Direct naar artikelinhoud
InterviewJack de Vries

Jack de Vries verloor zijn geliefde Melissa: ‘Ze leefde alsof ze maar de helft van de tijd had, alsof ze voorvoelde wat zou komen’

Jack de Vries.Beeld Anouk van Kalmthout

Anderhalf jaar geleden overleed Melissa, de vrouw met wie oud-staatssecretaris Jack de Vries een kind van 2 had. De voormalige CDA-spindoctor spreekt met de Volkskrant voor het eerst uitvoerig over de dood van zijn geliefde.

en

Hij legt een wit geplastificeerd multomapje op tafel. ‘Intensive care’, staat erop. Het is een handgeschreven dagboek dat hij bijhield in de dagen en nachten dat hij bij zijn vrouw waakte. Eigenlijk zijn het brieven aan haar, zegt hij. Straks zal hij eruit voorlezen.

‘Op de ochtend van Prinsjesdag, op 19 september 2017, stonden Melissa en ik in de badkamer. We hadden het over tompoucen. Het is traditie bij Hill+Knowlton, het adviesbureau waar ik werk: op Prinsjesdag komt in onze straat de gouden koets voorbij – nog leeg; die gaat naar Noordeinde. Vervolgens kijken we met z’n allen de troonrede met tompoucen en prosecco. Melissa was net begonnen in haar nieuwe functie als directeur Mediacentrum Defensie en ging de traditie van de tompoucen daar ook invoeren.

‘Ik liep naar de slaapkamer om Elisa, onze dochter van 2, klaar te maken voor de kinderopvang. Melissa kwam ineens binnen. ‘Er knapte net iets in mijn nek’, zei ze. ‘Ik heb een steek in mijn hoofd.’ Ik dacht: misschien een beknelde zenuw. Ze ging op bed liggen. ‘Het is niet goed.’’

Jack de Vries werd in december 2007 benoemd tot staatssecretaris van Defensie. Melissa was zijn militair adjudant, een majoor van de luchtmacht. Het klikte.

‘Zij onderscheidde zich nogal van de andere ambtenaren. Veel mensen praten jou als staatssecretaris naar de mond. Zij niet. Als ik een mediapresentatie had gedaan, zei ze: ‘Je was te onrustig, te beweeglijk.’ Of: ‘Pas op dat je niet glad overkomt.’ Recht voor z’n raap, hè. Die feedback was heerlijk.

‘Ik vond mijn job als staatssecretaris mooi en eervol, maar het leverde me ook onwijs veel stress op. Het gevoel dat je continu moet presteren en kunt falen, dat is best heftig. Voor een Kamerdebat had ik elke keer het gevoel dat ik eindexamen deed. Avonden- en nachtenlang blokken, dossiers doorwerken. Ik was wel zo ijdel en ambitieus dat ik de discussie inhoudelijk op eigen kracht kon voeren, zonder briefjes van mijn ambtenaren. Ik wist dat er kritisch naar mij werd gekeken, zo van: kan de media-adviseur ook wel zelf bestuurder zijn? Dus ja, die hulp van Melissa was welkom.’

In de nazomer van 2009 vatte de werkrelatie vlam.

‘Tja, hoe gaat zoiets? Je brengt veel tijd met elkaar door en reist de halve wereld over, je praat over meer dan werk, dan merk je dat er gevoelens ontstaan en opeens is er die zoen. Ik duwde het meteen van me af, want mijn relatie met Harriët (zijn eerste vrouw, red.) was goed en we hadden een fantastisch gezin. Ik wilde ook thuisblijven. Maar... vervolgens kom je toch niet los van die verliefdheid.

‘Ik zat in een emotionele rollercoaster. Veel nagedacht, veel gepraat met vrienden. In maart 2010 gingen Melissa en ik opnieuw op dienstreis, nu naar Suriname. Ik viel opnieuw voor haar. Op dat moment wist ik het heel zeker, maar vervolgens vliegt het je toch weer aan. Een maand eerder was het kabinet-Balkenende gevallen. Ik wilde dit over de verkiezingen in juni tillen, maar ik realiseerde me ook wel dat de zaak daarvoor veel te gevoelig lag.’

De Vries besloot tijdelijk zijn intrek te nemen in de Haagse Frederikkazerne.

‘Eigenlijk was de breuk met mijn gezin nu een fait accompli, de nieuwe werkelijkheid, maar de worsteling bleef. Jij kunt dan wel verliefd zijn, het is wel een egoïstische keuze. Als ik van huis wegreed op zondagavond, stonden de jongens zwaaiend in de deuropening. Om de hoek moest ik dan even stoppen. Ik beet een stuk uit m’n stuur en sloeg mezelf voor m’n kop. Wat ben ik een enorme klootzak.’

