Direct naar artikelinhoud
AnalsyeDe Stint

De tragedie in Oss krijgt politieke dimensies: ‘De verkeersminister heeft veel uit te leggen’

Ruim een maand na het ongeluk met de Stint kruist Cora van Nieuwenhuizen donderdag de degens met de Tweede Kamer in een debat. Dit zijn de vier lastige vragen die de verkeersminister moet beantwoorden.

De inmiddels (tijdelijk) verboden Stint.Beeld Nederlandse Freelancers

1. Op basis waarvan haalde Van Nieuwenhuizen de Stint van de weg?

Op 1 oktober, anderhalve week na het dodelijke ongeluk met de Stint in Oss, besluit de minister dat de elektrische bolderkarren voorlopig niet meer de weg op mogen. Er is te veel onduidelijkheid over de veiligheid van de techniek in de Stint, schrijft Van Nieuwenhuizen aan de Kamer. Ook voert zij eerdere incidenten met de bolderkar aan, waaronder eentje bij een kinderopvang in Amsterdam. Daar sloeg een Stint op hol, luidde de interpretatie van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).

Volgens RTL Nieuwsdat met het kinderdagverblijf in kwestie sprak, was van op hol slaan echter geen sprake. De directeur van de kinderopvang zegt dat er sprake was van ‘een klein dingetje, iets met de remmen’. ‘Niets groots en ook zonder enig gevolg.’ Het kinderdagverblijf liet daarom al op 30 september aan de ILT weten de belastende verklaring te willen intrekken of een aanvullende verklaring te willen afgeven.

Een dag later zou het kinderdagverblijf hetzelfde hebben gevraagd aan de politie Oost-Brabant, die het onderzoek leidt naar het ongeluk in Oss en eerder het proces-verbaal van de melding uit Amsterdam had opgemaakt. Beide verzoeken bleven zonder resultaat. Nog dezelfde dag gebruikte Van Nieuwenhuizen de eerste melding, zonder aanvullende verklaring van de kinderopvang, om de Stint te kunnen weren.

‘Werkte de minister toe naar een reden om het gebruik van de Stint te kunnen verbieden?’, vraagt GroenLinks-Kamerlid Suzanne Kröger zich af. ‘Dat moet zij in het debat weerleggen.’ Ook SP-Kamerlid Cem Laçin is benieuwd waarom niets met de recentste lezing van het kinderdagverblijf is gedaan. ‘Ergens is ruis ontstaan. Wist de minister van de nieuwe verklaring? Dat wil ik van haar weten.’

2. Was er jarenlang te weinig toezicht op de veiligheid van de Stint?

In november 2011 geeft toenmalig verkeersminister Schultz van Haegen groen licht voor de Stint, ondanks kritische kanttekeningen van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV). Bij het onderzoeksinstituut speelt de vraag ‘of de verkeersveiligheid in het geding is’ bij een Stint op de openbare weg, in het bijzonder omdat de bestuurders er zonder rijopleiding tien kinderen mee zouden mogen vervoeren. Schultz van Haegen geeft de kanttekeningen door aan de Stint-fabrikant, maar daar blijft het bij.

In de jaren erna is er geen toezicht op de Stint. De elektrische bolderkar is een zogenoemde ‘bijzondere bromfiets’, een in 2011 gecreëerde categorie voertuigen waarop de overheid na toelating geen controles uitvoert. Ook de Segway valt hieronder. De Rijksdienst Wegverkeer (RDW) waarschuwde al datzelfde jaar voor het gebrek aan toezicht, omdat het zo niet mogelijk was om te controleren of bijzondere bromfietsen als de Stint aan de veiligheidseisen blijven voldoen. Het ministerie gaf de RDW gelijk, maar achtte het risico van minder toezicht ‘aanvaardbaar’ omdat het naar verwachting om een klein aantal voertuigen zou gaan.

‘Ik wil dat de minister erkent dat tussen 2011 en 2018 voertuigen zijn toegelaten, zonder dat rond de veiligheid veel was geregeld’, aldus Kröger. Volgens D66-Kamerlid Rutger Schonis heeft Van Nieuwenhuizen ‘wat uit te leggen’ over de toelating van en het toezicht op voertuigen als de Stints. SP’er Laçin wil weten waarom in 2011 niets met de aanmerkingen van de SWOV en de RDW is gedaan.

