Direct naar artikelinhoud
In de kliniek van Denis Mukwege

Dit is het heroïsche werk waarvoor Denis Mukwege de Nobelprijs krijgt

Grace Rusumba (16) verblijft samen met haar baby Willermine in een opvanghuis van de Panzi Foundation van Dr. Denis Mukwege in Bukavu, Congo.Beeld Sven Torfinn / de Volkskrant

Brute verkrachtingen zijn in Oost-Congo aan de orde van de dag. In zijn ziekenhuis ving gynaecoloog Denis Mukwege al meer dan 50 duizend slachtoffers op. Veel zicht op verbetering is er niet. Maar als Mukwege vandaag de Nobelprijs voor de Vrede krijgt uitgereikt, vieren zijn patiënten het feestje toch een beetje mee.

Grace van 16 werd op haar akker vol cassave ontvoerd door gewapende mannen, meegenomen naar het woud en vier maanden lang meerdere keren per dag verkracht. Ze wist te ontsnappen en vond haar weg naar het Panzi-­ziekenhuis van gynaecoloog Denis Mukwege. Ze was ondervoed, had bloedarmoede en infecties in haar vagina. En ze was zwanger.

‘Na de geboorte beschouwde ik het kind niet als van mij’, fluistert Grace. Ze geeft de 11 maanden oude Willermine de borst. ‘Hier in het ziekenhuis zeggen ze dat mijn baby geen blaam treft. Of ik nu wel blij met haar ben? Ik heb mijn situatie geaccepteerd’, zegt Grace met een doffe oogopslag.

Grace probeert het leven terug te vinden in het Panzi-ziekenhuis in ­Bukavu, een stadje op de heuvelachtige oevers van het Kivumeer, in het oosten van Congo. Ze zit in een speciale vleugel voor herstellende vrouwen, een turquoise gebouw van twee verdiepingen, met een grote binnenplaats met gras. Vrouwen en meisjes slapen er en leren overdag kleren maken, zodat ze na hun terugkeer naar de buitenwereld ­misschien wat geld kunnen gaan verdienen.

Voor de vrouwen

Denis Mukwege kwam op 5 oktober naar deze opvangruimte, vanuit zijn operatiezaal. Hij was net uit­geroepen tot laureaat van de Nobelprijs voor de Vrede, als eerbetoon voor zijn duizenden chirurgische ingrepen bij verkrachte, kapotgemaakte vrouwen in Oost-Congo. Grace leeft gehavend verder maar looft Mukweges werk. ‘Op 5 oktober zei hij meteen tegen ons vrouwen: ‘De prijs is niet voor mij maar voor jullie.’ We hebben het ­gevierd.’

Jonge vrouwen in een atelier van de Panzi Foundation maken nieuwe kleren ter gelegenheid van de uitreiking van de Nobelprijs. De stof voor de kleren is bedrukt met het portret van Denis Mukwege. Beeld Sven Torfinn / de Volkskrant

Nu doen Grace en de andere vrouwen iets terug. In hun naaiatelier zijn ze, daags voor de uitreiking van de ­Nobelprijs, in de weer met scharen, meetlinten en strijkijzers. Uit groene en blauwe lappen van de Congolese kledingstof kitenge maken de vrouwen jurken die ze maandag 10 december zullen dragen. Naaimachines van ­Singer ratelen maar door. Op de jurken staan de beeltenis van Denis Mukwege en de woorden ‘Prix Nobel de la Paix 2018’.

De uitreiking van de Nobelprijs zal hier rechtstreeks worden vertoond op een projectiescherm. Als Denis Mukwege straks vanuit Oslo de wereld ­toespreekt, zitten de vrouwen in zijn ziekenhuis in Congo toch nog op de eerste rij, in hun trotse klederdracht. Grace glimlacht even en mompelt: ‘Papa Mukwege.’

Veilige enclave

In 1999 opende Denis Mukwege het Panzi-ziekenhuis. Panzi, zo heet ook de dichtbevolkte wijk met huisjes van baksteen en golfplaat op de steile ­heuvel naast het hospitaal. De weg naar het ziekenhuis is een modderpoel. Rond het complex staan metalen hekken met rollen prikkeldraad erop.

