Direct naar artikelinhoud

Gemeenten schieten tekort bij huisvesten vluchtelingen

Zo’n drieduizend vluchtelingen met een verblijfsvergunning hebben in 2018 langer dan noodzakelijk in een asielzoekerscentrum (azc) gezeten, omdat gemeenten tekortschieten in het vinden van permanente huisvesting. Dat schrijft Trouw op basis van cijfers van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Een azc in Oude Pekela.Beeld ANP

De problemen zijn pas recentelijk ontstaan: in 2017 kregen nog tweeduizend mensen méér dan strikt noodzakelijk was een huis. In 2018 moeten gemeenten 21 duizend vluchtelingen huisvesten, van hen hebben nu 18 duizend een woning. Door de langer wordende wachtlijst zitten op dit moment in totaal ruim 4.500 vluchtelingen met een verblijfsvergunning in een azc omdat ze wachten op een woning, aldus Trouw.

Een woordvoerder van het ministerie wijst op het algehele tekort aan sociale huurwoningen als voornaamste knelpunt. Ook is er een tekort aan betaalbare woningen voor grote gezinnen, alleenstaanden en mensen met een handicap. De communicatie tussen het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en de gemeenten schiet daarnaast te kort, aldus de woordvoerder. 

COA koppelt azc-bewoners aan gemeenten, die op hun beurt ieder half jaar een zogeheten taakstelling krijgen, waarin staat hoeveel vluchtelingen op een woning wachten. Hoe groter de gemeente, hoe meer mensen er een huis moeten krijgen. 

Kind zijn in een azc

Zara wil graag voetballen, maar haar grote broers vinden dat niets voor een meisje. In de nieuwe serie Zara en de magische kicksen, dat zich afspeelt in zes asielzoekerscentra, spelen de bewoners zelf mee.