Direct naar artikelinhoud

‘Dus nu zegt iedereen ‘Eens’. Maar écht’

‘Dus nu zegt iedereen ‘Eens’. Maar écht’

Ik begrijp wel dat mensen na eeuwen gebruik van het woord ‘ja’ op zoek gingen naar andere manieren om dat te zeggen.

Honderden jaren lang was het zo dat, als iemand iets tegen je zei wat jij ook vond, je ‘Ja’ zei. Iemand zei bijvoorbeeld: ‘Dat was een gezellige middag.’ En dan zei jij: ‘Ja.’

Tot zo ver alles prima. Maar er kwam een jaar of twee geleden een soort verveling over de mensen waardoor zij zich, althans in mijn omgeving, geroepen voelden om in plaats van ‘Ja’ ineens de hele tijd ‘Echt’ of ‘Maar echt’ te gaan zeggen, of meestal was het nog echter en dan zeiden ze ‘Maar écht!’ En niet eens als antwoord op ietwat rare beweringen die extra nadrukkelijk beamen nodig hadden (‘Ik heb het gevoel dat de kleine ijstijd volgend jaar begint.’ ‘Maar écht!’), maar juist als veel te nadrukkelijk antwoord op ongelofelijk triviale mededelingen. ‘De zon schijnt.’ ‘Maar écht!’

Zoals dat gaat met modekreten gingen mensen veel te vaak ‘Maar echt’ zeggen, maar écht, en toen ging iedereen zich daarvoor schamen, en nu is er nog maar een klein groepje fanatieke maar-echt-zeggers over, net zoals er nog maar een paar vrouwen over zijn, meestal met het kapsel van Caroline Tensen, die met droge ogen ‘Helemaal leuk!’ durven uit te roepen.

Maar we moesten wel wat nieuws verzinnen, want terug naar het saaie, zouteloze ‘Ja’ konden we niet meer.

Dus nu zegt iedereen ‘Eens’. En dat zeggen ze ook nogal nadrukkelijk, niet met een uitroepteken maar wel in CapsLock. Dus dat gaat dan zo van: ‘Kijk, dit vind ik een leuke capuchontrui.’ ‘EENS.’

Wat de mensen ook ineens vaak zeggen in plaats van ‘Ja’, is: ‘Is ook.’ Dit vind ik nog gekker dan ‘Eens’, want ‘Is ook’ is volgens mij dialect. Ik weet niet uit welke regio van Nederland het komt, maar ik meen dat ik jaren geleden iemand uit Culemborg ‘Is ook’ heb horen zeggen. Dat vond ik een leuke manier om ‘Dat is ook zo’ af te korten, en daarna heb ik er nooit meer over nagedacht. Tot het in mijn eigen stadse omgeving, ver van Culemborg, het afgelopen jaar opdook. ‘Ik vind de avocado een beetje overschat.’ ‘Is ook.’

‘Is ook’ behoort tot het kleine subgenre van plattelandsdialect dat ineens stads en hip wordt. Als enige andere voorbeeld daarvan kan ik ‘Hoi!’ als afscheidsgroet bedenken, dat stadse irritante hippe mensen een tijd geleden uit het Fries overnamen. Fries is geen dialect, dat weet ik ook wel, maar u snapt wat ik bedoel.

Het leuke is dat er van ‘Nee’ trouwens geen nieuwe versies bestaan, zoals ‘ONEENS’ of ‘Is niet’.

Dat vind ik dan weer sympathiek van de stadse irritante hippe mens.