Direct naar artikelinhoud
ColumnSylvia Witteman

De brug was open en Sylvia Witteman hoorde twee wachtende moeders over traktaties praten

Toen ik aan kwam fietsen stond de brug open: hij lijkt wel altíjd open, die brug over de Kostverlorenvaart, tenzij je met de boot bent, dan lijkt hij altijd dicht. Ik kan het weten, want ik heb in een grijs verleden een lullig zeepbakje van een bootje bezeten. Het gaf vooral heel veel gezeik. Zwervers pisten en sliepen erin, de motor was altijd kapot of gestolen, je moest telkens hozen anders zonk hij, kortom, met een bootje heb je twee leuke momenten, namelijk als je het aanschaft en als je het weer wegdoet.

Er kwamen twee vrouwen van een jaar of 35 aan, op fietsen met lege kinderzitjes. De ene was lang en droeg het sluike, donkere haar in een lage knot; ze leek op Popeye’s Olijfje. De andere was kogelrond, overigens duidelijk zonder daar de geringste hinder van te ondervinden. Veerkrachtig sprong ze van haar fiets. ‘ Hee, de brug is open’, riep ze vrolijk.

‘Ja.’ zei Olijfje gemelijk. ‘Zeg, help me eens. Ik moet nog een traktatie verzinnen, voor Basjes verjaardag op school. Ik vind dat altijd zo’n gedoe…’ Gapend veegde ze een haarlok uit haar bleke gezicht. ‘Leuk!’ juichte de dikke. ‘Ik ben dól op traktaties maken. O, ik weet zó’n gezellige! Die heb ik vorig jaar voor Fays klas gemaakt. Bloempotjes. Je haalt gewoon 30 kleine bloempotjes bij het tuincentrum. En dan maak je chocoladecakebeslag. En daar vul je dus die bloempotjes mee. Wel eerst folie erin hè, anders gaat het lekken. En goed invetten natuurlijk. En die bak je dan in…’

‘Cake. In een bloempot.’ zuchtte Olijfje. ‘Ja, echt superleuk!’ lachte de dikke. ‘En terwijl ze staan af te koelen maak je de bloemen. Ik had ze helemaal van marsepein gemaakt, dat is wel even een klusje, maar je had die blije gezichtjes moeten zien! Nou ja, het kan ook van eetbaar papier, dat moet je even bestellen bij… hoe heet het ook weer, ik app je straks wel even een linkje, dan heb je het morgen binnen. En dan knip je gewoon…’ Ze was niet goed snik, zoveel was duidelijk.

‘Ellen.’ zei Olijfje met een grafstem. ‘Morgen is te laat. Basje is morgen jarig. Ik doe gewoon wel kleine zakjes chips ofzo.’ Het blije gezicht van de dikke werd nu bepaald manisch. ‘Nee joh!’ riep ze. ‘Dat is toch helemaal niet gezellig? Weet je wat? Ik kom je vanavond wel even helpen. Ik heb nog zát marsepein liggen. Trek jij er een lekker wijntje bij open. Helemaal top!’

‘Helemaal top’, zuchtte Olijfje. Met holle ogen keek ze naar een sloep die juist voorbij kwam varen. De dikke volgde haar blik. ‘Ooooo, zo’n bootje, dat lijkt me nou zó gezellig om te hebben!’ joelde ze.

Zoals ik al zei: niet goed snik.