Direct naar artikelinhoud

Op middelbare scholen is Frans niet langer 'en vogue'

Het aantal eindexamenkandidaten Frans daalt sterk. Onderzoeker Marjolijn Voogel is voor een verplichting in de lagere klassen. Leerlingen die geen Frans kiezen hebben hun redenen. 'De docent Duits is minder streng.'

Op het Visser 'tHooft Lyceum in Leiden krijgt een 6-vwo-klas Franse les van Meike Skafidas-Buma.Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

'Bonjour, entrez!' Meike Skafidas-Buma (53), docent Frans op het Visser 't Hooft Lyceum in Leiden, begroet haar leerlingen één voor één met een brede glimlach. Bij de deur deelt ze 'biscuits chinois' - gelukskoekjes - uit. De 6-vwo-leerlingen krijgen voor deze eerste les in het nieuwe jaar een speciale opdracht: wat wens je voor 2018? Die vraag moet, uiteraard, in het Frans worden beantwoord.

Hoewel deze klas met negentien leerlingen aardig vol zit, hebben scholen in het voortgezet onderwijs tegenwoordig moeite hun lokalen tijdens de lessen Frans te vullen. Vooral op vmbo- en havo-niveau neemt het aantal leerlingen al jaren drastisch af. Op steeds meer vmbo-scholen verdwijnt het vak zelfs helemaal. Sinds 2000 is het aantal eindexamenkandidaten voor Frans met meer dan 20 procent gedaald, blijkt uit cijfers van Cito.

Het Frans staat in Nederland onder druk, stelt onderzoeker Marjolijn Voogel die vandaag haar proefschrift Bon ton of boring? verdedigt aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Voogel beschrijft en verklaart de mogelijke teloorgang van het Frans in onderwijs en uitgeverij. Niet alleen spreken minder Nederlanders Frans, er verschenen de afgelopen jaren minder boekvertalingen uit het Frans. En in het onderwijs krijgt het Frans steeds meer concurrentie van wat niet lang geleden hippe exoten waren als Chinees, Arabisch en Spaans.

Vooral het Duits, net als Frans een keuzevak in de bovenbouw, wordt door docenten als concurrent gezien. Engels heeft als verplicht eindexamenvak 'een heel andere status, bijna gelijk aan het Nederlands', aldus Voogel. 'Vroeger was Frans in de betere kringen een belangrijk onderdeel van de opvoeding. Ouders vinden het nu veel belangrijker dat hun kinderen goed Engels leren.' Een logisch te verklaren ontwikkeling, zegt Voogel, maar dit doet geen recht aan het belang van het Frans. 'Frankrijk en andere Franstalige landen zijn belangrijke handelspartners. Als we niet investeren in Frans, gaan we keihard omzet verliezen.' Als liefhebber van de Franse taal vindt Voogel het vooral jammer dat het taalbewustzijn in Nederland achteruitgaat. 'De nieuwsgierigheid naar elkaar verdwijnt als we niet meer onze talen spreken.'

Leerlingen denken heel wat pragmatischer over de keuze om Frans te laten vallen na het derde jaar, als een profiel moet worden gekozen, blijkt bij een rondgang langs onderbouwleerlingen op het Visser 't Hooft. Hun argumenten: Frans is te moeilijk; overal ter wereld wordt Engels gesproken; we gaan toch nooit op vakantie naar Frankrijk . Maar ook: 'De docent Duits is minder streng.'

Vroeger was Frans in de betere kringen een belangrijk onderdeel van de opvoeding. Ouders vinden het nu veel belangrijker dat hun kinderen goed Engels leren
Marjolijn Voogel

Hoofdvak

Uit Voogels proefschrift blijkt inderdaad dat Frans te boek staat als een moeilijke taal. Leerlingen kiezen doorgaans liever voor het 'veilige' Duits. Bovendien is de focus de afgelopen jaren op exacte vakken komen te liggen. De profielen natuur & techniek of natuur & gezondheid zouden een betere garantie op een baan bieden. Talen zijn in deze profielen ondergeschikt.

De afname van het aantal leerlingen dat Frans als eindexamenvak kiest, heeft ook zijn uitwerking op hbo- en wo-niveau. 'Op de Nederlandse universiteiten zijn nu nog maar 250 tot 300 studenten met als hoofdvak Frans', zegt Alicia Montoya, hoogleraar Franse letterkunde en cultuur aan de Radboud Universiteit. 'Toen ik studeerde, waren dat er nog meer dan duizend.'

Volgens Montoya heeft de decentralisatie van het onderwijs funest uitgepakt voor het vak Frans. Doordat schooldirecties een grotere keuzevrijheid kregen, verdwenen de moderne vreemde talen naar de achtergrond. Het is tijd dat de overheid deze tendens een halt toeroept, vindt zij. Als directeur van het Kenniscentrum Frankrijk-Nederland in Nijmegen is Montoya een van de ondertekenaars van een manifest dat eind januari wordt verspreid om aandacht te vragen voor de nijpende positie van de Nederlandse buurtalen Frans en Duits.

Klaslokaal op het Visser 't Hooft Lyceum in LeidenBeeld Raymond Rutting / de Volkskrant
Hoofdvak
Beeld de Volkskrant

'Het is vijf voor twaalf', staat in het manifest. 'Zonder actie missen we de internationale boot.' De ondertekenaars eisen dat er een urennorm voor Frans en Duits wordt vastgesteld, dat beide talen een verplicht vak worden in de onderbouw en dat iedere leerling in beide talen eindexamen kan doen.

Ook Voogel heeft het manifest ondertekend. 'De overheid stelt steeds striktere regels aan vakken als rekenen, Nederlands en Engels, maar vakken als Frans en Duits vallen onder de vrijheid van het onderwijs. Dit vind ik een slechte zaak.'

Brood halen bij de bakker

Docent Skafidas-Buma doet ondertussen hard haar best het vak Frans zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor haar leerlingen. 'Je probeert van alles. Met films en muziek, het uitnodigen van gastsprekers en toneelbezoek. Ik blijf positief, maar het voelt soms als vechten tegen de bierkaai.' Ook zij zag het aantal leerlingen dat voor Frans kiest in de dertig jaar dat ze voor de klas staat afnemen.

Of dat erg is? Bo van der Meer (18) en Cas Schouten (17) halen hun schouder op. 'Ik ga politicologie studeren', zegt Bo. Ze heeft voor Frans als eindexamenvak gekozen omdat ze in de onderbouw beter was in Frans dan in Duits. Laatste vindt ze bovendien 'een lelijke taal'. Cas zal het Frans vooral op vakantie gebruiken, denkt hij. 'Ik kan geen goed gesprek voeren, maar ik probeer in Frankrijk wel in het Frans brood bij de bakker te halen.'

De les wordt traditiegetrouw afgesloten met een 'Frans' lied, ditmaal van de Nederlandse cabaretier Alex Klaasen. 'Een goed glas wijn, een blokje kaas. Da's joie de vivre', zingt hij. Zodra de bel gaat, stuiven de leerlingen naar buiten. De kruimels van de gelukskoekjes blijven achter op de tafels.

Je probeert van alles. Met films en muziek, het uitnodigen van gastsprekers en toneelbezoek. Ik blijf positief, maar het voelt soms als vechten tegen de bierkaai
docent Meike Skafidas-Buma