Het Panzi-ziekenhuis is een veilige ­enclave in een regio waar al een kwarteeuw geweld heerst. Vanuit het stadje Bukavu is Rwanda te zien. De Rwandese genocide in 1994 ontwrichtte ook Oost-Congo. Er braken conflicten uit die tot op de dag van vandaag door­etteren. In Oost-Congo wordt op immense schaal verkracht. Meer dan 50 duizend slachtoffers van seksueel geweld heeft het Panzi-ziekenhuis geholpen.

Veilige enclave

Denis Mukwege is vandaag niet te ­interviewen, hij is op reis voor de uitreiking van de Nobelprijs. Wel aanwezig is Antoine Nfundiko. Deze 50-jarige arts stond met Mukwege aan de wieg van het Panzi-ziekenhuis. Nfundiko verzucht: ‘Verkrachting is hier in Oost-Congo ‘normaal’ geworden.’

Nfundiko zit op een stoel voor een bakstenen muur met daarop een wit zeil met in blauwe en groene letters de tekst: ‘Congolezen, vertel de waarheid. Dat is het begin van verandering.’ ­Denis Mukwege zegt al jaren waar het op staat; in 2012 riep hij in New York de VN-Veiligheidsraad op om niet weg te kijken van de gruwelen in Oost-Congo. Hij kritiseerde de Congolese regering, die het Panzi-ziekenhuis tegenwerkt met zware belastingen en weigert de stroomvoorziening te verbeteren – generatoren kosten het ziekenhuis elke maand meer dan 10 duizend dollar. Mukwege werd kort na zijn kritische speech aangevallen in zijn huis in Bukavu. Nu woont hij pal naast het ­ziekenhuis, voor zijn deur staan blauwhelmen.

Weinig veranderd

Veel is er verder niet veranderd in Oost-Congo, constateert Mukweges collega-arts Nfundiko. ‘Ambassadeurs van over de hele wereld zijn in Panzi langs ­geweest, iedereen weet wat hier ­gebeurt’, zegt hij. Nfundiko grimlacht om de vraag waarom stabilisering van Oost-Congo dan geen prioriteit krijgt. ‘Grondstoffen’, oppert hij, doelend op de bodemrijkdom in de regio. Volgens Nfundiko willen ‘internationale spelers’ allemaal ‘een deel van de taart’. Buitenlandse ontsteltenis over de ­toestand in Oost-Congo weerspiegelt volgens hem een dosis ‘hypocrisie’. Maar goed, Nfundiko verwelkomt de ‘internationale aandacht’ die gepaard gaat met de Nobelprijs. Dat is iets.

Nfundiko prijst donoren trouwens wel om hun financiële bijstand. Vrouwen die geen geld hebben, opereert het Panzi-ziekenhuis gratis. Denis Mukwege en het ziekenhuis maken intussen – naast hun medische en ­psychische hulpverlening – werk van gerechtigheid voor de vrouwen. Er worden fondsen bijeengebracht voor juridisch adviseurs in rechtszaken van slachtoffers tegen verkrachters.

Vervolging van militanten of regeringssoldaten is in Congo’s corrupte rechtssysteem een zaak van de lange adem. Vorig jaar werd wel de vice­gouverneur van de provincie Zuid-Kivu – met Bukavu als hoofdstad – veroordeeld tot levenslang. Frédéric ­Batumike had leidinggegeven aan ­militanten die meer dan veertig kinderen verkrachtten. De verkrachters maakten magische tatoeages met het bloed van de kinderen. ‘Zo’n veroordeling schrikt anderen hopelijk af’, zegt Antoine Nfundiko, al is de veroordeelde Batumike gewoon weer kandidaat bij Congo’s komende verkiezingen.

Berthe Misabiko (42) heeft de hoop op vooruitgang allang opgegeven. ‘Het verkrachten in Oost-Congo houdt nooit op’, zegt ze hoofdschuddend naast een zaal met veertig bedden voor verkrachte vrouwen die wachten op hun operaties.