Zijn verblijf op de kazerne bleef niet onopgemerkt: de pers kreeg lucht van de zaak. Aftreden leek onafwendbaar.

De voormalige spindoctor vouwt zijn handen ineen. ‘Er lagen twee communicatiescenario’s. Eén: de Bill Clinton-variant, familie op één. Zo van: ja, ik heb een fout gemaakt, maar ik zal er alles aan doen om het goed te maken. What’s wrong with saving your marriage? Tweede mogelijkheid: sorry, dit komt in de beste families voor, ik ben verliefd geworden op een ander. In scenario 1 zou ik Melissa figuurlijk een schop geven, in scenario 2 mijn vrouw. Het waren voor mij geen opties. Dan overleef je het communicatief dus niet. Ik wilde de mensen om mij heen verlossen van die media-ellende en mijn partij niet tot last zijn. Op 14 mei 2010 trad ik af. Daar had ik vrede mee – héb ik vrede mee.’

Hij pakt het witte multomapje erbij en slaat het open. ‘Dit schreef ik aan Melissa. Comapatiënten die weer bijkomen, zijn vaak een flink deel van hun geheugen kwijt. Het ziekenhuis adviseert je dan ook om de gebeurtenissen bij te houden.’

Je ging liggen en zei dat je niet goed kon zien. Daarna was je opeens weer heel helder en vroeg je mij om je collega te bellen. Hij moest de tompoucen halen, omdat jij het niet ging redden. Daarna werd je opeens heel erg misselijk en onrustig. Ik belde 112. Die vroeg of je je armen en benen kon bewegen, of je goed kon praten, hoe je mond was. Geen symptomen. Maar toch. De ambulance zei: leg haar op haar zij, we komen eraan. Je zei: ‘Het gaat echt niet goed.’ Je raakte in coma, nog voordat de ambulance er was. Maar Elisa en ik waren bij je.

‘Ik rende in paniek naar beneden voor de ambulance. Het huis liep snel vol – er was ook politie en brandweer. Melissa moest horizontaal worden vervoerd, de brandweer takelde haar uit het raam. Ondertussen probeerde ik voor onze dochter te doen alsof er niets aan de hand was en maakte een ontbijtje voor haar, een boterham met hagelslag. Toen ik even ging bellen om familie te waarschuwen, namen twee politiemensen de aandacht voor Elisa van mij over – heel aardig en zorgzaam. De arts vroeg of ik met de ambulance meeging. Nee, ik wilde mijn kind niet alleen laten. ‘Dan moet je je vrouw nu een kus gaan geven’, zei hij. ‘Want het gaat niet goed.’ Dat heb ik gedaan.

‘Toen ik buitenkwam, zag ik gelukkig ons buurmeisje en oppas. Zo kon ik toch met de ambulance mee. We kregen een politie-escorte. Ik zat voorin en hoorde hoe de motoragent vóór ons precies iedere bobbel in de weg aangaf. Het was Prinsjesdag en dus heel druk in de stad. Toch werden alle kruisingen voor ons vrijgemaakt. Ik dacht: het is écht ernstig.’

Ze maken een scan. Er is een forse bloeding in de linkerhelft van de hersenen. De neurochirurg vertelt dat het vrij zorgelijk is, maar hij gaat wel opereren, omdat je nog zo jong bent en een dochtertje van 2 hebt. Het ziet er wel slecht uit. Je ouders arriveren in het ziekenhuis.

‘Rond twaalf uur was de operatie afgelopen. De scan zag er goed uit, de bloeding was weg, maar het was nog onbekend hoeveel schade er was aangericht.’

Om de twee uur testen ze reflexen. Ze kijken in je ogen, drukken op je borst en dienen pijnprikkels toe in je vingers en tenen om te kijken of je reageert. Je knijpt in mijn hand wanneer ze je hoofd bewegen, waarschijnlijk onbewust. Het ziet er allemaal niet fijn uit, maar ik ben gelukkig dat je er nog bent. Goed nieuws is ook dat je zelf kunt ademen. Elisa slaapt gelukkig.

Jack de Vries.Beeld Anouk van Kalmthout

‘Melissa wilde per se een meisje. Ik zei: ‘Ik doe alleen maar in jongens’, want met Harriët had ik al twee zoons gekregen. Fantastisch dat het toch gelukt is. Mooie tijd.

‘Voor zover alles goed kan komen na een echtscheiding, is het goed gekomen. Harriët is gelukkig met een geweldige nieuwe man. Hulde aan haar, na alles wat ik haar heb aangedaan. Het leven met Melissa was wel anders. Stoere meid, hè. Veel meer een durfal dan ik. Door haar ben ik gaan duiken en skiën. Zij ging ooit zelfs bungeejumpen van een hoge brug in Zuid-Afrika. Melissa was de eerste vrouwelijke squadroncommandant in Gilze-Rijen. Naar buiten toe stond ze pal voor haar mensen, loyaal en fair, maar als leidinggevende kon ze ook stevig zijn. Ze deinsde er niet voor terug iemand over de schutting te gooien, zoals dat heet binnen Defensie.

