Direct naar artikelinhoud
ReportageGele hesjes in Rotterdam

Vooral de oudere autochtone Nederlander trekt een geel hesje aan: ‘Ik ben overal tegen, dus ik wilde wel komen’

Waar het in Parijs tot stevige botsingen leidde met de politie, waren de protesten in Nederland vreedzaam. Enkele tientallen, vooral witte, oudere Nederlanders gingen de straat op in Rotterdam.

Betogers tijdens hun rondgang over de Erasmusbrug.Beeld Marcel van den Bergh

‘Deze demonstratie is gelukkig al drukker dan die vorige week in Den Haag, zegt de 69-jarige voormalig vrachtwagenchauffeur Tom – ‘geen achternaam want dan krijg je het op internet over je heen’ – uit Spijkenisse. Met een geel hesje aan loopt hij zaterdag rond het middaguur met een kleine tweehonderd vooral oudere demonstranten over de Erasmusbrug. Heel anders dan in Parijs is de sfeer vooral gemoedelijk. Actieleider Jan Dijkgraaf gaat hen voor in het zingen van het lied 15 miljoen mensen, dat nauwelijks hoorbaar is door de straffe wind.

Wilt u dit artikel liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.

In navolging van het massale protest in Frankrijk zijn in Nederland zaterdag op in veel steden demonstraties geweest van de zogeheten gele hesjes: in onder meer Amsterdam, Den Haag, Maastricht, Leeuwarden, Nijmegen en Eindhoven. Maar de opkomst was beperkt. In Rotterdam en Amsterdam kwamen tegen de tweehonderd demonstranten opdagen, en ook in Maastricht en Den Haag waren er boven de honderd. In andere steden bleef het bij tientallen.

In Parijs en ook in Brussel kwam het tot botsingen met de politie, maar in Nederland bleef het rustig. Alleen in Amsterdam zijn drie aanhoudingen verricht, wegens onder meer belediging, het dragen van een fakkel en het meevoeren van vuurwerk en twee messen. In Den Haag moest de politie  zaterdagmiddag  even haar gezag tonen door met veel manschappen en politiepaarden de toegang naar het Binnenhof af te sluiten.

Geen spandoeken

Op het Willemsplein, aan de voet van de Erasmusbrug, heeft Dijkgraaf de deelnemers vooraf op het hart gedrukt: geen spandoeken, geen leuzen, geen bloemen geven aan de politie. ‘We zingen met z’n allen. En ik wil geen gedonder.’

Demonstrant Sjef Siemons (71), actief binnen 50Plus, knikt goedkeurend. ‘In Parijs is het uit de hand gelopen. Wij moeten voorkomen dat het los gaat.’

En zo geschiedde het. ‘Zo hoort het, dat alles netjes gaat en dat er geen stenen worden gegooid naar de politie’, zegt Nel Zandbergen-Peters (70) uit Schiedam. ‘Dan is het ook heel fijn om mee te doen. Zo kun je laten zien dat wij ook op een nette manier onze onvrede kunnen tonen.’ Zandbergen-Peters vindt dat Nederland uit de Europese Unie moet stappen, ‘want die heeft niets goeds gebracht’, Ook is zij tegen het afschieten van herten in de Oostvaardersplassen. Haar dochter Angela (47) heeft weer andere grieven. ‘Ik word nu oma en mijn schoondochter zou liever thuis blijven om voor haar kind te zorgen. Maar alles is zo duur tegenwoordig dat zij ook moet werken.’

De politie spreekt met demonstranten.Beeld Marcel van den Bergh

En zo is iedereen wel ergens tegen zaterdag op de Erasmusbrug. Ze stemmen niet, of anders vaak SP, 50Plus, Forum van Democratie of PVV. Er is een rode lijn. De ervaren kloof tussen de gewone man en de politiek, de elite en de wereld van het grote geld – terwijl de bankbazen bonussen binnenhalen, moeten zij sappelen. ‘Mensen worden besodemieterd als Rutte zegt dat we er in koopkracht op vooruit gaan’, zegt een bozige man, die eigenlijk niet met ‘de leugenachtige’ Volkskrant wil praten. ‘Ik betaal alleen maar meer belasting en alles wordt duurder.’ 

