Direct naar artikelinhoud
AchtergrondBeats per Youtube

Samen zweten in de studio voor een nieuw nummer is passé, beats koop je gewoon online. Handig of toch niet?

Welkom in de nieuwe online muziekindustrie, waar leasen het nieuwe kopen is. ‘Wat maakt het uit als je de vierde bent die zingt of rapt op een beat? Als je maar de eerste bent die er een hit mee scoort.’

Hoe een nieuwe generatie producers wereldwijd de muziekindustrie online opschudt.Beeld Gino Bud Hoiting

Teun de Kruif, bekend als producer Tantu Beats, kreeg vorige maand een mailtje van een bevriende producer uit Mexico. ‘Is dit niet jouw beat?’, vroeg de vriend en hij linkte naar een YouTube-video van een Puerto Ricaanse artiest die Cosculluela heet. De Kruif opende de link, zag dat de clip in een paar weken 5 miljoen keer was bekeken was en drukte op play.

Verdomd, daar klonk het elektronische orgeltje en het trage drumpatroon dat hij uit duizenden zou herkennen. Dit liedje, Sigo Rico geheten, was inderdaad zijn productie.

Hoe kwam de artiest aan die beat? De Kruif ging erachteraan. Hij mailde naar producers die weleens met Cosculluela hadden gewerkt en stuurde een persoonlijk bericht naar de Instagram-account van de artiest, die daar 6,7 miljoen volgers heeft. Tot zijn verbazing kreeg De Kruif nog dezelfde dag een antwoord terug.

Future.Beeld Gino Bud Hoiting

Iemand in het team van Cosculluela bleek wél een licentie van de beat te hebben gekocht op tantubeats.com, maar hij had de rechten niet netjes geregeld, waardoor De Kruif geen royalty’s ontving. Binnen een paar mailtjes was alles gefixt. De Kruif kreeg als componist een deel van de opbrengsten van de streams op YouTube en Spotify.

Deal zonder ontmoeting 

Deze gang van zaken is in de muziekindustrie anno 2018 aan de orde van de dag. Artiesten die aan de andere kant van de wereld wonen, kopen op internet beats van producers die ze nooit hebben ontmoet. Ze scrollen op YouTube, Soundcloud of speciale muziekmarktplaatsen door instrumentale tracks die onder de aandacht worden gebracht met termen als ‘Drake Type Beat’, iets wat als Drake klinkt dus.

Er is de afgelopen jaren op internet een egalitaire muziekeconomie ontstaan die oude structuren negeert en nieuwe inkomstenbronnen oplevert voor producers, componisten en songwriters die niet bekend zijn bij het grote publiek. Hoe ziet deze nieuwe beatsmarkt eruit? En wat zijn de gevolgen voor artiesten, producers en de muziek zelf?

A$AP Rocky.Beeld Gino Bud Hoiting

Je hoeft tegenwoordig niet meer de juiste mensen in de muziekindustrie te kennen, veel geld uit te geven om een studio te huren of duizenden euro’s betalen aan eigen apparatuur. Iedere enthousiasteling met een laptop met software als Ableton of Logic, een midi-keyboard en een microfoon, kan muziek maken die zich kan meten met liedjes in de hitlijsten.

Niet langer wordt er alleen achter de schermen gehandeld in beats (het woord beat is hierbij synoniem met instrumentale liedjes). De producties van deze nieuwe generatie makers worden online gezet, waar iedereen ze kan beluisteren en aanschaffen (of jatten). Een radicaal verschil in deze nieuwe economie is dat een beat niet langer exclusief naar één artiest gaat, maar meerdere keren verkocht kan worden aan verschillende artiesten. Dit fenomeen wordt ‘leasen’ genoemd.

Nog uniek?

Een liedje is daardoor niet een op zichzelf staand kunstwerk, maar een product dat in vele variaties telkens opnieuw kan worden verkocht en uitgebracht. Is een nummer dan nog wel origineel?

De Kruif begrijpt dat beats online inwisselbaar kunnen lijken als meerdere artiesten dezelfde productie gebruiken. ‘Aan de andere kant: het gaat zo snel in de huidige muziekindustrie, er wordt zo veel uitgebracht, als een track niet binnen een week aanslaat, verdrinkt-ie in het internet. Wat maakt het uit als je de vierde bent die zingt of rapt op een beat? Als je maar de eerste bent die er een hit mee scoort.’

De bedenker van het concept beatleasen is de Amerikaan Abe Batshon. Als jonge beginnende rapper zocht hij halverwege de jaren negentig naar beats in chatrooms van producers. Omdat hij geen geld had om een beat voor duizenden euro’s exclusief te kopen, vertelde hij eind oktober op de Beats-conferentie  van het Amsterdam Dance Event, stelde hij een ander soort deal voor. ‘Geef me de mp3, hier heb je 30 dollar. Je mag die beat blijven verkopen, dat kan mij niet schelen.’

