Direct naar artikelinhoud
AnalyseZuid-Soedan

Is het nieuwe vredesakkoord in Zuid-Soedan een doorbraak in de bloederige burgeroorlog? Of is het conflict nog geen stap dichter bij vrede?

De voornaamste vijanden in de burgeroorlog van Zuid-Soedan prediken – opnieuw – verzoening. Riek Machar, voormalig vice-president, kwam woensdag terug uit Zuid-Afrika, na meer dan twee jaar ballingschap. Hij woonde net als president Salva Kiir een plechtige ceremonie bij in Juba, de hoofdstad van Zuid-Soedan. We beginnen ‘een nieuw hoofdstuk voor vrede en eenheid’, zei Machar. Kiir betreurde ‘de psychologische en emotionele wonden’ veroorzaakt door het conflict. Vormt dit vredesakkoord dan eindelijk een doorbraak?

De Soedanese president, Omar al-Bashir (links) en de president van Zuid-Soedan, Salva Kiir, lopen samen over een rode loper op de landingsbaan na Bashirs aankomst op het Juba International Airport in Zuid-Soedan.Beeld AFP

Nee:

Vrede? In Zuid-Soedan? Er zijn goede redenen voor een grote dosis scepsis. De rebellen van Machar en de regeringstroepen van Kiir bevechten elkaar al bijna vijf jaar. De kopstukken gedragen zich meer als krijgsheren met etnische milities dan als iets wat nog aansluit op gangbare taakomschrijvingen van ‘politici’. De cijfers zijn ontluisterend: zo’n 190.000 doden door geweld en zo’n 190.000 doden door honger en andere aan het geweld gerelateerde zaken, volgens een studie uit september van de London School of Hygiene & Tropical Medicine. Ongeveer eenderde van de naar schatting ruim 12 miljoen Zuid-Soedanezen is op de vlucht geslagen: zo’n 2 miljoen binnen Zuid-Soedan en zo’n 2,5 miljoen richting omliggende landen.

Het geweld begon in december 2013 toen president Kiir vice-president Machar betichtte van plannen voor een coup (Machar ontkende). Toen de bom barstte, was Zuid-Soedan net tweeënhalf jaar onafhankelijk van Soedan. Interne, etnische verschillen namen al snel angstaanjagende vormen aan, er begon een cyclus van wreedheden tussen de Dinka’s van Kiir en Machars Nuer. Machar ontvluchtte Zuid-Soedan maar kwam in april 2016 terug om in het kader van een vredesverdrag zijn rol van vice-president weer op zich te nemen. Het geweld ging door en Machar vluchtte opnieuw. Deze week is hij wederom teruggekeerd, om – voor de derde maal – te gaan optreden als vice-president.

In afgelegen delen van het uitgestrekte Zuid-Soedan vindt nog steeds geweld plaats. Kunnen Kiir en Machar, als ze al willen, de gewapende groepen onder controle krijgen? ‘De sleutelvraag’, volgens Alan Boswell, Zuid-Soedan-analist van de International Crisis Group. Boswell gelooft in elk geval niet in een nog ambitieuzer onderdeel van het nieuwe vredesverdrag, namelijk de integratie van de strijders in één leger. Met name Machar voert een waaier aan groepen aan met alle hun eigen agenda. Boswell denkt dat Machar, die door zijn ballingschap behoorlijk met zijn rug tegen de muur stond, weer vice-president wil worden om zo zijn invloed en persoonlijke bewegingsvrijheid te herwinnen. Menen zijn ‘coalitiestrijders’ dat zij onder de nieuwe deal te weinig krijgen, dan dreigt er verdere fragmentatie, aldus Boswell.

Ja:

Nadrukkelijker aanwezig dan bij het vorige vredesakkoord, van 2016, zijn buurlanden die druk kunnen uitoefenen op president Kiir en vice-president Machar. Ethiopië speelde eerder al een rol, maar tegenwoordig wordt dit land geleid door premier Abiy Ahmed, die als een soort vredesduif rondvliegt en zelf bijvoorbeeld werkt aan betere betrekkingen met Eritrea en Somalië.

Maar de crux, menen waarnemers, is de rol van Soedan en van Oeganda. Deze landen, ten noorden en ten zuiden, hebben grote invloed op wat er gebeurt in Zuid-Soedan. Soedans president Omar al-Bashir steunde geruime tijd de rebellen van Riek Machar, om zo rivaal Salva Kiir dwars te zitten. Oeganda’s president Yoweri Museveni schaarde zich juist achter Kiir. Voor Soedan en Oeganda was Zuid-Soedan een toneel waarop zij een langlopende, onderlinge vete indirect uitvochten.

In deze situatie is enige beweging gekomen. President Bashir kampt thuis met een economische crisis. Bij de afscheiding van Zuid-Soedan in 2011 kreeg dat land de ooit gezamenlijke olievelden. Soedan behield de pijplijnen voor de export van de olie, zodat het doorvoertarieven in rekening kon brengen, maar door het geweld in Zuid-Soedan gingen de olievelden dicht en stortten inkomsten in. Doet het vredesakkoord in Zuid-Soedan de rust enigszins weerkeren, dan ‘kan er weer olie worden opgepompt’, stelt Boswell, wat dus gunstig zou zijn voor Soedan.

Soedans president Bashir tracht verder zijn paria-status van zich af te schudden, hij werkt bijvoorbeeld ook samen met de EU bij het tegenhouden van Afrikaanse migranten. Tegen Bashir loopt nog een arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof wegens genocide in Darfur.

Oeganda geeft volgens Boswell het vredesverdrag in Zuid-Soedan de zegen omdat de crisis daar ook nadelig is voor de economie van Oeganda, en omdat Oeganda te maken kreeg met veel vluchtelingen. Tot slot blijft op basis van het vredesverdrag Salva Kiir gewoon president van Zuid-Soedan, en dat was steeds een inzet van Oeganda.

In de lange tijd zo roerige regio kan de sfeer natuurlijk weer omslaan. Machar en Kiir, Bashir en Museveni: ze zijn gewend aan het machtsspel. Vooralsnog is de hoop dat het akkoord in Zuid-Soedan een lichtpuntje biedt. Volgens Boswell moet in elk geval de gedachte worden losgelaten van het akkoord als een soort totaaloplossing. Ook als de nieuwste deal standhoudt, is er een kapot land dat weer moet worden opgebouwd.