Direct naar artikelinhoud
InterviewTheatermakers Jan Hulst & Kasper Tarenskeen

Hoe maak je theater over ‘het grootste, gruwelijkste en meest complexe conflict van onze tijd’?

Kasper Tarenskeen (l) & Jan Hulst.Beeld Daniel Cohen

Jan Hulst en Kasper Tarenskeen maken ‘Assad’, over de Syrische burgeroorlog en westerse gewetensnood.

Jane is een goedbedoelende, tikje oppervlakkige twintiger, een journaliste van een glossy die het heeft gehad met restaurantrecensies en eindelijk eens iets wil schrijven dat ‘ertoe doet’. En hoera: haar grote kans dient zich aan als ze in 2010 voor de Vogue op reportage mag naar Syrië om wereldverbeterende journalistiek te bedrijven. Dat moet wel verschrikkelijk misgaan.

En dat is ook precies wat er gebeurde. Jane heet in werkelijkheid Joan Juliet Buck – de Vogue-redactrice die in 2011 een controversieel interview publiceerde met de Syrische ‘first lady’ Asma al-Assad. In een zwijmelende hagiografie bejubelde Buck de westerse en democratische waarden van het gezin Al-Assad, zoals die tot uiting kwamen in Asma’s designcouture, de kerstboom in huis, en de iMacs van de kinderen. Asma was de elegantste aller first ladies wereldwijd, aldus Buck, een ‘roos in de woestijn’. Niet veel later brak daar de opstand uit tegen de Syrische overheid, en hoorde de hele wereld over de wandaden van president Bashar al-Assad.

Nu is Joan Buck een personage geworden in het stuk Assad, van theatermakers Jan Hulst (31) en Kasper Tarenskeen (30). Want zij besloten twee jaar geleden dat ze een voorstelling moesten maken over de oorlog in Syrië, ‘de grootste clusterfuck van onze tijd’. Nogal een veelomvattend onderwerp, dus hoe doe je dat? Nou, door zo klein, concreet en dicht bij huis mogelijk te beginnen. Met deze Jane dus.

Kasper Tarenskeen: ‘Er was bij dit onderwerp een heleboel dat niet kon. We zijn geen deskundigen, geen Syriërs, en we wilden vooral geen opportunistisch stuk maken over de rug van mensen die echte ellende hebben meegemaakt. Maar tegelijk voelden we wel de noodzaak het over Syrië te hebben – het grootste, gruwelijkste, meest complexe conflict van onze tijd, waar we elke dag mee bezig zijn.’

Dat is vaker hun werkwijze, zeggen ze: een onderwerp aanpakken waar ze weinig van begrijpen, vaak iets dat ze bang of kwaad maakt. Zo dwingen ze zichzelf om er toch een mening over te vormen. Dat deden ze eerder met het grote klassieke standaardwerk de Ilias, met Shakespeares Romeo en Julia, en met een stuk over hun eigen doodsangst, Buut! De naderende dood.

Hulst & Tarenskeen

Jan Hulst (1987) en Kasper Tarenskeen (1988) maken theaterproducties bij Frascati. Hun voorstelling Scheeps-Horeca (2016) werd genomineerd voor de BNG Nieuwe theatermakersprijs. De Volkskrant prees hun ‘kankervette turbotaal’ in Buut! De naderende dood (2017). Vorig jaar maakten ze een verrukkelijk futuristische, blasfemische bewerking van Romeo en Julia voor Toneelgroep Oostpool. Hulst & Tarenskeen vermengen genres, stijlen en tijden in een unieke, absurdistische theatertaal  en paren een groot historisch bewustzijn aan een feilloos gevoel voor nu.

Het was meteen duidelijk dat ze een westers perspectief zouden kiezen. Tarenskeen: ‘Hoe verhoud je je tot Syrië: dat is een westers probleem. Hoe we ons afsluiten voor beelden van extreem geweld en lijden, en snel weer doorscrollen of – zappen. Hoe langer je erover nadenkt, des te moedelozer je wordt. Wij bleven ons maar afvragen: wat kunnen we doen, in godsnaam? Die vraag hebben we neergelegd bij onze personages.’

En zo kwamen de makers uit op Jane en haar herkenbare doch naïeve ambitie. In hun stuk woont Jane in 2010 in New York samen met Nielson, inderdaad, singer-songwriter, die zich volstrekt onverschillig verklaart ten aanzien van het grote wereldleed en stoïcijns puzzelt aan een nieuw liedje (‘Ik voel me sexy als ik… rij?’). Naast dit ‘harde powerkoppel’ (Nielsons woorden) staat nog Jennifer, een jonge Amerikaanse die zich aansluit bij IS om Assad te bestrijden, en pas ter plekke beseft waarin ze is beland. Er zijn ook twee Syrische personages: Victor, geïnspireerd op Khaled Al-Asaad, de hoofdarcheoloog van Palmyra, die door IS op gruwelijke wijze werd vermoord, en Sayid, een gevechtspiloot die deserteert uit het Syrische leger.

Behalve Nielson proberen alle personages de status quo te doorbreken en écht iets te doen. Ze falen alleen jammerlijk. Hulst: ‘Maar de poging is oprecht. En hun pijnlijke mislukkingen maken het ergens ook heel geestig.’

Tarenskeen: ‘Jane wil Amerikaanse lezers laten zien dat niet heel het Midden-Oosten achterlijk is. Alleen vergaloppeert ze zich, en wordt ze ingepakt door Asma-al-Assad omdat ze een paar westerse waarden op haar kan plakken.’ (uit het Vogue-artikel: ‘Ze is lang en mooi! Ze draagt geen hoofddoek! Ze studeerde in Londen!’).

Hulst: ‘Ze droeg Chanel! En nu is het burgeroorlog! Hoe dan?’

Hun sympathie ligt het meest bij Victor, zeggen ze: de man die zijn leven geeft om de kunst te beschermen. Hulst: ‘Al willen we dat zeker niet romantiseren, want Khaled Al-Asaad is gewoon heel gruwelijk vermoord en de wereld deed niets.’ Victor zegt dat zelf ook, postuum, in het stuk: ‘Maak geen smeuïg verhaal van mijn sterven. […] Beloof me dat er geen film van gemaakt wordt, geen boek, in godsnaam geen toneel.’

Daarmee bekritiseren de makers ook zichzelf. Tarenskeen: ‘Want ja, wat doen wij nou, uiteindelijk? We maken er een voorstelling over. En hierna gaan we weer door.’ Hulst: ‘Maar dit is geen pleidooi voor nihilisme. Theater maken, dat is wat wij kunnen. Beter dan vechten, of actie voeren of een land besturen. Dus dit is blijkbaar wat wij moeten doen.’

Een uitweg uit het conflict lijkt er niet te zijn, en een helder antwoord op de vraag hoe wij ons tot die oorlog moeten verhouden evenmin. Maar hun voorstelling is een poging om dat samen met het publiek toch te proberen. Tarenskeen: ‘Het begint bij verantwoordelijkheid nemen, en onder ogen durven komen wat daar gebeurt. Bij het besef dat ook uit onze naam daar bommen worden gegooid.’ Hulst: ‘Het is onze plicht om het te weten, en het niet te vergeten. Weet wat er aan de hand is, dat is wel het minste.’ 

Assad van Hulst & Tarenskeen bij Theater Frascati, première 10/1, tournee t/m 20/3.