Nadat hij een tijdje in de muziekindustrie had gewerkt, bedacht hij in 2008 dat er nog altijd geen gemakkelijke en goedkope manier was om instrumentale liedjes online te kopen en verkopen. Daarom richtte hij Beatstars op, een platform dat nu 500 duizend gebruikers heeft die dit jaar naar verwachting tezamen bijna 20 miljoen euro verdienen. Elke producer heeft op Beatstars een eigen pagina waar hij zijn muziek in de etalage zet en zelf de prijs bepaalt.

Nog uniek?
Beeld Gino Bud Hoiting

Verdienmodel

Een groot deel van die gebruikers is amateur en verdient bijna niets. Maar duizenden producers kunnen van Beatstars en soortgelijke marktplaatsen leven. Binnen een paar uur maken ze een track die ze vervolgens talloze keren kunnen verkopen voor een klein bedrag. Ze krijgen direct betaald en hoeven niet maanden te wachten op de uitkering van royalty’s. En als een van hun verkochte tracks een hit wordt met miljoenen streams, kunnen ze daar aardig aan verdienen.

De prijzen van De Kruif, oftewel Tantu Beats, lopen uiteen van 24,99 dollar (22 euro) voor de lease van een mp3’tje, die dan op één platform mag worden gepubliceerd, met een limiet van 500 duizend streams, tot 149,99 dollar (132 euro) voor een ongelimiteerde lease waarbij de koper de bestanden in de beste kwaliteit ontvangt. Wie zeker wil weten dat hij de enige is die de beat gebruikt, kan onderhandelen over een exclusieve deal. Dan haalt De Kruif de desbetreffende track na aanschaf offline. 

Bij aanschaf tekenen beide partijen een juridische overeenkomst, die automatisch door Beatstars wordt opgesteld, maar per geval kan worden aangepast, waarin alle rechtenkwesties worden vastgelegd, zoals welk percentage van de opbrengsten uit streaming en airplay naar wie gaan. Doorgaans pakt De Kruif 5 tot 10 procent van de Spotify-inkomsten. En als componist ontvangt hij de helft van de opbrengsten als zijn liedje op de radio of in de horeca wordt gedraaid of in een film, tv-programma of reclame wordt gebruikt.

Rihanna.Beeld Gino Bud Hoiting

De Kruif had afgelopen zomer een nummer-1-hit in Italië met de artiest Gemitaiz. Hij leverde beats aan amateurs en professionals over de hele wereld – van Brazilië tot Nepal. Zo zijn er veel meer ‘internetproducers’, zoals ze soms worden genoemd, met succes. Grote artiesten als Rihanna, Future, Bryson Tiller en A$AP Rocky vonden online beats die ze tot hits maakten. Rapper Joey Bada$$ gaf zelfs toe dat hij tracks had gevonden door op YouTube te zoeken op ‘Joey Bada$$ type beat’. 

Via Instagram

Het gebeurt vaak dat een artiest op Instagram een oproep doet om beats in te sturen. Toen Tobias Dekker uit Nijmegen 16 was, vertelde hij in 2016 aan muzieksite Noisey, stuurde hij onder zijn artiestennaam Outtatown wat beats naar de Nederlandse producer Garrincha, die muziek maakt voor de Nederlandse artiesten Bokoesam en Ray Fuego. Dat werd een succes. Op zijn Instagram is te volgen voor welke Amerikaanse megasterren de 19-jarige inmiddels werkt: Young Thug, Wiz Khalifa, Lil Yachty en Juice WRLD.

Andere succesvolle internetproducers zijn bijvoorbeeld CashMoneyAp, die voor de hiphopformatie Migos heeft geproduceerd, Murda Beatz, die begon als ‘type-beat’-producer (hij maakte nummers die leken op het werk van bekende artiesten) en nu voor Drake liedjes maakt en Mantra, die op Beatstars de hit Selfish aan Future verkocht. 

Een van de bekendste voorbeelden is de hit Panda van de Amerikaanse rapper Desiigner. In 2014 vond hij de beat, gemaakt door de 21-jarige Menace uit Manchester, op YouTube en kocht hem voor 200 dollar. Met de raps van Desiigner schoot de track naar nummer 1 in de VS. Kanye West vond het liedje zo goed dat hij  Desiigner een platencontract aanbood en een bewerking van Panda op zijn eigen album The Life of Pablo zette.

