De snerpende gitaar gaat straks weer achter in het popschoolbusje

Kriskras door het Groningse en Drentse platteland rijden busjes met muziekinstrumenten. Waar muziekscholen verdwijnen, verschijnt De Rijdende Popschool. Cultuuronderwijs uit de achterbak in krimpgebieden. Iedereen blij, maar structurele subsidie ho maar.  

De linkerhand van Jasper (8) is nog zoekende op de hals van de elektrische gitaar. Vier posities moet hij onthouden om het nummer Shotgun van George Ezra mee te spelen: C - F - A - G. ‘Maar ik weet niet waar alles zit’, verzucht de leerling uit groep 5 van basisschool De Roemte in Loppersum in lichte paniek.


Zangers Milan en Rowell, die met een tablet naar de gang werden gestuurd om de liedtekst in te studeren, laten zich er niet door afleiden. ‘Vergeet niet die zin voor het refrein’, zegt bandcoach Roderik van de Werf, die de negen klasgenoten begeleidt op gitaar.

Na een bezettingswisseling voor het volgende nummer is Jasper meer op zijn plek: achter het drumstel. ‘Ik sla liever.’ Uit opperste concentratie piept zijn tong uit zijn mondhoek. Met zijn voet geeft hij op de basdrum het ritme aan tussen de matten en klimtoestellen in het speellokaal van de kleuters. Voor een band die pas twee keer repeteerde klinkt het samenspel al heel aardig. ‘Dat was ook onze grote ontdekking toen we net begonnen’, zegt Niels Steenstra. ‘Na elf sessies speelde het eerste bandje vier nummers in het dorpshuis.’

Steenstra begon met de De Rijdende Popschool in 2011. Het is de muzikale evenknie van de bibliobus. Daar waar muziekscholen en muzieklessen steeds minder beschikbaar zijn op het platteland, komen de instrumenten naar de kinderen toe.

Toen hij met zijn gezin vanuit de stad Groningen naar het dorp Garmerwolde verhuisde, ondervond Steenstra zelf hoe weinig er in de dorpen nog maar gebeurt op muzikaal gebied. Loppersum heeft een harmonie, maar de dichtstbijzijnde kunstenschool die ook muzieklessen aanbiedt, is in Delfzijl, toch 15 kilometer verderop. Reguliere muziekles is bovendien vaak best prijzig.

De Rijdende Popschool is een uitkomst voor een school als De Roemte, zegt Ciska Sikkema, leerkracht van groep 3 en cultuurcoördinator. ‘Het is lastig goed en gevarieerd cultuur­onderwijs aan te bieden’, vertelt ze. ‘Welke 8-jarige vindt het nu niet stoer om te zeggen: ik speel in een band?’

Langs de dorpen

Muziek moet je samen maken, is het motto van De Rijdende Popschool. Daarom laten ze leerlingen (van 8 tot 18 jaar) meteen samenspelen. Steenstra en zijn bandcoaches zijn niet van de oude stempel, van eerst gedegen ­notenschrift en toonladders leren.

‘Muziek is niet zo moeilijk, als je het simpel houdt’, zegt Steenstra. De gitaristen-in-spe spelen enkel de eerste toon van een akkoord, de keyboard­spelers worden gesouffleerd door de noten die met stift op de toetsten zijn geschreven. Aan één vinger hebben ze genoeg.

Zo, en door liedjes te kiezen die dicht bij de belevingswereld van de kinderen liggen, wil Steenstra met De Rijdende Popschool laten zien dat muziek voor iedereen is. Ook voor kinderen die misschien niet snel op muziekles zouden gaan. Rowell doet aan judo, Mohammed zit op voetbal, taekwondo en zwemles.

In ruim twintig dorpen is de Rijdende Popschool inmiddels actief, het aantal neemt nog steeds toe. Zes bestelbusjes vol instrumenten rijden er inmiddels door Noord-Nederland, van het Noord-Groningse Termunten tot Nieuw-Amsterdam in Zuidwest-Drenthe. Op stapel staat een nieuw project, DeClick, voor digitale muziek.

Geen subsidie

Je zou denken: bestuurders die zich zorgen maken over het verdwijnen van voorzieningen in de buitengebieden omarmen zo’n modelproject. Maar niets is minder waar. Het enthou­siasme onder de kinderen en in de dorpen staat in schril contrast met de voortdurend moeizame exercitie van Steenstra om de popschool draaiende te houden.

Hij is er niet de man naar om te zeuren over geld. ‘Maar steeds moeten leuren, daarvan vergaat me de lol wel.’ Vorig jaar viel zelfs bijna het doek. Toen werd de Rijdende Popschool op het nippertje gered door sponsoren. Een gulle gift kwam van de Smurfit Kappa Foundation. Autobedrijf Century stelde kantoor- en opslagruimte beschikbaar.

Steenstra vindt dat zijn initiatief een regionale functie heeft – kijk eens naar die zes busjes die kriskras door het noorden rijden. Maar de provincie Groningen wil geen subsidie geven omdat muziekonderwijs formeel een gemeentelijke taak is. Er zijn wel potjes voor leefbaarheidsprojecten in het aardbevingsgebied. Maar omdat de bandcoaches behalve Loppersum en Stedum ook het Drentse Erica aan doen, komt de Rijdende Popschool daarvoor niet in aanmerking.

Gemeenten overigens zijn welwillend, zoals Loppersum. Maar cultuurbudgetten houden niet over en Steenstra wil hen ook niet overvragen. De ouders van de deelnemers ook niet, van wie hij 8 euro voor en les van een uur en een kwartier vraagt. ‘Beleidsmakers zeggen dan: maak deelname duurder. Maar toegankelijkheid is juist onze essentie.’

Daarom komt De Rijdende Popschool niet alleen op scholen, maar ook in dorpen. In Zeerijp begon het jaren geleden met een mailtje van een meisje, vertelt Steenstra. ‘Ze schreef me: we zijn met zeven meiden en willen een band beginnen.’

Inmiddels zijn Vera, Geanne, Fenna, Nora en Merel er in de voetsporen van de eerste lichting getreden. Vandaag zetten ze in een oefenruimte in een oude boerderij hun tanden in het liedje IJskoud van Nielson. ‘Ik zou je nooit zo laten staan / en je ten onder laten gaan’, zingen Vera en Geanne vol overgave. Een bandnaam? ‘Eerst heetten we HUH, vanwege onze achternamen: Huizingh, Uiterwijk en Hartman’, zegt Vera. ‘Maar nu we met z’n vijven zijn moeten we iets nieuws verzinnen.’