3. Zette Van Nieuwenhuizen de Tweede Kamer op het verkeerde been?

Had de fabrikant van de Stint wijzigingen aan het voertuig, zoals een zwaardere accu, na de toelating moeten melden? Volgens Van Nieuwenhuizen is daar geen twijfel over mogelijk. Zij spreekt van een meldplicht. ‘Wanneer de fabrikant het toegelaten voertuig wijzigt, moet dit dus altijd worden gemeld bij het ministerie van I&W’, schrijft zij op 18 oktober aan de Kamer. Hoe zou het ministerie, zonder de controles door de RDW, anders moeten weten dat er iets is veranderd aan het ontwerp?

Die lezing komt niet overeen met wat datzelfde ministerie in 2017 meegaf aan een andere fabrikant van een bijzondere bromfiets. In een brief, in handen van RTL Nieuws, schrijft het hoofd van de afdeling Verkeersveiligheid en Wegvervoer dat ‘het moeilijk blijft een exacte grens te trekken over wat wel en niet is toegestaan inzake het aanpassen van’ het voertuig. ‘U moet hier uw eigen verantwoordelijkheid volgen. Zolang de oorspronkelijke constructie geen geweld wordt aangedaan, is er geen probleem.’

Het riekt naar ‘een Haags spelletje om vooral niet zelf de schuld te dragen’, zegt PvdA-Kamerlid Gijs van Dijk. De minister lijkt heel selectief te zijn in wat zij de Kamer wel en niet vertelt, voegt Laçin toe. ‘Ze heeft veel uit te leggen. Gebeurt dat niet volledig en juist, dan wordt het een heel moeilijk debat.’

4. Hoe nu verder met andere elektrische voertuigen als de Stint?

De Stint lijkt zijn langste tijd gehad te hebben. Eigenaar Edwin Renzen heeft het faillissement van zijn bedrijf aangevraagd, ook al doet de rechter donderdag nog uitspraak in een door een kinderdagverblijf aangespannen kort geding om de Stint weer te mogen gebruiken. Andere bijzondere bromfietsen rijden nog wel op de weg. Zonder overheidstoezicht, want dat is bij dit soort voertuigen niet nodig.

Remco Dijkstra (VVD) wil daarom dat minister Van Nieuwenhuizen donderdag vooruitkijkt. ‘Hoe gaan we in de toekomst om met deze voertuigen, ook met de bijzondere bromfietsen die nu al rondrijden?’ Dat wil ook D66’er Schonis. Volgens hem vormen elektrische vervoersmiddelen een belangrijk onderdeel van het klimaatbeleid van het kabinet, maar ‘natuurlijk moeten ze wel verkeersveilig zijn’.

Vooruitkijken is ook in het belang van de kinderdagverblijven, zegt Van Dijk. Sinds het verbod op de Stint zitten zij zonder vervoer voor de kinderen en dus in de problemen. De branchevereniging voor kinderopvang stuurde daarom woensdag een brief naar de Tweede Kamer met daarin de oproep dat de verbeterde Stints zo snel mogelijk op de weg worden toegelaten. Van Dijk: ‘Dat moeten we oplossen.’

Eerder nieuws over de Stint: 

Iedereen was enthousiast over de Stint, maar die komt niet meer terug
Het bedrijf achter de Stint heeft faillissement aangevraagd. Een reconstructie van de weken na het dodelijke ongeval met zo’n elektrische bolderkar in Oss, dat de onderneming in een vrije val deed belanden

David tegen Goliath in rechtszaak met gebruik van de Stint als inzet
De eigenaresse van een kinderopvang in Almere neemt het op tegen het ministerie om haar Stint te mogen gebruiken

Rechter buigt zich over Stint-verbod en handelen minister Van Nieuwenhuizen tijdens kort geding
Vanmiddag dient in Utrecht een kort geding tegen minister Van Nieuwenhuizen vanwege haar besluit om de Stint niet meer toe te laten op de openbare weg. Volgens de minister zijn er, na het dodelijke ongeluk in Oss, te veel zorgen over de veiligheid van het voertuig. Door de schorsing staan 3.500 Stints in Nederland stil.