‘Het is logisch’, zegt De Kruif, ‘dat een artiest op hetzelfde platform zijn beats zoekt als waar hij zijn tracks uploadt.’ YouTube dus. Sinds 2012 leeft hij van het produceren. Zijn bekendheid dankt hij vooral aan YouTube, waar hij 93 duizend abonnees heeft en zijn video’s in totaal 25 miljoen keer zijn bekeken. Hij verdient ook aan de advertenties bij zijn video’s. Ongeveer één keer per week uploadt hij een nieuwe video, zoals ‘Anderson. Paak / Kendrick Lamar type beat’.

De gemeenschap van ‘type beat’-producers is groot op YouTube en de concurrentie dus ook. ‘De kunst is om de juiste artiesten te noemen waar veel op wordt gezocht’, zegt De Kruif. ‘En dan moet je beat er ook echt op lijken. Anders houd je mensen voor de gek.’ Toch is het niet zomaar een kwestie van kopiëren, zegt hij. ‘De insteek is in principe: ik maak een beat die ik tof vind en dan bedenk ik daarna waar het op lijkt. ‘‘Type-beats’ zijn puur marketing.’

Zijn klantenkring is divers. ‘Soms gevestigde namen. Soms ook jochies van 14 uit een dorp in Nederland. Mijn grootste afzetmarkt is Amerika. En de grootste groep bestaat uit amateurs die zichzelf serieus nemen.’ Als hij een beat heeft verkocht, stuurt De Kruif er altijd een mailtje achteraan met de vraag of ze de track willen opsturen als ze hem af hebben. ‘Het is leuk om te horen hoe verschillend het resultaat kan zijn.’

Desiigner.Beeld Gino Bud Hoiting

Soms rolt uit dat contact meer werk, maar De Kruif is niet op zoek naar een zeer hechte samenwerking, zoals vroeger bestond tussen rappers en producers. Hij weet niet eens of hij YouTube en Beatstars vaarwel zou zeggen als hij zou kunnen leven van beats voor gevestigde namen. ‘Ik vind het ondernemen leuk. Het bedenken van een marketingstrategie en het bespelen van het algoritme van YouTube: hoe krijg je een beat bij een groot publiek?’

Risicovol

Het nadeel is dat hij veel auteursrechtelijke kwesties moet regelen. Over het jatten van beats hoeft hij zich betrekkelijk weinig zorgen te maken; een bedrijf scant voor hem YouTube op zoek naar kopieën. ‘Maar ik ben wel vaak aan het bellen met instanties als Buma Stemra, die de royalty’s uitkeren. Soms duurt het anderhalf jaar voordat je wordt uitbetaald, zeker met een hit in het buitenland.’

Lang niet alle producers zien het zitten om hun beats online te verkopen en te leasen aan iedereen. ‘Je moet oppassen met wat je allemaal gratis op internet zet’, zegt Spanker, een van de succesvolste urbanproducers van Nederland die hits maakte voor SFB, Frenna en Broederliefde. ‘Je weet nooit wat ermee gebeurt, een beat kan gejat worden of lelijke vocalen krijgen. Ik wil graag dat alles waaraan mijn naam verbonden is een bepaalde kwaliteit heeft. En dat niet zomaar elke rapper op mijn beat kan rappen.’

Risicovol
Beeld Gino Bud Hoiting

Zelf zat Spanker (echte naam: Tevin Plaate) vroeger op het platform Soundclick, een voorloper van Beatstars. Hij waarschuwt voor de vluchtigheid online. ‘Jonge producers zijn tegenwoordig heel erg op internet gefocust. Ze benaderen artiesten via privéberichten op Instagram: wil je m’n beat hebben? Maar je moet niet onderschatten hoe belangrijk het is om jezelf ook in het echte leven te laten zien. Bij concerten zijn, in studio’s en bij labels rondhangen, de juiste mensen leren kennen – dat levert betere banden op waar je profijt van hebt.’ 

Ja, online je beats verkopen is minder exclusief, beaamt De Kruif, maar: ‘Het feit dat die beats online staan zegt niets over de kwaliteit.’ En wat nou als er opeens meerdere hits ontstaan op dezelfde beat? Is dat niet raar? ‘Dat is tot dusver niet gebeurd’, zegt Abe Batshon van Beatstars. ‘Geen wereldhits in elk geval. Het is wel voorgekomen dat er in verschillende landen een hit was met dezelfde beat. Maar ik zou het niet raar vinden. De tijd is er rijp voor.’

Tag als watermerk 

Veel producers gebruiken een ‘tag’ aan het begin van hun liedjes, meestal een soundbite van hun eigen naam, als een soort handtekening om duidelijk te maken dat het hun productie is. ‘Maar het is ook een watermerk’, zegt Teun de Kruif, alias Tantu Beats. ‘Want een beat met een watermerk is veel moeilijker te jatten.’ Aan het begin van zijn liedjes hoor je een stemmetje ‘It’s Tantu!’ zeggen.