Direct naar artikelinhoud
Verslaggeverscolumn

Waarom de spoorwegovergangen nog steeds niet dicht zijn

Waarom de spoorwegovergangen nog steeds niet dicht zijn

Traagheid is sinds de zesde eeuw een hoofdzonde: acedia, ook wel vertaald als luiheid, gemakzucht, lusteloosheid of vadsigheid. Op de grond leidt het tot dodelijke ongelukken, maar in de politiek is het een patent stuk gereedschap. Je zit er zo een staatssecretariaat mee uit – wat dat betreft zijn politici soms net baanwielrenners tijdens een surplace.

De onbewaakte spoorwegovergang ligt in een flauwe bocht, gestoffeerd met beuken en berken. Dat is gevaarlijk. Ook is hij nutteloos. Tachtig meter naar links is een bewaakte overgang, de bellen rinkelen al, de blauwe trein in aantocht. De betonblokken om deze nutteloze overgang af te sluiten staan klaar – maar wacht u tot de procedures gedoofd zijn. Er kan nog een bezwaar komen.

Zo onbehoorlijk mooi is Nederland vandaag. Zo schandalig goed geregeld. De akkers, de rieten daken, in najaarskleuren, de Audi’s, de verbodsborden, de biologische boerderijen, de verkeersinformatie, de slootkanten, de rotondes, de fietsstroken, de BMW-occasions, het stationnetje, de fietsvakken, de leibomen, de winterbanden, de knotwilgen, de parkeerterreinen, de lange schaduwen op het veld, de blauwe trein naar een wethouder vernoemd: Hans van Daalen, held van dit enkelspoor, nog steeds in functie.

Alles keurig afgehecht – behalve deze nutteloze onbewaakte overgang.

Een nutteloze onbewaakte overgang.Beeld Toine Heijmans

Alle onbewaakte overgangen moeten dicht, en snel wat, ze maken slachtoffers. Eerder schreef ik over het verdriet van Nanning Kazemier, die er een zoon verloor. Hij was kapot. De Onderzoeksraad voor Veiligheid kwam van de zomer met een hard rapport: het Haagse ministerie staat met de handen in de zakken toe te kijken hoe de overgangen open blijven en moet ‘de regie’ nemen, zoals dat in die kringen heet.

De staatssecretaris, Van Veldhoven, van Technocraten ’66, zei de boel eens te gaan bestuderen. Maar nu is ProRail haar traagheid zo zat, dat het alle onbewaakte overgangen met betonnen blokken wil blokkeren. De eerste is hier vlakbij. Maar deze dus nog niet – wacht u op de procedure.

André van den Top wenkt me: hij is aanwonend en belanghebbend en maakt bezwaar. Hier geldt het recht van overpad en dat geeft hij niet zomaar op, ook al is hem duizend euro aangeboden. Duizend euro ‘voor dit verlies aan woongenot’. Zonder onbewaakte overgang kan hij zijn auto lastig keren, is zijn verweer. Zijn beste vriend woont aan de overkant, ook dat. En dan de emotionele kant: ‘hier liep ik nog met mijn opa’.

André wil dat de overgang open blijft.Beeld Toine Heijmans

Prima voor de rijdende rechter, maar een staatssecretaris moet hier toch raad mee weten. Met een bewaakte overgang tachtig meter verderop.

Als we doorpraten zint André iets anders niet: het gaat om ‘de manier waarop’. Twee keer kwam ProRail bij hem langs, maar van een gesprek was geen sprake: ‘ze gaan onteigenen en dat is dat’. Hij wil gewoon een klein slagboompje net als bij de manege verderop. De aangetekende brief die hij verstuurde is ‘nooit aangekomen’ op het gemeentehuis. ‘Je kunt er toch ook gewoon over praten? Waarom kan dat niet?’

Dat is een goede vraag.

De betonblokken staan al klaar.Beeld Toine Heijmans

Er moeten honderdtwintig spoorwegovergangen dicht en dat lukt niet en dit is wat de staatssecretaris er op de radio over zei, in een schitterende woordenstroom, bijna even schitterend als deze herfst.

‘…nou maar, kijk, ProRail én Den Haag, ook mijn voorgangers, werken al heel lang samen aan een heel actieprogramma om onveilige overwegen aan te pakken, daar werken we lang aan, daar werken we samen aan, waar het lang duurt is in de overleggen met de gemeenten, dat heeft niet te maken met Den Haag maar dat heeft te maken met de vraag: vind je nou een oplossing in de lokale situatie. De OVV heeft ook aandacht gevraagd voor de duur van die procedures. En natuurlijk kijk ik, en ik ben ook bezig met het maken van een reactie: kunnen wij vanuit Den Haag nog iets doen om die lokale afweging, die het steeds is, om die te versnellen. Maar de afweging moet steeds zijn: de duur zit in de gesprekken lokaal. (…) Waar het om gaat is dat we echt die procedures willen proberen te versnellen, ik heb al extra geld beschikbaar gemaakt hè, en sinds mijn aantreden heb ik hier een prioriteit van gemaakt, ik heb specifiek de huisaansluitingen als nieuwe risicocategorie eigenlijk aandacht gegeven, en ik ben nu in reactie op dat belangrijke rapport van de OVV dus aan het bekijken: wat kunnen we dan doen vanuit Den Haag om die gesprekken die echt in die gemeentes op die locaties allemaal al lopen, om ervoor te zorgen dat we die kunnen versnellen, wat kan ik daar in het systeem aan doen, dat is precies waar we naar aan het kijken zijn, in reactie op dat belangrijke rapport, en in reactie dus op dit vraagstuk …’.

Elke manager managet problemen graag weg naar de overkant van het spoor. Dat geeft de minste schade – politiek gezien.

Daar is de blauwe trein.Beeld Toine Heijmans