‘Melissa en ik settelden ons, kochten een huis. Maar een relatie met iemand als zij is geen kabbelende rivier, het is een zee waarvan de golven hoog kunnen gaan. We waren aan elkaar gewaagd. Wat haar aantrok in mij – ik denk mijn zachte, gevoelige kant. Iemand met wie je een goed gesprek kunt voeren. Iemand die kan luisteren, maar ook tegenwicht kan bieden. Ik hield van haar temperament en spontaniteit, altijd in voor Brabantse gezelligheid. Ik wilde haar niet kwijt, onder geen voorwaarde.’

Wij gaan voor de kans op het wonder. Ik wil eventueel falen niet accepteren. We zijn allemaal boos op onze eigen manier. Boos, opstandig, luid, of stil. Half elf, ik neem de wacht weer over. J. heeft een playlist voor je gemaakt, die ik voor je afspeel. Ik laat je de stem van Elisa horen. Verpleegster Loes heeft je mooi gemaakt, het verband is van je hoofd.

‘Mijn idee was: al moet ze naar een verpleeghuis, ik wil dat ze blijft. Maar ja, Melissa zou het met haar trots en ijdelheid al moeilijk vinden om verder te leven met een scheve mond, bij wijze van spreken. Een MRI-scan wees uit dat er geen hersenactiviteit meer was. Dat had ik nodig om het ondenkbare te aanvaarden, als laatste zet om haar los te laten. Ik brak.’

Melissa had niet lang daarvoor een praktijkopdracht gedaan bij een uitvaartonderneming. Dat was onderdeel van de kaderopleiding van Defensie die ze volgde.

‘Wij spraken toen vaak over de vraag wat een mooie begrafenis was. Dat zijn gesprekken die je eigenlijk nooit met elkaar voert, maar die ik met de kennis van nu iedereen kan aanraden. Ik was daar dankbaar voor: ik wist precies hoe ze het wilde. Waar je echter volstrekt niet op voorbereid bent, is: hoe doe je het goed met de kinderen? De jongens waren al 17 en 14, maar Elisa was nog maar 2.

‘Een verpleegster was al zo alert te zeggen dat ik vooral niet moest vertellen dat mama sliep, omdat slapen dan een volstrekt verkeerde associatie zou worden. Ik heb verder advies bij professionals – psychologen – ingewonnen. Je kunt zoiets maar één keer goed doen. En gelukkig zijn er ook boekjes die je kunnen helpen, zoals Kikker en het vogeltje van Max Velthuijs. In dat verhaal komt een grafje voor. Dát hoort bij dood. Dus: ondanks het feit dat Melissa is gecremeerd, heb ik wel een graf gekocht waarin we de urn hebben begraven, om toch een plekje te hebben om naartoe te gaan.

‘In het boekje gaat Kikker daarna weer spelen en ‘het leven vieren’. Vlak na de crematie wilde Elisa op de trampoline springen en liedjes zingen. We maken een kringetje van jongens en van meisjes. Een enorme omschakeling, en confronterend. Maar vooral: prachtig. Elk doel, alle plannen van hoe je je leven wilt leiden... dat ben je toch kwijt. Dit was nu mijn doel. De kinderen. De mannen. Die kleine meid.

‘In de boeken lees je over vier fasen van rouwverwerking: ontkenning, woede, depressie en aanvaarding. Die fase van depressie kon natuurlijk niet. Ik wilde een goede vader kunnen zijn. Ik ben met een psycholoog gaan praten: wat kan ik doen om dat te voorkomen? Schrijven helpt. In de chaos orden je gedachten. De kinderen helpen – je gaat niet met een fles whisky in de hoek zitten. Al heb ik die momenten ook wel beleefd, hoor. Spanning en stress leidde bij mij tot klachten in mijn nek. Er zat een zenuw bekneld tussen twee wervels, met uitstraling naar mijn armen. Veel pijn, veel fysiek ongemak. Maar beter dan een depressie.’

50 is hij geworden, vorig jaar. ‘Die 5 was voor mij altijd wel een dingetje. Mijn vader overleed toen hij 56 was. De moeder van Harriët werd 51. Maar ja, Melissa stierf met een 3 ervoor, dus dat is nu volstrekt relatief.

