Direct naar artikelinhoud
AnalyseFaillissement Ziekenhuizen

Faillissement binnen de zorg is volgens de Tweede Kamer geen probleem, maar de manier van handelen die ermee gepaard gaat wel

Dat slecht functionerende ziekenhuizen failliet gaan, vindt een meerderheid in de Tweede Kamer nog wel acceptabel. Maar als het bericht komt dat twee patiënten in Amsterdam in levensgevaar zijn gekomen door de abrupte verhuizing, wordt het Kamerdebat woensdag toch ineens venijnig.

en
Bruno Bruins, minister voor Medische Zorg, tijdens het Tweede Kamerdebat over het faillissement van de IJsselmeerziekenhuizen en het Slotervaartziekenhuis.Beeld ANP

Plots schiet Bruno Bruins uit zijn groef. Hij roept het uit, met trillende stem. ‘Ik vind het verschrikkelijk. Ontzettend erg. Ik bagatelliseer niets!’

Het Kamerlid tegenover de minister voor Medische Zorg is Fleur Agema, van de PVV.  Samen belichamen Bruins en zij de diepe kloof die door het zorgdebat loopt sinds het Amsterdamse Slotervaartziekenhuis en de IJsselmeerziekenhuizen deze maand omvielen. 

Bruins kiest voor de technocratische, onderkoelde benadering. Hij staat pal voor de ordening in de zorg,  waar (gematigde) marktwerking heerst en zorgverzekeraars de maat voeren. Daarin is nu dan wel iets misgegaan, maar dat is niet meer dan een bedrijfsongeluk. 

Agema, zij-aan-zij met SP-Kamerlid Lilian Marijnissen, ziet in het faillissement het definitieve bewijs dat marktwerking niet thuishoort in de zorg. Ziekenhuizen zijn geen gewone bedrijven en kunnen in haar ogen per definitie niet failliet gaan. Ze wordt in die mening gesterkt als tijdens het debat het bericht binnenkomt dat twee patiënten in levensgevaar zijn gekomen bij de paniekerige overdracht aan een ander ziekenhuis. ‘Ga eens praten met de mensen in de zorg die keihard werken. Kies de kant van zorgverleners en patiënten in plaats van de zorgverzekeraars’, wordt Marijnissen niet moe Bruins toe te roepen. 

Onoverbrugbaar verschil in benadering

Het verschil in benadering blijkt ook in dit debat onoverbrugbaar. Zeker als Bruins na wat telefoontjes meldt dat volgens de ‘ontvangende artsen’ geen patiënten in gevaar zijn geweest. Het levert de minister een vergeefse motie van wantrouwen op van Agema: ‘Wilt u ophouden de zaak te bagatelliseren?’ Ze krijgt de stemmen van de SP, de Partij voor de Dieren, Denk, 50 Plus en Forum voor Democratie.

Daarmee komt de positie van de minister geen moment in gevaar. De marktwerking ook niet. Voor het grootste deel van de Kamer is het niet zo’n probleem dat ziekenhuizen failliet kunnen gaan. Tegelijkertijd maakt de Kamer wel duidelijk dat de manier waarop dat nu gebeurt niet mag worden herhaald. De woede richt zich vooral op Amsterdam, waarin van de ene op de andere dag met patiënten moest worden gesleept omdat het ziekenhuis werd ontruimd. 

Sinds wanneer wist Bruins over de acute financiële problemen bij de twee ziekenhuizen ? In juni verschenen daarover al berichten in de media. Heeft hij actie ondernomen? Wanneer wist Bruins over de dreigende surseance? Waarom heeft hij niet ingegrepen ?

Met horten en stoten geeft Bruins toe dat hij is overvallen door de gang van zaken. Ja, hij kende de berichten in de media, maar die waren niet nieuw. Zorgverzekeraars en ziekenhuis waren er tot nu toe steeds uitgekomen. Een week voor het faillissement hoorde hij over de acute problemen en het aanstaande uitstel van betaling voor de ziekenhuizen. Daarna heeft hij steeds overlegd, ook nadat de ziekenhuizen op dinsdag door de rechter uitstel van betaling was verleend. Maar het faillissement twee dagen later overviel hem alsnog.

Noodscenario's

Later in het debat geeft Bruins toe dat hij al in augustus een rapport had waarin scenario’s werden geschetst als de nood aan de man zou komen voor het Slotervaart of de IJsselmeerziekenhuizen. ‘Een overname, omzetgroei, samenwerking, of een gecontroleerd faillissement.’ Maar daar heeft hij dus niets mee gedaan.

Bruins verzekert de Kamer dat hij de gang van zaken uitputtend wil evalueren. Hij kijkt uit naar het rapport van de curator van het Slotervaart, die het faillissement afwikkelt. Daaruit moet blijken in hoeverre sprake is geweest van wanbeleid en ‘schimmige constructies’. Zelf gaat Bruins kijken wat te leren valt van de gang van zaken om chaos bij eventuele nieuwe faillissementen te voorkomen. Ook komt er een parlementair onderzoek. Want zo mag het nooit meer.

Voor Flevoland maakt de Kamer zich intussen grote zorgen over de bereikbaarheid van ziekenhuiszorg. Als de IJsselmeerziekenhuizen ook sluiten, is het dichtstbijzijnde ziekenhuis voor veel inwoners 45 minuten weg. Per ambulance. Dat is de maximumnorm. Bruins belooft dat in ieder geval de spoedeisende hulp en de bevallingszorg in Lelystad blijven. De bereikbaarheid van deze acute zorg wil hij voor heel Nederland garanderen.