Direct naar artikelinhoud
ColumnSylvia Witteman

Echt mooie sukadelappen, die herken je alleen als je er in je leven al honderden hebt bekeken

Echt mooie sukadelappen, die herken je alleen als je er in je leven al honderden hebt bekeken

Het besef dat wij – tot behoud van onze veelgeplaagde planeet – minder vlees zullen moeten eten is nog niet tot iederéén doorgedrongen, getuige de krioelende zaterdagdrukte bij de slager om de hoek. Zo stampvol was het dat ik overwoog dan maar vis te eten; maar de lamsschenkels lachten me toe, dus stond ik een tijdje in dubio, buiten voor de etalageruit.

Naast me hield een echtpaar van een jaar of 70 stil. De man, een voormalige, wat verdorde atleet, had de restanten van zijn haar nat achterover geplakt zodat je de tanden van de kam er nog in zag staan. De vrouw vervoerde haar blozende theemuts-gestalte met behulp van een rollator.

‘He, get, Jaap, wat een drukte...’, klaagde ze. ‘Ik ga niet naar binnen hoor, met dat ding.’ Ze knikte naar het looprek. ‘Ga jíj maar effe. Ik moet 2 rookworsten hebben, want Bennie en San komen morgen met de kinderen. En een half pond hart voor de poes. En 3 pond sukadelappen, maar alleen als het móóie lappen zijn, anders haal ik ze vanmiddag bij de Dirk.’

De man knikte. ‘Rookworsten. Hart. Sukadelappen’, recapituleerde hij, en wilde al naar binnen gaan, toen de vrouw herhaalde: ‘Ja, maar die sukade alleen als het móóie lappen zijn. Anders haal ik ze vanmiddag bij de Dirk.’ ‘Mooie lappen’, zei de man. ‘Hoe kan ik nou weten of het mooie lappen zijn? Hangen ze dan in een lijstje of zo?’

De vrouw richtte haar ogen ten hemel en vervolgens op mij. ‘Hoe moet je zo’n vent nou uitleggen wat mooie sukadelappen zijn?’, verzuchtte ze. Tsja. Je herkent ze in één oogopslag, dat wil zeggen, als je er al honderden hebt bekeken in je leven. En mannen kijken doorgaans niet naar sukadelappen.

‘Ik loop wel even mee’, zei ik. De vrouw glimlachte dankbaar. Leunend op de rollator keek ze ons na, terwijl we de drukke winkel in stapten en ons in de richting van de sukadelappen wrongen. ‘Nou, ’t zijn mooie lappen’, zei ik. Het wás zo. Ze waren doorregen met fijne streepjes vet, en door het midden liep een flinke zeen, karakteristiek voor sukade, die na urenlang stoven zo heerlijk mals wordt. ‘Als jij het zegt...’, zei de man schouderophalend.

Door de ruit keek de vrouw gespannen toe. Ik wees op de lappen en stak mijn duim naar haar op. Mijn kleine pantomime deed haar compleet opklaren. Ze grijnsde breed, en maakte met haar beide handen op de rollator een paar schuifelende danspasjes.

Tevreden ging ik in de rij staan voor mijn schenkels. Ik had een goede daad gedaan. Niet voor de planeet, helaas, maar dat komt wel weer een andere keer.