Misabiko werkt als anesthesist in het Panzi-ziekenhuis, een baan die ze als haar roeping zag nadat ze zelf bruut was misbruikt. ‘Een man stopte een ­geweerloop in mijn vagina en schoot. Alles in me was verwoest.’ Ze ontwikkelde een fistel, kon niet meer normaal lopen of plassen. Ze werd meerdere ­keren geopereerd door Denis Mukwege. ‘Hij deed er alles aan om me er weer uit te laten zien als een vrouw.’

Misabiko’s verkrachting vond plaats in 2000, ze was een van Mukweges eerste patiënten. Na haar operaties volgde Misabiko een studie verpleegkunde. In 2010 ging ze werken bij het Panzi-­ziekenhuis. ‘Bijna twintig jaar na mijn eigen verkrachting zie ik hier nog steeds vrouwen binnenkomen. Dat doet pijn, het herinnert me aan mijn ­eigen verhaal’, zegt ze. Haar baan, hoe zwaar die haar ook valt, geeft Misabiko het gevoel ‘dat ik nog ergens goed voor ben’. Fysiek zou het voor haar nog steeds mogelijk moeten zijn om kinderen te krijgen, maar ze kan mannen niet langer vertrouwen. ‘Mannen zijn allemaal hetzelfde. Denis Mukwege is de uit­zondering.’

Machtsvertoon

Tegenover de ingang van het Panzi-ziekenhuis zijn woningen en kiosken volgeplakt met posters van politici. De Congolese verkiezingen zijn op 23 december. ‘Politici vermoorden Congo’, zegt Misabiko. Corruptie is één ding, maar sommige politici sturen gewapende groepen aan. Ze zetten Congo in de hens voor eigen gewin, zo tonen ze hun macht. Binnen de muren van het Panzi-ziekenhuis mogen we de ­ellendige gevolgen herstellen. Tegenover de vele posters van politici, aan de andere kant van de modderweg bij het Panzi-ziekenhuis, achter het prikkeldraad, hangt een eenzame poster. Met de beeltenis van Denis Mukwege erop, en een vermelding van zijn ­Nobelprijs. ‘Een prijs van het Congolese volk’, staat er.

Marie Kashongwe (21) wordt getroost door Madam Chérie, een sociaal hulpverlener in het Panzi ziekenhuis.Beeld Sven Torfinn / de Volkskrant

Interview Marie (21)

Marie (21) slikt haar tranen weg. Met schokken: ‘Op 3 december kwam ik naar het Panzi ziekenhuis. Vier gewapende mannen hadden me tegengehouden op weg naar de universiteit. Ik werd verkracht. Ik kom uit een arme familie en had geluk gehad met een studiebeurs. Ik deed ontwikkelingsstudies maar nu kan ik niet verder. Ik ben het Panzi ziekenhuis erg dankbaar, voor het eten, een schoon bed, de psychische hulp. Maar ik denk dat ik later geen echtgenoot meer kan krijgen. Een verkrachte vrouw is een schande. Gelukkig heb ik geen hiv gekregen. Ik wil mijn verhaal aan jullie vertellen want de wereld moet weten hoe wij lijden.’ Zuster Chérie spreekt Marie bemoedigend toe: ‘Je bent prachtig.’ Marie: ‘Nee, dat ben ik niet… .’

Esperance Ruhune (19) verblijft ook in een opvanghuis van de Panzi Foundation van Dr. Denis Mukwege in Bukavu.Beeld Sven Torfinn / de Volkskrant

Interview Esperance (19)

Esperance (19) werd tien maanden geleden geopereerd door dokter Denis Mukwege. Ze herstelt nu bij het Panzi hospitaal. Monotoon: ‘Voor mijn operatie plaste ik steeds bloed. In 2015 al was ik verkracht. Een militie viel toen ons dorp aan. Negen maanden later kreeg ik een baby. In 2009 had ik ook al een baby gehad, ik was toen nog heel jong. Die baby kwam ook door verkrachting. Militanten hadden ons aangevallen, ze hakten de arm van mijn moeder eraf toen zij mijn jongere zus wilde beschermen. Mijn zusje werd verbrand. De verplegers hier zeggen nu dat mijn twee kinderen niet schuldig zijn. De kinderen leven bij mijn moeder.’