‘Het is zo onwerkelijk. Melissa was net commandant van het Mediacentrum geworden. Communicatie binnen Defensie, dat ligt natuurlijk in het verlengde van mijn vakgebied. Bij alle opdrachten en papers die ze tijdens haar opleiding had moeten schrijven, kon ik mooi meedenken en sparren. Eindelijk had ze een functie in Den Haag. Eindelijk konden we 24/7 samenwonen. Eerder ging dat niet: ze zat intern in Gilze-Rijen op het squadron en later was ze veel weg voor haar opleiding. Eigenlijk hadden we het net voor elkaar.’

Verwijt de christen-democraat God iets? ‘Nee. Ik krijg pukkeltjes als mensen zeggen: ‘Hij zal er wel een bedoeling mee hebben.’ Voor mij is God liefde. Die wil geen dood, pijn, verdriet en ellende. Ik ben aangesloten bij de American Protestant Church of The Hague. Dat zijn grotendeels expats die geen idee hebben van wie ik ben of ooit was. Voor hen ben ik gewoon Jack, drummer van de kerkband. Wat mij is overkomen met Melissa, is toeval, botte pech. Ik vroeg de trauma-arts: wat had ik beter of anders kunnen doen om haar een betere kans te geven? ‘Niets’, zei hij. ‘Vergelijk het met een binnenband met een slijtplekje, een bobbel. Die knapt een keertje, en je weet nooit waarom of wanneer. Het is uniek dat je nog afscheid van Melissa hebt kunnen nemen. Meestal gaat het zo dat de partner denkt: is ze nu nóg niet klaar in de badkamer?’

‘Leef bewust. Dat is mijn boodschap. Laat over ruzie nooit de zon opgaan. Ga niet met een kwaaie kop de deur uit. Natuurlijk hoef je niet elk uur te leven met de gedachte: mijn geliefde kan zomaar dood gaan. Maar ik kan je vertellen: dat is toevallig wél zo. Ik heb ervaren hoe enorm belangrijk familie en vrienden voor je worden. Vriendschappen zijn enorm verdiept. Mijn moeder: goud waard. Uit ellende komen ook mooie dingen voort.

‘Melissa leefde alsof ze maar de helft van de tijd had. Alsof ze voorvoelde wat zou komen. In het begin van onze relatie gaf ze mij dit horloge, ik draag het nu als symbool. Je weet nooit hoe laat het is, hoeveel tijd je nog hebt. Lééf. Op Prinsjesdag informeerden collega’s om mij heen voorzichtig of ze wel tompoucen en prosecco in huis moesten halen. Het was nog maar een jaar geleden. Ja natuurlijk, zei ik. Juist!’

‘Op vrijdagochtend, drie dagen na Prinsjesdag, liet ik Elisa zonder dat ze het wist afscheid nemen van haar moeder. Om het minder eng voor haar te maken, hadden we alle slangen weggehaald, op de tube voor beademing na. ‘Kijk’, zei ik, ‘mama heeft ook een speen.’ Toen Elisa weer weg was, stopte de arts de kunstmatige beademing. Ik zette een mooie ballad van Melissa Etheridge op, om haar rust en ontspanning mee te geven. Twaalf uur later overleed ze, 38 jaar oud, minstens 38 jaar te vroeg.’

Hoe besta je na?

Een dierbare sterft. En dan? In de onregelmatig verschijnende serie Hoe besta je na? spreken Frénk van der Linden en Pieter Webeling met mensen die een geliefde, kind, ouder of goede vriend(in) hebben verloren. Met welke herinneringen blijven we achter? Hoe rouwen we? Staat God ons bij? Is het mogelijk om een groot persoonlijk verlies betekenis te geven? 

Eerdere afleveringen van deze serie kunt u hier vinden. 

De godfather van de spindoctors

De godfather van de spindoctors – zo kun je Jack de Vries wel noemen. Als campagnestrateeg van het CDA beleefde hij zijn finest hour tijdens de verkiezingen van 2006. Wouter Bos was de gedoodverfde nieuwe premier, maar verloor het momentum doordat zijn christen-democratische tegenstanders de nadruk legden op de wisselende standpunten van de PvdA’er over zaken als AOW, pensioen en ontslagrecht. In het eerste grote radiodebat haalde Balkenende uit naar de PvdA-leider: ‘U draait en u bent niet eerlijk.’ De Vries introduceerde vervolgens tijdens het dagelijkse praatje met de parlementaire pers ‘het draaipunt van de dag’. Het draaipunt werd het keerpunt: het CDA won. Balkenende kon aanblijven als premier.

Eind 2007 werd De Vries staatssecretaris van Defensie (‘Een jongensdroom’). Zijn ster was rijzende. Na de val van het kabinet-Balkenende IV vanwege de kwestie-Uruzgan stond hij op de CDA-lijst. ‘Intern werd gesuggereerd dat ik een mogelijke kandidaat was voor het fractievoorzitterschap.’ Tot in mei 2010 uitkwam dat de staatssecretaris een affaire had met zijn adjudant, Melissa Goede.