Het pact van Marrakech, daar hebben veel van hen een afkeer tegen, Nederland kan niet nog meer vluchtelingen aan, klinkt het. Je hoort er dat mensen vinden dat Nederland harder is geworden. Een vrouw zegt: ‘Als je, om wat voor een reden achterblijft of valt, is er niemand meer die je weer omhoog trekt.’

Er zijn geroutineerde demonstranten als de 65-jarige Jimmy de Graaf die deze ochtend met zijn met protestposters behangen rijwiel uit Ridderkerk is komen fietsen. ‘Een pleuriseind’, zegt hij zelf. ‘Maar ik ben overal tegen, dus ik wilde wel komen. De politiek moet meer voor de burgers doen. En niet dat de mensen meer belasting betalen dan de bedrijven.’

Demonstranten in Rotterdam.Beeld Marcel van den Bergh

Slechts een enkele aanwezige heeft een migratieachtergrond, zoals een 49-jarige gemeenteambtenaar van Surinaamse afkomst – ‘je begrijpt dat ik liever m’n naam niet geef.’ ‘Ik zie de kloof tussen arm en rijk groeien. Al heb ik het zelf goed, ik voel me solidair’, zegt hij. Hij verwacht geen racistische uitingen in deze demonstraties; extreemrechts is nadrukkelijk niet welkom. ‘Ik kijk goed uit. Als er rellen komen, ben ik als eerste weg. Dit gaat over iedereen.’

Er zijn persoonlijke zorgen. Een 65-jarige Rotterdammer vertelt dat zijn 32-jarige dochter noodgedwongen bij hem inwoont. Zij heeft een goede opleiding en een baan, maar geen vaste. ‘Ze kan zo niet aan een huis komen. ‘Rutte geeft liever miljarden aan het bedrijfsleven. Ik ben ervoor dat we goed zijn voor het milieu, maar ook dat moet de burger betalen. Het lijkt erop of de politiek de gewone man vergeet. Alles wordt alleen maar duurder.’

‘Deze beweging is niet te stoppen’

De 59-jarige Joke - ‘liever geen achternaam, op m’n werk hoeven ze niet te weten dat ik hier ben’ –  van oorsprong Rotterdamse, is voor de demonstratie uit Rosmalen gekomen. Het is de eerste keer in haar leven dat ze demonstreert, vertelt ze. Als voormalige medewerker in de thuiszorg en nu als mantelzorger merkt ze hoe snel de zorg kariger wordt. ‘Ik zie de zorgen die mensen hebben aan de onderkant van de samenleving. Het wordt mensen veel te ingewikkeld gemaakt. Laaggeletterden raken verloren in de maatschappij.’

Ook Joke noemt de krappe woningmarkt als knelpunt. ‘Mijn zoon staat zes jaar op de wachtlijst. Maar statushouders gaan voor.’

De mars van de hesjes in Rotterdam.Beeld Marcel van den Bergh

Demonstrant Tom (69) uit Spijkenisse kijkt zichtbaar tevreden om zich heen: hij ziet hier toch heel veel meer gele hesjes dan vorige week in Den Haag. ‘Volgende week zijn er nog meer mensen, deze beweging is niet te stoppen’, zegt hij met grote stelligheid. ‘Zeker als mensen zien dat wij rustig zijn, en geen relschoppers.’ Hij is hier voor de toekomst van zijn kleinkinderen, vertelt hij. In zijn werkzame leven kon hij met zijn salaris als internationaal vrachtwagenchauffeur een gezin goed onderhouden. Dat kan nu niet meer. Daarom zal hij ook volgende week weer de straat op gaan als het nodig is – dan is een demonstratie in Den Haag aangekondigd.

Maar waar zijn dan de kinderen en kleinkinderen over wiens toekomst veel demonstranten zich zorgen maken? In het gezelschap is maar een enkeling jonger dan veertig. ‘Dat is een zombiegeneratie, die jongeren zitten alleen maar op hun telefoon’, bromt een Rotterdamse.