakistan, Egypte: ook enthousiaste terdoodbrengers.

Tussen dat soort oorden heeft de VS altijd gefigureerd, met zijn geweldscultuur die door de autoriteiten wordt gelegitimeerd. Nu bestendigt de neergaande trend zich. Zo glijdt het land waar zoveel zorgen over zijn op één belangrijk aspect ons kamp in, het kamp van de landen die de barbarij voorbij zijn.