Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Top van justitie beschuldigd van leugens en overspel door terugvechtende hoofdofficier Van Nimwegen

Hoofdofficier van justitie Marc van Nimwegen bij de Waalhaven in Rotterdam.Beeld Hollandse Hoogte / Jan de Groen

Een liefdesrelatie dreigt hoofdofficier Van Nimwegen de kop te kosten. Strijdbaar beticht hij nu op zijn beurt een voormalige collega – met naam en toenaam – van overspel en leugens voor de commissie die zijn zaak onderzoekt.

De commissie die onderzoek doet naar mogelijke integriteitsschendingen in de top van het Openbaar Ministerie schendt daarbij de wet en gebruikt ‘oncontroleerbare beweringen, roddels en achterklap’, waardoor een verdediging niet mogelijk is.

Dat schrijft hoofdofficier Marc van Nimwegen in een uitgebreide brief aan de OM-top en de onderzoekscommissie, die de relatie tussen hem en zijn collega-hoofdofficier Marianne Bloos onderzoekt. Als voorbeeld noemt Van Nimwegen de verklaring van zijn voormalig collega-hoofdofficier Bart Nieuwenhuizen. Die heeft volgens hem gelogen bij de commissie om zo een eigen affaire met een advocaat-generaal van het OM onder de pet te houden.

In de brief, die de Volkskrant heeft ingezien, beschrijft Van Nimwegen hoe de relatie die meerdere keren besproken was met de top van het OM, in 2018 ineens een probleem werd na publicaties in NRC Handelsblad ‘op basis van anonieme bronnen’. Toen besloot het OM plots onderzoek te laten doen naar de ‘roddels en geruchten’ die al jarenlang bekend waren, schrijft Van Nimwegen. ‘Het enige nieuwe feit was dat het in de krant stond.’ Van Nimwegen is sinds mei vorig jaar met buitengewoon verlof vanwege de kwestie.

Een woordvoerder van het college van procureurs-generaal laat weten dat de OM-top geen ‘uitlatingen doet over eventuele brieven van werknemers aan het college, en al helemaal niet als deze onderwerp van onderzoek zouden zijn’. ‘Daarnaast heeft het college er het volste vertrouwen in dat iedere medewerker die door de commissie is gehoord, de waarheid heeft verteld.’

Partnerrelatie

Van Nimwegen was tot 2014 zelf lid van het college van procureurs-generaal, de top van het OM. Vanwege ‘sterke gevoelens’ voor Bloos stapte hij op en werd hij plotseling hoofdofficier van justitie in Rotterdam. Een stap die met toenmalig voorzitter Herman Bolhaar was afgesproken, schrijft Van Nimwegen. In 2016 heeft hij aan de voorzitter van het college gemeld dat zij inmiddels een partnerrelatie hadden en kreeg hij te horen dat er geen bezwaar was en dat ze beiden tegelijk hoofdofficier konden zijn.

Desondanks besloot de huidige top van het OM vorig jaar alsnog een commissie in te stellen die onderzoekt wat er intern precies gebeurd is bij de overstap in 2014. Ook kijkt de commissie of er voor 2014 al aanwijzingen waren van een relatie tussen de twee. Daarvoor opende de commissie een meldpunt en riep medewerkers van het OM op zich te melden vertrouwelijk en desnoods anoniem hun verhaal te doen. Inmiddels heeft de commissie ruim vijftig personen gesproken die verklaringen over het seksuele gedrag van Van Nimwegen in de periode tussen 2005 en 2015 hebben afgelegd.

In de brief schrijft Van Nimwegen dat het hem ‘steekt’ dat iedereen de gelegenheid heeft gekregen om ook anoniem verklaringen af te leggen en dat hij maar een deel van de verklaringen heeft mogen inzien. ‘En dan ook nog eens een door de commissie gemaakte selectie uit die verklaringen’.

Van wat hij wel heeft gezien, is een deel ‘aantoonbaar onjuist’. Zo verklaarde hoofdofficier Charles van der Voort – die in oktober vorig jaar vanwege een verziekte werksfeer zelf opstapte bij het parket Zeeland-West-Brabant – dat hij in 2011, toen ze samen in een jury zaten, al gemerkt had dat Van Nimwegen en Bloos een relatie hadden. Onzin, schrijft Van Nimwegen, want Bloos zat in 2011 niet in die jury van een wedstrijd voor rechtenstudenten.

Dat kan volgens hem een vergissing zijn, omdat ze in 2016, 2017 en 2018 wel gezamenlijk in de jury zaten. ‘Het vermelden van een dergelijke vergissing of misleidende insinuatie zou tonen dat de Commissie objectief en onafhankelijk feitenonderzoek doet en waarschuwt voor al dan niet bewust gekleurde herinneringen na zoveel tijd en publiciteit. Maar dat doet de Commissie niet’, schrijft de hoofdofficier. Ook heeft de commissie volgens Van Nimwegen niemand opgeroepen en gehoord die hij had aangedragen.

De vraag of de twee in 2011 al een relatie hadden is belangrijk in het onderzoek, omdat Bloos in dat jaar tot hoofdofficier benoemd werd. Van Nimwegen zat toen in het college van procureurs generaal en had de portefeuille personeelsbeleid. Hij ontkent dat er toen al sprake was van een relatie.

Geschokt

Hij schrijft in zijn brief dat hij geschokt is over de verklaring van zijn voormalige collega-hoofdofficier Bart Nieuwenhuizen, die vorig jaar opstapte bij het OM en raadsheer is geworden bij het gerechtshof in Den Bosch. Die heeft tegen de commissie gezegd dat er in mei 2011 al sprake was van een ‘prille relatie’ tussen Van Nimwegen en Bloos. Hij weet dat, zo heeft hij gezegd, vanwege zijn vriendschap met Van Nimwegen. Nieuwenhuizen weet heel goed dat Marianne Bloos en ik in 2011 geen relatie hadden, schrijft Van Nimwegen.

Als bewijs haalt Nieuwenhuizen een gezamenlijk bezoek aan de StaMag-conferentie in dat jaar aan, een congres voor officieren van justitie en advocaten-generaal. Daar wordt volgens deelnemers op de feestavond doorgaans behoorlijk ingenomen door de staande magistratuur, waarbij aan het einde niet iedereen altijd belandt op de juiste hotelkamer.

Nieuwenhuizen en Van Nimwegen hadden afgesproken een tweepersoonskamer te delen in het hotel, maar dat ging niet door. Nieuwenhuizen heeft tegen de commissie gezegd dat hij voor Van Nimwegen elders een kamer heeft geboekt, zodat die de nacht met Bloos kon doorbrengen.

Van Nimwegen schrijft in de brief dat dit een leugen is: Nieuwenhuizen wilde de kamer voor zichzelf hebben. Na de conferentie vertelde Nieuwenhuizen hem dat hij niet met zijn huidige partner, maar met een andere vriendin op de gereserveerde kamer was geweest, aldus Van Nimwegen. ‘Hij drukte mij op het hart dat hij tegen zijn huidige partner had gezegd dat hij met mij op de gereserveerde kamer had geslapen.’ Van Nimwegen bevestigt dat hij niet bij Nieuwenhuizen op de kamer sliep, maar in een ander hotel en alleen.

‘Rancune en leugens’

Van Nimwegen noemt het verhaal van Nieuwenhuizen een ‘opsomming van valse rancune en leugens’, ingegeven door de ergernis van Nieuwenhuizen over de invloed van de hoofdofficieren Bloos en Van Nimwegen.

Nieuwenhuizen zegt in een reactie dat hij bij de commissie ‘naar eer en geweten’ heeft verklaard en wil verder niet op de kwestie ingaan.

Eerder diende de advocaat van Van Nimwegen al een klacht in bij de Autoriteit Persoonsgegevens omdat de commissie illegaal gegevens over zijn seksleven zou verzamelen. Volgens de advocaat van Van Nimwegen is dat in strijd met de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), waarin staat dat verwerking van gegevens ‘met betrekking tot iemands seksueel gedrag of seksuele gerichtheid’ verboden is. Ook is het verwerken van gegevens over het privéleven volgens de advocaat in strijd met Europees Verdrag voor Rechten van de Mens (EVRM).